|
Hoofdstuk 2
|
|
|
Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
2021
|
2.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek:
|
|
2.2.1.1
|
tot het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project, voldoet aan het bestemmingsplan en redelijke eisen van welstand: van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.
|
10%
|
2.2.1.2
|
tot het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project, dat strijdig is met een vigerend bestemmingsplan, voorstelbaar is (pretoets in het kader van de planologische strijdigheid als bedoeld in 2.3.5):
|
€ 865,00
|
2.2.1.3
|
in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is (pretoets van alle relevante activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, Wabo, m.u.v. eerste lid, onder c. en 2.2 Wabo: van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.
|
30%
|
2.2.1.4
|
in verband met het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning (pretoetsing van een conceptaanvraag aan belangrijkste wettelijke weigeringsgronden artikel 2.10 e.v. Wabo): van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.
|
50%
|
2.2.1.5
|
Onverminderd de uitkomst van de berekening op grond van 2.2.1.1 tot en met 2.2.1.4 wordt ten minste een bedrag in rekening gebracht van:
|
€ 70,00
|
2.2.2
|
Beoordeling vergunningplicht
|
|
2.2.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om beoordeling van de vergunningsplicht:
|
|
2.2.2.1.1
|
in het kader van de categorie oppervlaktewijzigingen als bedoeld in bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht: a. om beoordeling van de haalbaarheid van een bouwplan dat na beoordeling vergunningsvrij blijkt te zijn of b. om beoordeling van een verzoek of een bouwplan vergunningvrij dan wel vergunningplichtig is ofc. voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning die na beoordeling vergunningsvrij blijkt te zijn
|
€ 127,00
|
2.2.2.1.2
|
in het kader van activiteiten, anders dan genoemd in Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht of de overige, niet in 2.2.6.1 genoemde, categorieën als bedoeld in bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht, zoals een dakkapel, erfafscheiding enzovoort; a.om beoordeling van de haalbaarheid van een bouwplan dat na beoordeling vergunningvrij blijkt te zijn of b.om beoordeling van een verzoek of een bouwplan-vergunningvrij dan wel vergunningplichtig is of c. voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning die na beoordeling vergunningsvrij blijkt te zijn
|
€ 87,00
|
2.2.3
|
Extra advies welstandscommissie/ monumentencommissie
|
|
2.2.3.1
|
Onverminderd het bepaalde in de overige onderdelen in deze titel bedraagt het tarief,
|
|
2.2.3.1.1
|
voor elk advies, uitgebracht op verzoek van aanvrager:
|
€ 85,00
|
2.2.3.1.2
|
voor elk advies, na de 2e behandeling,
|
€ 85,00
|
|
Hoofdstuk 3
|
|
|
Omgevingsvergunning
|
2021
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen:
|
€ 240,00
|
2.3.1.2
|
Indien de bouwkosten meer dan € 5.000 en minder dan € 50.000 bedragen, € 240 vermeerderd met een percentage van de bouwkosten boven € 5.000.
|
1,60%
|
2.3.1.3
|
Indien de bouwkosten meer dan € 50.000 en minder dan € 100.000 bedragen, € 960, vermeerderd met van de bouwkosten boven de € 50.000.
|
3,70%
|
2.3.1.4
|
Indien de bouwkosten meer dan € 100.000 en minder dan € 400.000 bedragen, € 2.810, vermeerderd met van de bouwkosten boven de € 100.000.
|
3,30%
|
2.3.1.5
|
Indien de bouwkosten meer dan € 400.000 en minder dan € 1.000.000 bedragen, € 12.710, vermeerderd met van de bouwkosten boven de € 400.000.
|
2,50%
|
2.3.1.6
|
Indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 en minder dan € 5.000.000 bedragen, € 27.710, vermeerderd met van de bouwkosten boven de € 1.000.000,00
|
1,15%
|
2.3.1.7
|
Indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 en minder dan € 10.000.000 bedragen, € 73.710, vermeerderd met van de bouwkosten boven de € 5.000.000,
|
0,60%
|
2.3.1.8
|
Indien de bouwkosten meer dan € 10.000.000 en minder dan € 25.000.000 bedragen, € 103.710, vermeerderd met van de bouwkosten boven de € 10.000.000,00
|
0,20%
|
2.3.1.9
|
Indien de bouwkosten meer dan € 25.000.000 en minder dan € 50.000.000 bedragen, € 133.710, vermeerderd met van de bouwkosten boven de € 25.000.000,00
|
0,06%
|
2.3.1.10
|
Indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen, € 148.710, vermeerderd
|
0,03%
|
2.3.2
|
Advies agrarische commissie
|
|
2.3.2.1.
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de desbetreffende aanvraag een advies van de agrarische commissie is vereist:
|
€ 750,00
|
2.3.2.2
|
Indien voor de advisering door de agrarische commissie een bedrijfsbezoek noodzakelijk wordt het tarief onder 2.3.2.1per bedrijfsbezoek verhoogd met:
|
€ 65,00
|
2.3.3
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3 wordt verhoogd, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit (en). De verhoging bedraagt 50% van het verschuldigde bedrag met een maximum van:
|
€ 10.000,00
|
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 540,00
|
2.3.4.2
|
Voor het aanvragen van een vergunning voor een nieuwe rioolaansluiting (kosten voorbereiding, toezicht en beheer), bedraagt het tarief per aansluiting
|
€ 458,00
|
2.3.5
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en al dan niet sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief per afwijkingsbevoegdheid, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.5.1.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van toepassing is (binnenplanse afwijking), verhoogd met:
|
€ 427,00
|
2.3.5.1.2
|
Indien artikel 2,12, eerste lid, onder a., onder 2⁰, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking niet zijnde een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening) wordt de leges verhoogd met
|
€ 834,00
|
2.3.5.1.3
|
Indien artikel 2,12, eerste lid, onder a., onder 3⁰, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking niet zijnde een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening) wordt de leges verhoogd met
|
€ 7.810,00
|
2.3.5.1.3.1
|
indien voor de procedure als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1. tevens een besluit tot het vaststellen van hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder noodzakelijk is, wordt het verschuldigde legesbedrag verhoogd met een toeslag van
|
€ 844,00
|
2.3.5.1.3.2
|
indien voor de procedure als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 tevens extern advies noodzakelijk is, wordt het verschuldigde legesbedrag verhoogd met:
|
€ 732,00
|
2.3.5.1.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 1.250,00
|
2.3.5.1.4.1
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving), verhoogd met:
|
€ 1.373,00
|
2.3.5.1.4.2
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving), verhoogd met:
|
€ 1.373,00
|
2.3.5.1.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van toepassing is, verhoogd met (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 1.134,00
|
2.3.6
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning voor het brandveilig gebruik van een inrichting met een oppervlakte tot en met 100 m², bedraagt:
|
€ 398,00
|
2.3.6.1
|
Het in 2.3.6 vermelde tarief wordt vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte:
|
|
2.3.6.1.1
|
van meer dan 100m² tot en met 500m², € 398,00 plus per m²
|
€ 0,82
|
2.3.6.1.2
|
van meer dan 500m² tot en met 2.000m², € 726,00 plus per m²
|
€ 0,51
|
2.3.6.1.3
|
van meer dan 2.000m² tot en met 5.000m², € 1491,00 plus per m²
|
€ 0,16
|
2.3.6.1.4
|
van meer dan 5.000m² tot en met 50.000m², € 1.971,00 plus per m²
|
€ 0,04
|
2.3.6.1.5
|
van meer dan 50.000m², € 3.771,00 plus per m²
|
€ 0,03
|
2.3.6.2
|
Het tarief bedraagt, indien de aanvraag als bedoeld onder 2.3.6. betrekking heeft op uitbreiding van een inrichting: het tarief vermeld onder 2.3.6.1, berekend over de oppervlakte van de uitbreiding
|
|
2.3.7
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening, aangewezen monument, waarvoor op basis van die verordening een vergunning of ontheffing is vereist bedraagt het tarief:
|
|
2.3.7.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen, herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een rijksmonument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo:
|
|
2.3.7.1.1.2
|
indien sprake is van een rijksmonument
|
€ 1.373,00
|
2.3.7.1.1.3
|
indien sprake is van een gemeentelijk monument
|
€ 940,00
|
2.3.7.1.2
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op het wijzigingen van een monument als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 van de Wabo waarbij de werkzaamheden vergelijkbaar zijn met de werkzaamheden als bedoeld in artikel 3a van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht:
|
€ 356,00
|
2.3.7.2
|
indien er bij de aanvragen als bedoeld in onderdeel 2.3.7.1 een sloopveiligheidsplan ingediend moet worden, worden de in dat onderdeel genoemde tarieven verhoogd met:
|
€ 534,00
|
2.3.8
|
Sloopactiviteiten
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening of artikel 8.1. van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.8.1.1
|
tot 50m³ sloopafval
|
€ 129,00
|
2.3.8.1.2
|
van 50m³ tot 100m³ sloopafval
|
€ 266,00
|
2.3.8.1.3
|
van 100m³ en meer sloopafval
|
€ 518,00
|
2.3.8.2
|
Asbesthoudende materialen
|
|
2.3.8.2.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.8.1, bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
|
€ 69,00
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 158,00
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, Algemene plaatselijke verordening of "Bomenverordening Schijndel" een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 76,00
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken / (gebruik gemeente grond)
|
|
2.3.11.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 142,00
|
2.3.11.2
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo danwel uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 142,00
|
2.3.12
|
Aan een aanvrager wordt een opslag doorberekend indien bij de behandeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning een provinciale Verklaring van geen bedenkingen Wet Natuurbescherming (VVGB) is vereist.
|
|
2.3.12.1
|
Opslag bij een provinciale VVGB gebiedsbescherming
|
€ 3.702,00
|
2.3.12.2
|
Opslag bij een provinciale VVGB soortenbescherming door burgers
|
€ 1.921,00
|
2.3.12.3
|
Opslag bij een provinciale VVBG soortenbescherming infrastructureel en gebiedsgericht
|
€ 6.005,00
|
2.3.12.4
|
Opslag bij een provinciale VVGB soortenbescherming overige
|
€ 4.443,00
|
2.3.13
|
Vervallen (ontheffing Flora en faunawet)
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.14.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 69,00
|
2.3.14.1.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 69,00
|
2.3.14.2
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 69,00
|
2.3.14.3
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.15.
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.3.15.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief als hierna wordt vermeld:
|
|
2.3.15.1.1
|
in geval van het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.1.2
|
in geval van het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
2.3.16.
|
Beoordeling bodemrapport / akoestisch onderzoek
|
|
2.3.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien bij een aanvraag een bodemrapport / akoestisch onderzoek wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1.1
|
voor de beoordeling van een historische bodemtoets
|
€ 173,00
|
2.3.16.1.2
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 173,00
|
2.3.16.1.3
|
voor de beoordeling van een aanvullend milieukundig bodemrapport
|
€ 173,00
|
2.3.16.1.4
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 244,00
|
2.3.16.1.5
|
voor de beoordeling van een akoestisch onderzoek
|
€ 244,00
|
2.3.17.
|
Kosten extern advies (op basis van nacalculatie)
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
€ 86,00
|
2.3.18.2
|
het bedrag genoemd in onderdeel 2.3.18.1, wordt verhoogd met de kosten die de gemeente voor de behandeling van de aanvraag aan rijk, provincie of waterschap verschuldigd is.
|
|
2.3.19
|
Advies Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij BZV
|
|
2.3.19.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een beoordeling van de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) is vereist, verhoogd met de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) in rekening gebrachte kosten, met een maximum van € 2.000,00
|
|
2.3.20
|
Ruimtelijke onderbouwing
|
|
2.3.20.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, voor het beoordelen van een ruimtelijke onderbouwing (in verband met het afwijken van het bestemmingsplan) per beoordeling
|
€ 407,00
|
2.3.21
|
Overschrijven omgevingsvergunning
|
|
2.3.21.1
|
Indien het een verzoek betreft tot wijzigingen van de tenaamstelling van een reeds verleende omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.25, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief per verzoek:
|
€ 86,00
|
|
Hoofdstuk 4 vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 5
|
|
|
Teruggaaf
|
2021
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, planologische-, gebruiks-, sloop-, monument- of uitweg/inrit- activiteiten
|
|
2.5.1.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.4, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.7, 2.3.8 en 2.3.9 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat, met in achtneming van 2.5.4, aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan; van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
50%
|
2.5.1.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken van het in behandeling nemen ervan, doch voor het nemen van een beschikking; van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
30%
|
2.5.1.1.3
|
Indien binnen 4 weken na de intrekking van de aanvraag omgevingsvergunning eenzelfde aanvraag omgevingsvergunning opnieuw is ingediend; (alsdan vindt geen verrekening plaats zoals bedoeld in 2.5.1.1.1 en 2.5.1.1.2)
|
100%
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, gebruiks-, sloop-, of uitweg/inrit-activiteiten
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, gebruiks-, monument-, sloop-, of uitweg/inrit-activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.4, 2.3.6, 2.3.7, 2.3.8 en 2.3.9, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
30%
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop-, of uitweg/inrit-activiteiten dan wel in geval van het buiten behandeling laten van een aanvraag (als gevolg is van het niet verder in behandeling nemen van een aanvraag vanwege kennelijke niet ontvankelijkheid van de aanvrager)
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, gebruiks-, sloop-, of uitweg/inrit- activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.4, 2.3.6, 2.3.8 en 2.3.9 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
10%
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering, bedoeld in onderdeel 2.5.3.1, wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.5.3.3
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, gebruiks-, sloop-, of uitweg/inrit- activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.4, 2.3.6, 2.3.8 en 2.3.9 buiten behandeling laat, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
40%
|
2.5.4
|
teruggaaf verzoek vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag
|
|
|
Indien een verzoek, bedoeld in onderdeel 2.2.1, binnen 6 maanden leidt tot een aanvraag omgevingsvergunning dan worden de inrekening gebrachte leges, conform onderdeel 2.2.1, in mindering gebracht op de leges voor de aanvraag omgevingsvergunning.
|
|
2.5.5
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Ongeacht het hiervoor in dit hoofdstuk bepaalde gaat teruggaaf van de leges nooit zover dat niet ten minste een bedrag van € 68,00 verschuldigd blijft.
|
€ 69,00
|
2.5.6
|
Geen teruggaaf legesdeel onderzoek bodemrapport en advies
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van onderdeel 2.3.15 tot en met 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
Hoofdstuk 6
|
|
|
Intrekking omgevingsvergunning
|
2021
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
€ 69,00
|
|
Hoofdstuk 7
|
|
|
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2021
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeelt, geringe wijziging in het project:
|
€ 97,00
|
|
Hoofdstuk 8
|
|
|
Bestemmingswijzigingen
|
2021
|
2.8.1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, niet zijnde een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening:
|
€ 8.165,00
|
2.8.1.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan, waarbij het initiatief wordt betrokken bij een Ontwikkelplan /veegplan (een bestemmingsplan met meerdere initiatieven), waarbij alleen sprake is van een gebruiksverandering en waarbij geen bebouwing wordt toegevoegd en waarbij tevens sprake is van kwaliteitsverbetering van het landschap conform de Regeling kwaliteitsverbetering Meierijstad.
|
€ 4.500,00
|
2.8.1.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan, waarbij het initiatief wordt betrokken bij een Ontwikkelplan /veegplan (een bestemmingsplan met meerdere initiatieven), voor alle overige categorieën die worden aangemerkt als een niet-aangewezen bouwplan, zoals opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.
|
€ 6.000,00
|
2.8.2
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, niet zijnde een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening
|
€ 7.810,00
|
2.8.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid, onder b van de Wet ruimtelijke ordening, niet zijnde een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening2-8-2017
|
€ 7.810,00
|
2.8.4
|
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.6.1 tot en met 2.6.3 bedraagt het tarief indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in die onderdelen bedoelde aanvraag een advies van de agrarisch commissie of monumentencommissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 814,00
|
2.8.5
|
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.6.1 tot en met 2.6.3. bedraagt het tarief indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in die onderdelen bedoelde aanvraag het vaststellen van hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder noodzakelijk is
|
€ 844,00
|
|
Titel 3
|
|
|
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
|
|
|
Hoofdstuk 1
|
|
|
Algemeen
|
2021
|
1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning, ontheffing of andere beschikking die onder de Europese dienstenrichtlijn valt en waarvoor geen afzonderlijk tarief in dit hoofdstuk is opgenomen:
|
€ 41,00
|
|
Hoofdstuk 2
|
|
|
Horeca
|
2021
|
2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot
|
|
2.1.1.
|
verstrekking van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet
|
€ 432,00
|
2.1.2.
|
wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 30 en 30a van de Drank- en Horecawet
|
€ 122,00
|
2.2.
|
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 35 dan wel artikel 4 lid 4 van de Drank- en horecawet, per aanvraag
|
€ 46,00
|
2.3.
|
een ontheffing van het vastgestelde sluitingsuur voor horecabedrijven als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening
|
€ 53,00
|
2.4.
|
het verstrekken van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening,
|
€ 458,00
|
2.5.
|
het verstrekken van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening in combinatie met een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet
|
€ 534,00
|
|
Hoofdstuk 3
|
|
|
Evenementen
|
|
3.1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene Plaatselijke Verordening of een evenement als bedoeld in artikel 5:22 van de Algemene Plaatselijke Verordening indien het betreft:
|
|
|
|
2021
|
3.1.1
|
een kleinschalig evenement (maximaal gelijktijdig minder dan 250 bezoekers).
|
€ 127,00
|
3.1.2
|
een middelgroot evenement rkt (maximaal gelijktijdig tussen de 250 en 2.500 bezoekers
|
€ 386,00
|
3.1.3
|
een grootschalig evenement rkt (maximaal gelijktijdig meer dan 2.500 bezoekers).
|
€ 997,00
|
|
Hoofdstuk 4
|
|
|
Seksinrichtingen / Escortbedrijven
|
2021
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot
|
|
4.1
|
verstrekking van een exploitatievergunning voor het vestigen van een seksinrichting of escortbedrijf als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening
|
€ 997,00
|
4.2.
|
wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in onderdeel 4.1.
|
€ 244,00
|
|
Hoofdstuk 5 (vervallen)
|
|
|
Hoofdstuk 6
|
|
|
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
|
2021
|
6
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming voor het in exploitatie nemen van een kindercentrum, gastouderbureau, gastouderopvang, of peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 1.45 en 2.2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen bedraagt,
|
|
6.1
|
indien de aanvraag betrekking heeft op gastouderopvang:
|
|
6.1.1
|
waarbij voor de behandeling van de aanvraag volledige toetsing door GGD noodzakelijk is
|
€ 246,25
|
6.1.2
|
waarbij voor de behandeling van de aanvraag verkorte toetsing door GGD noodzakelijk is
|
€ 197,00
|
6.1.3 (vervallen)
|
waarbij voor de behandeling van de aanvraag geen toetsing door GGD noodzakelijk is
|
nihil
|
6.2
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een gastouderbureau, kindercentrum of peuterspeelzaal
|
€ 2.156,00
|
6.3.
|
Indien op de aanvraag als bedoeld in onderdeel 6.2. afwijzend wordt beschikt, bestaat er aanspraak op teruggaaf van een bedrag van
|
€ 1.302,00
|