Vaststelling van de Verordening leges omgevingsvergunning Den Haag 2021

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 6 oktober 2020,

 

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid onderdelen a en b van de Gemeentewet,

 

besluit vast te stellen de Verordening leges omgevingsvergunning Den Haag 2021:

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

 

-

college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag

-

vaststelling van een bestemmingsplan:

vaststelling van een nieuw bestemmingsplan, herziening of gedeeltelijke aanpassing van een geldend bestemmingsplan.

 

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam “leges“ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van een dienst, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of handelingen zijn verricht.

 

Artikel 4. Vrijstellingen

De in de tarieventabel genoemde leges worden niet geheven voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

 

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van hetgeen in dit artikel is bepaald.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit, als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet, bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6. Wijze van heffing en bekendmaking

  • 1.

    De leges worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    Het verschuldigde bedrag wordt aan de belastingschuldige bekendgemaakt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving.

 

Artikel 7. Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld en termijnen van betaling

  • 1.

    De leges zijn verschuldigd bij het aanvragen van een in deze verordening omschreven dienst.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald op het moment van uitreiking van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen vier weken na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een schriftelijke aanvraag, als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet, en overeenkomstig een voor die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 9. Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

 

Artikel 10. Intrekking

De Legesverordening omgevingsvergunning 2013 wordt ingetrokken met dien verstande dat deze verordening van toepassing blijft voor de tijdvakken waarvoor deze heeft gegolden.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

 

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening leges omgevingsvergunning Den Haag 2021.

 

Tarieventabel behorende bij de legesverordening omgevingsvergunning D en H aag 2021

 

Afdeling 1. Begripsomschrijvingen

 

Art.

Omschrijving

1.1

Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt verstaan onder

1.1.1

aannemingssom:

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het bouwwerk dan wel de bouwwerken waarop de aanvraag betrekking heeft tot stand te brengen, exclusief omzetbelasting;

1.1.2

APV:

Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag;

1.1.3

bouwkosten:

de aannemingssom of voor zover deze ontbreekt, een raming van kosten, exclusief omzetbelasting, die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk dan wel de bouwwerken als bedoeld in bijlage ‘Richtlijn raming bouwkosten’.

 

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs exclusief omzetbelasting die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk, dan wel de bouwwerken waarop de aanvraag betrekking heeft;

1.1.4

nieuwbouw:

er is sprake van nieuwbouw, indien er 24 maanden voorafgaand aan de aanvraag op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de wet een omgevingsvergunning bouwactiviteit is aangevraagd of afgegeven;

1.1.5

Regeling:

Regeling vermindering leges Den Haag 2020;

1.1.6

Wet:

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.2

In deze tarieventabel voorkomende begrippen die in de wet zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de wet bedoeld.

1.3

In deze tarieventabel voorkomende begrippen die niet nader in de wet zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Afdeling 1A. Beoordeling beginselaanvraag

 

Art.

Omschrijving

Tarief

1A

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een beginselaanvraag omgevingsvergunning:

€ 100,00

 

Afdeling 2. Omgevingsvergunning

 

Art.

Omschrijving

Tarief

2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze afdeling. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.1

Bouwactiviteiten

2.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de wet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze afdeling indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.1.1.1

indien de bouwkosten € 250.000,00 of minder bedragen van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van € 50,00 met een minimum van € 100,00:

1,00%

2.1.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 250.000,00 bedragen van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van € 50,00 met een maximum van € 1.000.000,00:

2,55%

2.1.2

indien na de gereedmelding van sociale huurwoningen door het college is vastgesteld dat sociale huurwoningen zijn gerealiseerd als bedoeld in de regeling wordt het legesbedrag conform hoofdstuk 2 van de regeling verminderd met € 2.000,00 per gebouwde sociale huurwoning tot maximaal het volledige legesbedrag dat verschuldigd is op grond van de onderdelen 2.1 tot en met 2.1.1.2 van deze tarieventabel.

2.1.3

indien na gereedmelding door het college is vastgesteld dat gebouwd is conform hoofdstuk 3 van de regeling, wordt het op grond van de onderdelen 2.1 tot en met 2.1.1.2 van deze tarieventabel verschuldigde legesbedrag volgens het bepaalde in de Regeling verminderd.

2.1.4

Indien sprake is van samenloop van de onderdelen 2.1.2 en 2.1.3 wordt de vermindering van leges op grond van deze onderdelen bij elkaar opgeteld, met dien verstande dat de totale vermindering niet hoger kan zijn dan het totaalbedrag aan verschuldigde leges voor de activiteit bouwen voor het betreffende bouwplan.

2.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de wet, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze afdeling indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 212,30

2.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de wet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1 en het bepaalde in andere onderdelen van deze afdeling indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de wet van toepassing is (binnenplanse afwijking):

€ 300,00

2.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de wet van toepassing is (buitenplanse kleine afwijking):

€ 300,00

2.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de wet van toepassing is (buitenplanse afwijking):

1,89%

van de bouwkosten als bedoeld in onderdeel 2.1.1 , met een maximum van:

€ 8.000,00

2.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de wet van toepassing is (afwijking van exploitatieplan):

€ 595,45

2.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de wet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze afdeling indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de wet van toepassing is (binnenplanse afwijking):

€ 300,00

2.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de wet van toepassing is (buitenplanse kleine afwijking):

€ 300,00

 

2.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de wet van toepassing is (buitenplanse afwijking):

€ 595,45

2.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de wet van toepassing is (afwijking van exploitatieplan):

€ 595,45

2.5

In gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de wet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze afdeling indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.5.2

in geval van nieuwbouw:

€ 611,00

2.5.3

in geval van bestaande bouw:

€ 1.527,00

vermeerderd met, indien sprake is van:

101 m² – 4999 m² bruto vloeroppervlak per m² bruto vloeroppervlak:

€ 1,55

5000 m² bruto vloeroppervlak en meer:

€ 7.637,00

De leges worden berekend over de bruto-vloeroppervlakte in m² van de betreffende bouwwerken en gedeelten van bouwwerken waarvan de inrichting of het gebruik worden gewijzigd.

2.5.4

Indien de aanvraag uitsluitend bedoeld is om een verleende vergunning als bedoeld in 2.1, eerste lid, onder d, van de wet aan te passen:

€ 202,90

2.6

Uitweg/inrit

2.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, waarvoor op grond van artikel 2:12 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de wet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze afdeling indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 274,90

2.7

Kappen

2.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 2:87 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de wet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze afdeling indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 75,00

2.8

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de wet, bedraagt het tarief:

2.8.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze afdeling voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.8.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze afdeling voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

Afdeling 3. Teruggaaf

 

Art.

Omschrijving

3.1

Teruggaaf van leges voor een (aanvraag) omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen (onderdeel 2.1), planologisch strijdig gebruik (onderdelen 2.3 en 2.4) en brandveilig gebruik (onderdeel 2.5)

3.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking van een aanvraag omgevingsvergunning

3.2.1

Na het intrekken van een aanvraag omgevingsvergunning door een aanvrager, terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen de activiteit(en) waarvoor de aanvraag is ingetrokken en bedraagt:

3.2.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na ontvangst van de aanvraag:

100%

3.2.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn van twee weken na ontvangst van de aanvraag:

50%

van de verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 100 verschuldigd blijft;

3.2.1.3

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend later dan één kalenderjaar nadat de intrekking van de aanvraag omgevingsvergunning heeft plaatsgevonden.

3.3

Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag omgevingsvergunning

3.3.1

Na het buiten behandeling laten van een aanvraag omgevingsvergunning bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen de activiteit(en) waarvoor de aanvraag buiten behandeling is gelaten en bedraagt:

3.3.1.1

indien de aanvraag binnen 6 maanden na ontvangst van de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten:

100%

3.3.1.2

indien de aanvraag na meer dan 6 maanden na ontvangst van de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 100 verschuldigd blijft:

80%

3.3.1.3

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend als meer dan één kalenderjaar is verstreken na het onherroepelijk worden van het besluit tot buiten behandeling laten.

3.4

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

3.4.1

Na weigering van een omgevingsvergunning bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen de activiteit(en) waarvoor de vergunning is geweigerd en bedraagt:

50%

van de verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 100 verschuldigd blijft.

3.4.2

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend als meer dan één kalenderjaar is verstreken na het onherroepelijk worden van het besluit tot weigering.

 

3.5

Teruggaaf als gevolg van het intrekken van een omgevingsvergunning

3.5.1

Na intrekking van een omgevingsvergunning bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen de activiteit(en) waarvoor de vergunning ingetrokken is en bedraagt van de verschuldigde leges:

50%

met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 100 verschuldigd blijft.

3.5.2

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend later dan één kalenderjaar na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning.

 

Afdeling 4. Wijziging omgevingsvergunning

 

Art.

Omschrijving

4.1

Een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning wordt voor de heffing van leges behandeld als een nieuwe aanvraag, met dien verstande dat enkel de bouwkosten van de te wijzigen aspecten en onderdelen in aanmerking worden genomen. De leges voor de oorspronkelijke vergunning blijven verschuldigd en worden vermeerderd met de leges verschuldigd voor de aanvraag tot wijziging van de omgevingsvergunning.

 

Afdeling 5. Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

Art.

Omschrijving

Tarief

5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 198,85

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 4 november 2020.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.

Naar boven