Gemeenteblad van Tilburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Gemeenteblad 2020, 353094 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Gemeenteblad 2020, 353094 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg houdende regels omtrent jeugdhulp
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen
Artikel 1.1 - Begripsbepalingen
Naast de begripsbepalingen in de verordening, die onverminderd gelden in de beleidsregels, wordt in deze beleidsregels verstaan onder:
gemachtigde: ten eerste de belanghebbende bij de jeugdige en/of zijn ouder. Dit kan zijn een ander dan de ouder, die de jeugdige verzorgt en opvoedt. Deze persoon is ook belanghebbende bij de beschikking voor de jeugdige die binnen zijn gezin wordt verzorgd en opgevoed, bijvoorbeeld een pleegouder. Deze persoon kan dus ook een melding maken en een aanvraag om jeugdhulp indienen voor het kind. Ten tweede kan de belanghebbende een derde machtigen om de aanvraag in te dienen. Een advocaat kan bijvoorbeeld gemachtigde zijn. De gemachtigde is dan niet ook belanghebbende, maar kan enkel namens de belanghebbende een melding maken en een aanvraag indienen.
informeel zorgverlener: persoon uit het sociale netwerk, niet zijnde een zzp’er of persoon in dienst van een zorginstelling, die jeugdhulp biedt aan een jeugdige en/of ouder op basis van een pgb. Eerste- en tweedegraads familieleden die op basis van een pgb jeugdhulp bieden aan de jeugdige en/of ouder worden wel tot de informeel zorgverleners gerekend.
melding van een hulpvraag: de persoonlijke, telefonische of schriftelijke melding van een jeugdige en/of zijn ouder of gemachtigde van een hulpvraag bij Toegang Tilburg. Toegang Tilburg bevestigt de ontvangst van de melding van een hulpvraag schriftelijk aan de jeugdige en/of zijn ouder of gemachtigde.
Team Dyslexie: expertteam dat bij een melding van een hulpvraag in verband met Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) beoordeelt of het ondersteuningstraject op school afdoende is uitgevoerd en voldaan is aan de toegangscriteria volgens het landelijk protocol EED. Het akkoord van het Team dyslexie is noodzakelijk voordat een onderzoek naar EED wordt ingezet.
zelfstandige zonder personeel (zzp'er): eigenaar van een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007, waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van zorg.
Hoofdstuk 2 - Procedure van het melden van een hulpvraag, het gesprek en het bepalen van de passende voorziening
Artikel 2.1 - Het melden van een hulpvraag bij Toegang Tilburg
Wanneer een jeugdige en/of ouder of gemachtigde een hulpvraag heeft over een jeugdige, kan deze de hulpvraag persoonlijk, telefonisch of schriftelijk melden bij Toegang Tilburg. Toegang Tilburg bevestigt de ontvangst van deze melding van een hulpvraag schriftelijk met een meldingsbevestiging aan de jeugdige en/of ouder of gemachtigde en informeert hen over de gang van zaken na de melding van de hulpvraag, de geldende rechten en plichten en de vervolgprocedure.
In het geval de jeugdige een melding maakt van een hulpvraag voor een vervolg van de jeugdhulp bij de aanbieder waar de jeugdige op het moment van de melding jeugdhulp van ontvangt, dient de jeugdige of de aanbieder een evaluatieformulier aan te leveren bij de melding. Als het evaluatieformulier in deze situatie ontbreekt wordt de aanvraag niet in behandeling genomen, tenzij de jeugdige de aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aanvult.
Uitsluitend onderstaande andere verwijzers hoeven geen melding van een hulpvraag te maken bij Toegang Tilburg:
De gecertificeerde instelling (op grond van artikel 3.5 lid 1 van de wet), de rechter indien het bieden van jeugdhulp rechtstreeks voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing (op grond van artikel 3.5 lid 4 van de wet), het openbaar ministerie en de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële jeugdinrichting (artikel 2.4 lid 2 van de wet)
Het college zelf (in de praktijk: de burgemeester) op grond van artikel 6.1.2 lid 1 en 5 van de wet. Het gaat erom, dat een machtiging om een jeugdige in een gesloten accommodatie op te laten nemen kan worden verleend, indien het college van de gemeente waar de jeugdige zijn woonplaats heeft, heeft bepaald dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder nodig is.
De rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële jeugdinrichting die de jeugdhulp nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van jeugdreclassering.
Artikel 2.2 - Inhoud en procedure van het gesprek met Toegang Tilburg
Toegang Tilburg maakt zoveel mogelijk gebruik van bestaande expertise en kennis bij professionals die al bekend zijn met de jeugdige en/of ouder. Daartoe vraagt Toegang Tilburg aan de jeugdige en/of ouder toestemming om informatie op te vragen bij andere instanties, zoals de professionals die algemene voorzieningen uitvoeren.
Toegang Tilburg informeert de jeugdige en/of ouder tijdens het gesprek over het verschil tussen ondertekenen van het plan van aanpak 'voor akkoord' of 'voor gezien'. 'Voor gezien' betekent: de jeugdige en/of ouder heeft het plan van aanpak ontvangen, begrijpt wat er onder wordt verstaan en is het niet eens met de conclusies. 'Voor akkoord' betekent: de jeugdige en/of ouder heeft het plan van aanpak ontvangen, begrijpt wat er onder wordt verstaan en is het eens met de conclusies.
Artikel 2.3 - Het plan van aanpak - Toegang Tilburg
Toegang Tilburg organiseert daar waar nodig casusoverleg tussen professionals met verschillende expertise ten behoeve van een optimale integrale analyse en een optimaal voorstel voor ondersteuning. Toegang Tilburg voert tijdens het opstellen van het plan van aanpak coördinatie over de ondersteuning die professionals op dat moment aan de jeugdige en/of ouder bieden.
Artikel 2.4 - Procedurele eisen aan het plan van aanpak Toegang Tilburg
De jeugdige en/of ouder kan door Toegang Tilburg opmerkingen of aanvullingen op het plan van aanpak laten toevoegen aan het plan van aanpak en dient het plan van aanpak te ondertekenen 'voor gezien' of 'voor akkoord' binnen nog eens tien werkdagen, dus in totaal binnen 20 werkdagen na het gesprek, op grond van artikel 4.4 lid 2 en lid 3 van de verordening.
Indien de jeugdige en/of ouder heeft getekend 'voor gezien', dan neemt de contactpersoon van Toegang Tilburg opnieuw contact op met de jeugdige en/of ouder. Tijdens een vervolggesprek neemt Toegang Tilburg met de jeugdige en/of ouder door wat de bezwaren zijn en of/hoe het plan van aanpak hierop kan worden aangepast.
Artikel 2.5 – Toegang tot jeugdhulp via het medisch domein
In het geval de jeugdige een aanvraag doet voor jeugdhulp op grond van artikel 3.2 lid 1 van de verordening en de jeugdige ontvangt op het moment van de melding geen jeugdhulp middels een individuele voorziening, dient de jeugdige of de aanbieder een formulier aan te leveren bij de melding waaruit blijkt welke activiteiten de jeugdhulp zal behelzen, in welke frequentie de jeugdhulp zal worden geleverd en aan welke resultaten zal worden gewerkt. Als een dergelijk formulier in deze situatie ontbreekt wordt de aanvraag niet in behandeling genomen, tenzij de jeugdige of de aanbieder de aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aanvult.
In het geval de jeugdige een aanvraag doet voor jeugdhulp op grond van artikel 3.2 lid 1 van de verordening en het betreft een vervolg van de jeugdhulp bij de aanbieder waar de jeugdige op het moment van de melding jeugdhulp van ontvangt, dient de jeugdige of de aanbieder een evaluatieformulier aan te leveren bij de melding. Als het evaluatieformulier in deze situatie ontbreekt wordt de aanvraag niet in behandeling genomen, tenzij de jeugdige of de aanbieder de aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aanvult.
In het geval de jeugdige een aanvraag doet voor jeugdhulp op grond van artikel 3.2 lid 1 van de verordening en de jeugdige ontvangt op het moment van de melding jeugdhulp middels een individuele voorziening bij een andere aanbieder dan de aanbieder die de voorgenomen jeugdhulp meldt bij het college middels een verzoek om toewijzing, dient de jeugdige of de aanbieder eenzelfde formulier aan te leveren als beschreven in het eerste lid. Als een dergelijk formulier in deze situatie ontbreekt wordt de aanvraag niet in behandeling genomen, tenzij de jeugdige of de aanbieder de aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aanvult.
Toegang Tilburg vermeldt in het plan van aanpak voor iedere jeugdige vanaf 16 jaar expliciet hoe lang de ondersteuning nodig is en hoe de ondersteuning vanaf het 18e jaar wordt vorm gegeven, of ten minste wat er wordt ondernomen om dit te verhelderen. Hiervoor is gekozen om, indien noodzakelijk, een warme overdracht naar zorg en ondersteuning voor volwassenen te garanderen.
Artikel 2.7 - Overige voorzieningen
Onder de overige voorzieningen valt eveneens: iedere inwoner van Tilburg kan een zorg over een jeugdige en/of ouder melden bij Veilig Thuis Midden-Brabant bij een vermoeden van kindermishandeling of andere vormen van huiselijk geweld. Inwoners kunnen hier ook terecht voor het inwinnen van advies. Veilig Thuis Midden-Brabant start een vervolgonderzoek bij een vermoeden van relevante problematiek.
Beschermd wonen wordt ingezet in de vorm van een 'intramuraal zorgzwaartepakket beschermd wonen bij psychi(atri)sche en/of psychosociale problemen'. Bij de bepaling of/welk type Beschermd wonen voor een jeugdige passend en toereikend is, hanteren verwijzer en Team Beschermd Wonen de indeling van de zorgzwaartepakketten als richtlijn (zie Bijlage 1).
De verwijzer beoordeelt of logeeropvang voor een jeugdige noodzakelijk is. Bij inzet van logeeropvang gedurende 12 uur of meer in een etmaal, brengt de aanbieder het tarief voor een etmaal in rekening. Bij inzet van logeeropvang gedurende minder dan 12 uur in een etmaal brengt de aanbieder geen tarief in rekening.
Als er spoedhulp nodig is als beschreven in artikel 3.1, lid 3 van de verordening, dan verloopt de aanmelding daarvan via het CIT. Het CIT neemt de aanvraag in behandeling en verzorgt ook de verwijzing en de toeleiding naar de jeugdhulp. Als er sprake is van dergelijke spoedhulp wordt de jeugdhulp op korte termijn - binnen twee werkdagen - ingezet.
Artikel 2.14 - Zorg in onderwijs
Een deel van de jeugdigen, die tevens scholier zijn op de scholen Onderwijscentrum Leijpark in Tilburg of De Bodde in Tilburg, kunnen voor zorg in onderwijs gebruik maken van een door de school georganiseerde overige voorziening. Als door een jeugdige gebruik wordt gemaakt van deze overige voorziening, vervalt de aanspraak op een individuele voorziening jeugdhulp voor zorg in onderwijs.
Hoofdstuk 3 - Aanvraagprocedure, inhoud en geldigheidsduur van het besluit
Als het plan van aanpak is ondertekend 'voor gezien', dan dient dit bij indiening bij het college niet (direct) als aanvraag. Mocht er na het tweede gesprek op grond van artikel 2.4 lid 4 geen overeenstemming komen tussen Toegang Tilburg en de jeugdige en/of ouder over de inhoud van het plan van aanpak, dan kan het na toestemming van de jeugdige en/of ouder alsnog dienen als aanvraag. Hiervoor is gekozen om bezwaar en beroep mogelijk te maken.
Uitsluitend Toegang Tilburg, de andere verwijzers op grond van artikel 2.1 lid 3 en de gemachtigde kunnen een aanvraag om een voorziening indienen bij het college. Een aanvraag met als verwijzer huisarts, jeugdarts, medisch specialist, gecertificeerde instelling (bepaling jeugdhulp), kinderrechter, openbaar ministerie en de directeur of de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting, op grond van artikel 3.2 en 3.3 van de verordening -via de jeugdhulpaanbieder- is ook een aanvraag, ingediend bij het college, omdat het college eindverantwoordelijk blijft voor de inzet van passende en toereikende zorg op grond van de wet.
In afwijking van lid 1 en 2 verstrekt het college zonder uitdrukkelijk verzoek hierom geen ontvangstbevestiging van de aanvraag en geen beschikking, indien de aanvraag is ingediend door een van de volgende verwijzers: huisarts, jeugdarts, medisch specialist, gecertificeerde instelling (bepaling jeugdhulp), kinderrechter, openbaar ministerie en de directeur of de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting, op grond van artikel 3.2 en 3.3 van de verordening.
Indien de aanvraag is ingediend door een van de volgende verwijzers: huisarts, jeugdarts of medisch specialist op grond van artikel 3.2 van de verordening, dan zorgt het college voor verzending van een brief aan de jeugdige en/of ouder met daarin informatie over waar hij of zij terecht kan met vragen of zorgen.
Artikel 3.3 - Voorliggende andere voorzieningen op grond van andere wet- of regelgeving
Het college beoordeelt bij elke aanvraag of sprake is van een voorliggende voorziening. Voorliggend op de Jeugdwet is zorg of ondersteuning op grond van een andere wettelijke regeling, zoals in ieder geval de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet passend onderwijs. Alleen wanneer geen voorliggende voorziening passend en toereikend is, kan een voorziening worden ingezet.
Artikel 3.4 - Goedkoopst adequate individuele voorziening
Het college beoordeelt of de aanvrager de goedkoopst adequate voorziening aanvraagt om het beoogde resultaat te bereiken. Het college kan in zijn beschikking afwijken van de aangevraagde voorziening(en) in het plan van aanpak, indien het college van mening is dat niet de goedkoopst adequate voorziening is aangevraagd.
Hoofdstuk 4 - Persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 4.2 - Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering van het pgb
Aanvullend op artikel 5.1, 5.2 en 5.3 van de verordening kan de beschikking over een individuele voorziening in de vorm van een pgb worden ingetrokken of aangepast, indien:
Artikel 4.3 - Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb
Het budgetplan dient tijdig aangeleverd te worden door de aanvrager. De onderzoekstermijn van Toegang Tilburg als bedoeld in artikel 4.2 van de verordening wordt opgeschort vanaf het moment dat de Toegangsmedewerker het budgetplan heeft opgevraagd bij de aanvrager, tot het moment dat de aanvrager het budgetplan bij de Toegangsmedewerker heeft aangeleverd.
Het college verstrekt een individuele voorziening uitsluitend in de vorm van een pgb, indien de beoogd budgethouder een zorgovereenkomst afsluit met de zorgverlener. De budgethouder is verplicht de modelzorgovereenkomsten van de SVB te gebruiken 1 .
Als de jeugdige een vertegenwoordiger heeft of heeft gemachtigd om zijn belangen ten aanzien van het pgb te behartigen en de aan het pgb verbonden taken uit te voeren, dan mag om belangenverstrengeling te voorkomen in het geval van formele jeugdhulp, deze vertegenwoordiger niet de uitvoerder zijn van de jeugdhulp die met het pgb wordt ingekocht.
Artikel 4.6 - De hoogte van een pgb
Voor het pgb gelden de genoemde bedragen in bijlage 1 van de verordening als maximaal pgb per 'grondslag tarief'. Dit houdt in dat in de beschikking is aangegeven welk aantal uren, dagdelen, etc. van het product noodzakelijk is. Het maximale pgb wordt bepaald als p x q (product x benodigd volume). In de beschikking is de maximale hoogte van het pgb in het actuele kalenderjaar benoemd. Het kalenderjaar hoeft niet gelijk te zijn aan de geldigheidsduur van de beschikking.
Artikel 4.8 - De besteding van het pgb
Een eenmalige uitkering kan worden uitgekeerd aan jeugdhulpaanbieders die werknemer of opdrachtnemer zijn van de budgethouder en die plotseling zonder werk komen door de beëindiging van een contract tussen budgethouder en jeugdhulpaanbieder. Er moet een geldig contract tussen budgethouder en jeugdhulpaanbieder zijn afgesloten. Dit kan een arbeidsovereenkomst zijn, of een overeenkomst van opdracht met een zzp'er of een informeel zorgverlener. De eenmalige uitkering is niet bedoeld voor zorginstellingen en mag daarvoor niet worden ingezet.
Artikel 4.9 - Uitbetaling van het pgb, trekkingsrecht
Uitbetaling en verantwoording van het pgb vindt plaats via de SVB2 .
Artikel 5.2 - Klachtenregeling
Het college en Toegang Tilburg registeren alle klachten (ook mondeling ingediende en informeel afgehandelde klachten) (registratieplicht klaagschriften op grond van Hoofdstuk 9 Algemene wet bestuursrecht). Minimaal de volgende gegevens over elke klacht blijven gedurende minimaal één jaar beschikbaar bij het college of bij Toegang Tilburg. Voor de termijn van één jaar is gekozen, omdat elke klacht, ook een informeel afgehandelde, aanleiding kan geven tot een beroep op de Nationale Ombudsman.
Artikel 5.3 - Privacy en vastlegging van gegevens in een dossier
De gegevens van de jeugdige, de ouder en overige betrokkenen worden in het dossier van Toegang Tilburg verwerkt conform het privacy protocol voor Toegang Tilburg. In ieder geval wordt in het dossier van Toegang Tilburg opgenomen de ondertekende toestemmingsverklaring voor het vastleggen van persoonlijke gegevens bij Toegang Tilburg door de jeugdige en/of ouder.
Bijlage 1. Toelichting zorgzwaartepakketten (ZZP) Beschermd Wonen bij psychi(atri)sche en/of psychosociale problemen
Beschermd wonen is het bieden van onderdak en begeleiding aan personen met een psychische aandoening. Het gaat om personen voor wie op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving noodzakelijk is. In beginsel geldt deze zorgvorm voor personen boven de 18 jaar. Jeugdigen in de leeftijdscategorie van 16 tot 18 jaar kunnen in specifieke gevallen ook gebruik maken van beschermd wonen. Voor de plaatsing van een jeugdige (in de leeftijdscategorie 16 - 18 jaar) in een beschermd wonen setting wordt het Team Beschermd Wonen gevraagd mee te kijken, zodat de doorgaande zorglijn (na 18 jaar) is geborgd. Team Beschermd Wonen toetst of beschermd wonen de geschikte zorgvorm is en of aan de plaatsingsvoorwaarden wordt voldaan. Indien geen sprake is van beschermd wonen, wordt gezamenlijk gekeken welke zorgvorm wel geschikt is. Bij justitiële zorg door de GI is de GI verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdbeschermings- of reclasseringsmaatregel en bepaalt de GI welke hulp moet worden ingezet.
Bij de inzet van Beschermd wonen is het belangrijk dat niet alleen de doorlopende zorglijn voor de jeugdige wordt geborgd, maar ook de doorlopende leerlijn. Daarmee wordt bedoeld dat de schoolloopbaan van de jeugdige niet onnodig onderbroken dient te worden.
Alle intramurale arrangementen zijn onderverdeeld in zorgzwaartepakketten. Een zorgzwaartepakket (ZZP) is een volledig pakket van intramurale begeleiding met 24 uurs onplanbare begeleidingsbehoefte, dat aansluit op de kenmerken van de cliënt en het soort begeleiding die de cliënt nodig heeft. Deze omschrijvingen zijn afkomstig uit het rapport Zorgzwaartepakketten Sector GGZ van Bureau HHM (juni 2011).
De onderstaande pakketten zijn van toepassing op cliënten met psychi(atri)sche en/of psychosociale problemen.
Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. De cliënten hebben een veilige, weinig eisende en prikkelarme woonomgeving nodig die bescherming, stabiliteit en structuur biedt. De symptomatologie is bij deze cliënten naar de achtergrond geschoven en de 'defecten' staan op de voorgrond. De zorg is dan ook met name gericht op het omgaan met deze defecten.
Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. De cliënten hebben een structuur en toezicht biedende beschermende woonomgeving nodig, die deels een besloten karakter kan hebben (gecontroleerde in- en uitgang). Er is ondersteuning van taken op alle levensterreinen nodig inclusief hulp vanwege (somatische) gezondheidsbeperkingen.
Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. De woonomgeving moet veel structuur, veiligheid en bescherming bieden, die deels een besloten karakter kan hebben (gecontroleerde in-en uitgang). Er is ondersteuning en overname van taken op alle levensterreinen nodig.
Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening, in combinatie met een somatische aandoening, lichamelijke handicap of verstandelijke beperking, intensieve begeleiding nodig. De woonomgeving moet veel structuur, veiligheid en bescherming bieden en zijn aangepast aan de beperkingen van de cliënten (bijvoorbeeld rolstoelgebruik). Er is veelal overnamen van taken op alle levensterreinen nodig.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-353094.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.