Titel 2
|
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
|
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrij-vingen
|
|
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
|
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
2.1.1.3
|
Wabo:
|
|
|
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
|
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag c.q verzoek:
|
|
|
2.2.1
|
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of medewerking zal worden verleend aan een voorgenomen project in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en/of de Wet ruimtelijke ordening wanneer het bij de uiteindelijke aanvraag om omgevingsvergunning een gebonden beschikking betreft, of waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking) of artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (Bor afwijking) wordt toegepast
|
€
|
358,40
|
2.2.2
|
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of medewerking zal worden verleend aan een voorgenomen project in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en/of de Wet ruimtelijke ordening waarbij, bij de uiteindelijke aanvraag om omgevingsvergunning artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking), of een bestemmingsplanwijziging wordt toegepast
|
€
|
921,60
|
2.2.3
|
indien er voor het vooroverleg zoals omschreven in hoofdstuk 2, artikel 2.2.2 een quikscan van de omgevingsdienst Midden Holland benodigd is wordt het bedrag vermeerderd met een bedrag van
|
€
|
1.747,55
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevings-vergunning
|
|
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.1.1
|
indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 200.000
|
|
|
|
2,00 % van de bouwkosten, met een minimumtarief van
|
€
|
38,50
|
2.3.1.2
|
indien de bouwkosten meer dan € 200.000 en niet meer dan € 1.000.000 bedragen
|
€
|
4.000,00
|
|
vermeerderd met 2,20 % van het bedrag waarmee de bouwkosten € 200.000 te boven gaan
|
|
|
2.3.1.3
|
indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen
|
€
|
21.600,00
|
|
vermeerderd met 1,95 % van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.000.000 te boven gaan
|
|
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Welstandstoets
|
|
|
|
Indien omtrent de welstand van een vergunning plichtig bouwwerk als bedoeld in 2.3.1 advies wordt ingewonnen, wordt het overeenkomstig bedoelde legesbedrag verhoogd met de kosten van dit advies. De kosten voor het advies zijn:
|
|
|
2.3.2.1
|
Voor bouwkosten tot € 25.000
|
€
|
55,00
|
2.3.2.2
|
Indien bouwkosten van € 25.000 tot € 1.250.000 bedragen: 2,18 promille van de bouwkosten
|
|
|
2.3.2.3
|
Voor bouwkosten vanaf € 1.250.000
|
€
|
2.722,50
|
2.3.2.4
|
Vooroverleg
|
€
|
0,00
|
2.3.2.5
|
De kosten voor een welstandsadvies in het kader van handhaving bedragen
|
€
|
121,00
|
2.3.2.6
|
Monumentenadvisering wordt tegen uurtarief in rekening gebracht. Tarief bedraagt per uur:
|
€
|
125,00
|
2.3.2.7
|
Indien omtrent de welstand van een vergunning plichtig bouwwerk de sneltoetscriteria ambtelijk worden getoetst, dan wordt het legesbedrag verhoogd met de kosten van deze toets. De kosten bedragen per getoetst objectcriterium
|
€
|
25,00
|
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
2.3.2.10
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 of 2.3.4 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt ingewonnen:
|
|
|
2.3.2.11
|
voor een standaardadvies voor bestaande bedrijven
|
€
|
870,00
|
2.3.2.12
|
voor een advies inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan
|
€
|
1.030,00
|
2.3.2.13
|
voor een advies waarin ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken worden betrokken
|
€
|
1.085,00
|
2.3.2.14
|
voor een nader advies op een eerder uitgebracht advies
|
€
|
520,00
|
2.3.2.15
|
voor een second opinion
|
€
|
1.350,00
|
|
|
|
|
2.3.3
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.3.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: 1% van de aanlegkosten
|
|
|
|
met een minimum van
|
€
|
96,25
|
|
en een maximum van
|
€
|
10.856,40
|
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)
|
€
|
309,20
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) met uitgebreidere ruimtelijke motivering:
|
€
|
616,40
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€
|
309,20
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) met uitgebreidere ruimtelijke motivering:
|
€
|
616,40
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) en geen anterieure exploitatieovereenkomst is opgesteld en getekend:
|
€
|
11.641,85
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€
|
309,20
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€
|
96,25
|
2.3.4.6
|
Voor de artikelen vallend onder 2.3.4 geldt dat de benodigde onderzoeken en ruimtelijke onderbouwing door aanvrager zelf dienen te worden aangeleverd en bekostigd.
|
|
|
2.3.4.7
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo en wordt geweigerd, gelden eveneens de tarieven zoals genoemd in artikelen 2.3.4.1, 2.3.4.2, 2.3.4.3 en 2.3.4.4.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.5
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de gemeentelijk Monumentenverordening aangewezen monument, bedraagt het tarief voor het slopen, verstoren, verplaatsen, verbouwen of in enig ander opzicht wijzigen van een monument, indien:
|
|
|
2.3.5.1
|
de bouw- of uitvoeringskosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of minder zijn
|
€
|
0,00
|
2.3.5.2
|
de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of meer zijn: 20% van het bedrag zoals wordt berekend volgens art 2.3.1 (bouwactiviteiten), waarbij indien geen aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen benodigd is in plaats van bouwkosten moet worden gelezen uitvoeringskosten.
|
|
|
2.3.5.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van de Monumentenverordening een vergunning is vereist, bedraagt het tarief: 20% van het bedrag zoals wordt berekend bij art. 2.3.1 (bouwactiviteiten), waarbij indien geen aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen benodigd is in plaats van bouwkosten moet worden gelezen uitvoeringskosten.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Uitweg/inrit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of verkrijgen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€
|
131,05
|
|
|
|
|
2.3.7
|
Kappen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€
|
43,00
|
|
|
|
|
2.3.8
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.8.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€
|
0,00
|
2.3.8.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€
|
0,00
|
|
|
|
|
2.3.9
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.9.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.9.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.9.2
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een wijziging van een verleende vergunning eerste fase bedraagt:
|
|
|
|
30% van het legesbedrag, met een minimum van
|
€
|
96,25
|
|
|
|
|
2.3.10
|
Beoordeling rapport
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.10.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€
|
470,20
|
2.3.10.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch rapport
|
€
|
376,16
|
2.3.10.3
|
voor de beoordeling van een rapport ecologie/flora en fauna
|
€
|
658,28
|
2.3.10.4
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport
|
€
|
470,20
|
2.3.10.5
|
voor de beoordeling van een rapport luchtkwaliteit
|
€
|
188,08
|
2.3.10.6
|
voor de beoordeling van een ROM aanvraag
|
€
|
1.034,44
|
2.3.10.7
|
voor de beoordeling van een EV kort
|
€
|
376,16
|
2.3.10.8
|
voor het voeren van een procedure hogere waarde ogv geluid
|
€
|
2.068,88
|
|
|
|
|
2.3.11
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.11.1
|
indien de gemeenteraad of een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€
|
0,00
|
|
|
|
|
2.3.12
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het basistarief:
|
€
|
218,05
|
2.3.12.2
|
vermeerderd met, indien de gebruiksoppervlakte tussen de 0-100 m2 bedraagt, een bedrag van
|
€
|
94,45
|
2.3.12.3
|
vermeerderd met, indien de gebruiksoppervlakte tussen de 101-500 m2 bedraagt, een bedrag van
|
€
|
94,45
|
|
plus voor elke m2 boven de 101 m2 een bedrag van
|
€
|
1,00
|
2.3.12.4
|
vermeerderd met, indien de gebruiksoppervlakte tussen de
|
|
|
|
501-2000 m2 bedraagt, een bedrag van
|
€
|
494,00
|
|
plus voor elke m2 boven de 501 m2 een bedrag van
|
€
|
0,50
|
2.3.12.5
|
vermeerderd met, indien de gebruiksoppervlakte tussen de 2001-5000 m2 bedraagt, een bedrag van
|
€
|
1.244,00
|
|
plus voor elke m2 boven de 2001 m2 een bedrag van
|
€
|
0,25
|
2.3.12.6
|
vermeerderd met, indien de gebruiksoppervlakte boven de 5001 m2 bedraagt, een bedrag van
|
€
|
1.994,00
|
|
plus voor elke m2 boven de 5001 m2 een bedrag van
|
€
|
0,10
|
2.3.12.7
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.13
|
Zonneweide
|
|
|
|
Bij realisatie van een zonneweide worden geen bouwleges geheven. Hierbij wordt met een zonneweide bedoeld, een vorm van duurzame energieopwekking, waarbij in veldopstelling op de grond een groot oppervlak zonnepanelen wordt geplaatst, die bedrijfsmatig worden geëxploiteerd.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.14
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
4.221,95
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
2.770,90
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering/teruggaaf
|
|
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
2.4.2
|
Indien binnen een jaar na het afgeven van een vergunning blijkt dat de werkelijke bouwkosten afwijken van de opgegeven bouwkosten zoals vermeld op de aanvraag, wordt op schriftelijk verzoek onder overlegging van de eindnota, de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in de artikel vallende onder 2.3. Indien de bouwkosten naar boven afwijken is de gemeente gerechtigd de leges te verhogen met het bedrag dat werkelijk verschuldigd is met toepassing van het tarief als vermeld in artikelen vallende onder 2.3.
|
|
|
2.4.3
|
Vermindering als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, inrit- of kapactiviteiten (nog niet verleende vergunning)
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, inrit- of kapactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat eventueel aanspraak op vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:
|
|
50%
|
2.4.3.1
|
indien de aanvraag schriftelijk wordt ingetrokken binnen een termijn van 6 maanden na het in behandeling nemen ervan
|
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, behoudens de advieskosten, met een maximum van €1.950,-
|
|
|
|
|
|
|
2.4.4
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking reeds verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, inrit- of kapactiviteiten
|
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, inrit- of kapactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges omgevingsvergunning.
|
|
|
2.4.5
|
Vermindering als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, inrit- of kapactiviteiten
|
|
|
2.4.5.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, inrit- of kapactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:
|
|
25%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges omgevingsvergunning.
|
|
|
2.4.5.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.5 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
|
|
|
2.4.5.3
|
Vermindering leges als gevolg van buiten behandeling stellen
|
|
|
|
Bij het buiten behandeling stellen van een aanvraag tot een omgevingsvergunning, wordt bij het in rekening brengen van leges 50% daarvan daadwerkelijk op de factuur in rekening gebracht behoudens de advieskosten, met een maximum van €1.950,-
|
|
|
|
|
|
|
2.4.5.4
|
Opnieuw indienen aanvraag
|
|
|
|
Indien binnen 3 maanden na het intrekken of buiten behandeling stellen van een aanvraag een zelfde aanvraag wordt ingediend, worden de reeds betaalde leges in mindering gebracht bij/verrekend met de legeskosten voor de hernieuwde aanvraag
|
|
|
|
|
|
|
2.4.5.5
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
|
Een bedrag minder dan € 50 wordt niet teruggegeven.
|
|
|
|
|
|
|
2.4.5.6
|
Geen teruggaaf legesdeel advies, welstandstoets of agrarische commissie
|
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van alle onderdelen vallende onder 2.3.2, 2.3.4., 2.3.2.10 en 2.3.10 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
|
|
2.4.6
|
Teruggaaf in verband met duurzaamheidsmaatregelen
|
|
|
|
Als een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit, aanlegactiviteit of activiteit planologisch strijdig gebruik als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3 en 2.3.4 is verleend en na het gereedkomen van de activiteit of activiteiten door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat een of meer van de onderstaande duurzaamheidsmaatregelen is genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
50%
|
2.4.6.1
|
indien de duurzaamheidsmaatregelen bestaan uit het isoleren van bestaande woningen en andere gebouwen en na realisatie de totale isolatiewaarde van:
|
|
|
|
a. het dak een waarde heeft van Rc = 6,0 m²K/W of hoger;
|
|
|
|
b. de gevel een waarde heeft van Rc = 4,5 m²K/W of hoger;
|
|
|
|
c. de vloer een waarde heeft van Rc = 3,5 m²K/W of hoger;
|
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van € 5.000;
|
|
|
|
en als in voorkomend geval niet meer dan 10% wordt afgeweken van de in het bestemmingsplan voor de betreffende locatie vastgelegde rooi-, dak- en gootlijnen of bouwvlakken:
|
|
100%
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.4 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van € 5.000.
|
|
|
2.4.6.2
|
indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het renoveren van een bestaande woning waardoor die woning een NOM-woning wordt:
|
|
100%
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van € 5.000;
|
|
|
|
en als in voorkomend geval niet meer dan 10% wordt afgeweken van de in het bestemmingsplan voor de betreffende locatie vastgelegde rooi-, dak- en gootlijnen of bouwvlakken:
|
|
100%
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.4 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van € 5.000.
|
|
|
2.4.6.3
|
indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de plaatsing van zonnepanelen met een output van in totaal minimaal 1500 Wp op het dak of aan de gevel:
|
|
100%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel.
|
|
|
2.4.6.4
|
indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het aanbrengen van een begroeid dak dat na realisatie een waterbergende capaciteit heeft van minimaal 18 liter per m²:
|
|
100%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van € 5.000.
|
|
|
2.4.6.5
|
indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het plaatsen van een buitenunit voor een warmtepomp met een geluidsproductie van de luchtunit van maximaal 40 dB:
|
|
100%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van € 5.000.
|
|
|
2.4.6.6
|
indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit plaatsing van zonnecollectoren voor een zonneboiler met een vermogen van minimaal 3,5 Gj:
|
|
100%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van € 5.000.
|
|
|
2.4.6.7
|
indien bij nieuwbouw een hoger duurzaamheidsniveau wordt bereikt dan op grond van het Bouwbesluit 2012 wordt vereist:
|
|
|
2.4.6.7.1
|
als een EPC van maximaal 0,0 wordt behaald:
|
|
50%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges, met een maximum van € 10.000.
|
|
|
2.4.6.7.2
|
als een EPC van maximaal 0,2 wordt behaald:
|
|
25%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges, met een maximum van € 10.000.
|
|
|
2.4.6.8
|
indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de bouw van zelfstandige, grondgebonden zonnepanelen:
|
|
100%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel.
|
|
|
2.4.6.9
|
indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de bouw van een of meer windturbines:
|
|
100%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdel.en verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel
|
|
|
2.4.6.10
|
indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de aanleg van een verzwaard elektriciteitsnet of warmtenet:
|
|
100%
|
|
van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van € 10.000.
|
|
|
2.4.6.11
|
Voor de toepassing van onderdeel 2.5.4 wordt verstaan onder:
|
|
|
|
dB decibel, de maat voor een hoeveelheid geluid;EPC Energie Prestatie Coëfficiënt; Gj Gigajoule, temperatuur uitgedrukt in Kelvin; m² vierkante meter oppervlakte; NOM-woning nul-op-de-meter-woning, zijnde een woning waarin gedurende een jaar gemiddeld net zoveel energie wordt geproduceerd (door zon, wind of warmtepompen) als wordt verbruikt (voor verwarming, warm tapwater en huishoudelijk gebruik); Rc warmteweerstand (R) van een constructie (c); W hoeveelheid energie uitgedrukt in Watt; Wp Wattpiek, het energievermogen aan elektriciteit dat met een zonnepaneel kan worden opgewekt; zonnecollectorapparaat dat zonlicht (direct licht bij zonnig weer en diffuus licht bij bewolkt weer) omzet in warmte; zonnepaneel paneel dat bestaat uit meerdere zonnecellen waarmee zonlicht omgezet wordt in elektriciteit.
|
|
|
2.4.6.12
|
De in onderdeel 2.4.6 opgenomen maximum teruggaafbedragen gelden per project. Onder project wordt verstaan een bouwplan dat of ontwikkeling die als een eenheid moet worden beschouwd, gelet op de bouwkundige en perceelindeling, het opdrachtgeverschap, de eigendom, functie(s), bedoeling en het karakter van het bouwplan. Verschillende omgevingsvergunningen of aanvragen voor omgevingsvergunning kunnen deel uitmaken van één project.
|
|
|
2.4.6.13
|
De in onderdeel 2.4.6 opgenomen teruggaafbepalingen zijn uitsluitend van toepassing op aanvragen voor omgevingsvergunningen die in de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 worden ingediend.
|
|
|
|
|
|
|
|
Teruggaaf in verband met uitvoering proefproject in het kader van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
|
|
|
2.4.7
|
Indien ter zake van een aanvraag om een omgevingsvergunning tussen gemeente en de indiener van de aanvraag schriftelijk is overeengekomen dat deze aanvraag zal worden behandeld in de vorm van een proefproject als bedoeld in het “Bestuursakkoord implementatie en invoering wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen” van 17 januari 2019, bestaat aanspraak op teruggaaf van 75% van de leges die op grond van de onderdelen 2.3.1 tot en met 2.3.1.3 verschuldigd zijn tot een maximum van € 20.000 per proefproject, in het geval de aanvraag wordt toegekend of geweigerd. Het bestuursakkoord ligt ter inzage op het gemeentekantoor, Stadhuisplein 1 in Alphen aan den Rijn.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Intrekking omgevings-vergunning
|
|
|
|
2.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo:
|
€
|
0,00
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Bestemmings-wijzigingen
|
|
|
|
2.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wro (en geen anterieure exploitatieovereenkomst is opgesteld en getekend) inclusief het opstellen van regels en verbeelding
|
€
|
21.952,50
|
2.6.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wro (en geen anterieure exploitatieovereenkomst is opgesteld en getekend) exclusief het opstellen van regels en verbeelding
|
€
|
19.374,05
|
2.6.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken of wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wro (en geen anterieure exploitatieovereenkomst is opgesteld en getekend) inclusief het opstellen van regels en verbeelding
|
€
|
14.219,25
|
2.6.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken of wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wro (en geen anterieure exploitatieovereenkomst is opgesteld en getekend) exclusief het opstellen van regels en verbeelding
|
€
|
11.641,85
|
2.6.5
|
Bij alle bestemmingswijzigingen uit dit hoofdstuk geldt, dat de benodigde onderzoeken en toelichting/ruimtelijke onderbouwing door aanvrager zelf dienen te worden aangeleverd en bekostigd.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
|
|
2.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, onder titel 2 vallende niet specifiek benoemde beschikking:
|
€
|
113,65
|
|
|
|
|