Gemeenteblad van Landsmeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Landsmeer | Gemeenteblad 2020, 351360 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Landsmeer | Gemeenteblad 2020, 351360 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2021
De raad van de gemeente Landsmeer;
gelezen het voorstel van 23 december 2020,
gelet op artikelen 216 en 221 van de Gemeentewet besluit vast te stellen de volgende verordening:
Met betrekking tot de gebruikersbelasting wordt:
het ter beschikking stellen van een ruimte voor volgtijdig gebruik, aangemerkt als gebruik door degene die de ruimte ter beschikking heeft gesteld; degene die de ruimte ter beschikking heeft gesteld, is bevoegd, de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie de ruimte ter beschikking is gesteld.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
De heffingsmaatstaf van de belastingen is de waarde van de roerende woon- of bedrijfsruimte. De waarde wordt bepaald op de waarde die aan de ruimte dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de ruimte in de staat waarin deze zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen.
De heffingsmaatstaf van een roerende bedrijfsruimte wordt bepaald op de vervangingswaarde, met uitzondering van roerende ruimten die zijn ingeschreven in een van de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers van beschermde monumenten, indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het eerste lid.
Met betrekking tot een roerende woonruimte die deel uitmaakt van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 (Staatsblad 1989, nr. 252) aangewezen landgoed dat voldoet aan de in art. 1, derde lid, onderdeel b, van de in die wet bedoelde voorwaarden, wordt in zoverre afgeweken van het eerste lid, dat de heffingsmaatstaf wordt bepaald met inachtneming van een veronderstelde verplichting om het landgoed gedurende 25 jaar als zodanig in stand te houden en geen opstaand hout te vellen anders dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Ruimten die dienstbaar zijn aan de woonruimte, worden geacht deel uit te maken van die woonruimte.
Indien een roerende woon- of bedrijfsruimte na de waardepeildatum die behoort bij het tijdvak waarvoor de waarde wordt vastgesteld:
duurzaam aan een plaats wordt gebonden en dient tot permanente bewoning of permanent gebruik, wordt, in afwijking in zoverre van het eerste lid, de waarde bepaald naar de staat van die ruimte bij het begin van het kalenderjaar, volgende op dat waarin de in onderdeel a bedoelde feiten geheel of ten dele hun beslag hebben gekregen dan wel de in onderdeel b of c bedoelde omstandigheid heeft plaatsgevonden of is gebleken.
Artikel 8 Termijnen van betaling
Indien op basis van art. 7, lid 2, een machtiging tot automatische incasso werd afgegeven, moeten de aanslagen worden betaald, respectievelijk worden de aanslagen geïncasseerd in acht gelijke termijnen, waarbij de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn één maand later.
Artikel 9 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
Met ingang van de in het derde lid vermelde datum vervalt de Verordening op de heffing en invordering op roerende woon- en bedrijfsruimtenbelastingen 2020, vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2019, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-351360.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.