Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de algemene uitgangspunten ten aanzien van het verstrekken van subsidies

INLEIDING

Met het ontstaan van de nieuwe gemeente Hoeksche Waard werd de wens geboren om een uniform kader te hanteren voor het subsidiebeleid. De raad stelt daartoe een Algemene subsidieverordening vast en in dit subsidiebeleidskader formuleert de gemeenteraad de kaders van het beleid waarbinnen het college de subsidies verstrekt.

 

Het subsidiebeleidskader bevat de algemene uitgangspunten die aangeven hoe wij als gemeente subsidies verstrekken. Dit biedt de kapstok voor de uitwerking van de uitvoeringsregelingen.

 

In het eerste hoofdstuk duiden wij het subsidiebegrip en in hoofdstuk 2 volgen de geformuleerde uitgangspunten die wij als kader hanteren.

1. WAT IS EEN SUBSIDIE

In dit eerste hoofdstuk gaan wij in op wat een subsidie is (1.1), de doelstelling van subsidieverstrekking (1.2) en de kaders van subsidieverstrekking (1.3).

1.1 WAT IS EEN SUBSIDIE?

Subsidie is een materieel begrip en wordt omschreven in artikel 4:21, eerste lid Awb (Algemene wet bestuursrecht). Voldoet een geldverstrekking aan de daar genoemde voorwaarden, dan is het een subsidie, hoe ook genaamd.

 

Artikel 4:21 lid 1 van de Awb geeft het volgende aan:

Onder subsidie wordt verstaan:

  • a.

    de aanspraak op financiële middelen,

  • b.

    door een bestuursorgaan verstrekt

  • c.

    met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager,

  • d.

    anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

Een betaling van de gemeente die voldoet aan deze criteria is een subsidie, ook als hij anders genoemd wordt (bijvoorbeeld financiële bijdrage).

1.2 DOELSTELLING SUBSIDIEVERSTREKKING

Het doel van het verstrekken van subsidies is het ondersteunen en stimuleren van activiteiten die bijdragen aan de door de gemeenteraad vastgestelde, gewenste doelstellingen en maatschappelijke effecten.

1.3 KADERS SUBSIDIEVERSTREKKING

Subsidies worden binnen diverse (wettelijke) kaders verstrekt.

  • ->

    In de subsidieverordening staat het procedurele kader, waaraan subsidieaanvragen en -verantwoordingen moeten voldoen, vermeld. Het beschrijft aan welke ‘spelregels’ de aanvrager en de verstrekker zich moeten houden.

  • ->

    In het subsidiebeleidskader stelt de gemeenteraad de kaders van het algemene subsidiebeleid vast waarbinnen het college subsidies verstrekt.

  • ->

    In de uitvoeringsregels werkt het college de regels, voorwaarden en kaders (subsidie en beleid) verder uit. Met deze regels stuurt de gemeente op de gewenste maatschappelijke effecten.

  • ->

    Uiteindelijk ontvangt de aanvrager een beschikking, waarin de voorwaarden staan vermeld die aan de subsidieverstrekking worden verbonden.

Dit ziet er schematisch als volgt uit:

 

2. UITGANGSPUNTEN SUBSIDIEVERSTREKKING

Wij, Hoeksche Waard: ruimte voor iedereen!

 

Ons uitgangspunt is een betrokken samenleving, waaraan alle inwoners gelijkwaardig kunnen deelnemen. We zetten in op een stevige sociale basisinfrastructuur met laagdrempelige voorzieningen en activiteiten met een preventieve werking voor (kwetsbare) inwoners. Om elkaar te ontmoeten, informatie en advies te krijgen en op lichte wijze te worden ondersteund en toegerust. Wij willen dat deze infrastructuur (vooral) bestaat uit familie, vrienden, buurtbewoners, mantelzorgers, vrijwilligers, verenigingen, sociaal werkers, scholen en sociale ondernemers.

 

Het versterken van een inclusieve samenleving is niet alleen een taak van de gemeente, maar ook van inwoners, ondernemers, organisaties en aanbieders. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om de omgeving zodanig te veranderen dat alle inwoners kunnen meedoen. Met het subsidiebeleid zet de gemeente in op het versterken van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een toegankelijke samenleving. Nieuwe innovatieve projecten die hieraan een bijdrage leveren kunnen worden ondersteund met een incidentele subsidie. Er is een aantal kernwaarden waaraan activiteiten van organisaties aantoonbaar moeten bijdragen om voor subsidie in aanmerking te komen:

 

De gemeente hecht grote waarde aan een aanbod dat aantoonbaar aansluit bij de vraag vanuit de samenleving. Het doel is dat zoveel mogelijk inwoners kunnen participeren en meedoen op de door hen gewenste wijze. Om vraaggericht te denken is veelal een omslag in de denkwijze van organisaties nodig. Het gaat niet alleen om de vraag van de eigen leden of doelgroep maar ook om een bredere oriëntatie op de vraag vanuit de samenleving. Dit vraagt van organisaties om regelmatig kritisch te kijken naar het eigen aanbod en om de vraag actief op te halen.

 

Dit doen wij door:

  • 1.

    te sturen op resultaten en effecten

Het sturen op resultaten en maatschappelijke effecten houdt in dat wij als gemeente een regisseursrol nemen. Regie bij subsidieverstrekking houdt in het sturen op het bereiken van de gemeentelijke doelen (voor deze periode vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord) en de uitgangspunten zoals vastgelegd in dit beleidskader. Uitwerking van deze doelen vindt plaats in uitvoeringsregels. Met deze regels stuurt de gemeente op de gewenste maatschappelijke effecten.

 

  • 2.

    meerjarige subsidies mogelijk te maken

Grotere organisaties vragen regelmatig of het mogelijk is een meerjarig subsidie te krijgen om de continuïteit te waarborgen en om lange termijn ambities te realiseren. Organisaties investeren in personeel en accommodaties om de afgesproken activiteiten en doelen te realiseren. Dit is een risico omdat de gemeente elk jaar opnieuw beslist over het subsidie. Het gevolg is dat de subsidievragers zich niet optimaal kunnen richten op de inhoudelijke realisatie. Voor kleinere organisaties heeft een meerjarensubsidie onder andere het voordeel van mindere tijdsinvestering en zekerheid voor de activiteiten.

 

Wij stellen de volgende voorwaarden:

  • er zijn in de subsidieperiode geen wijzigingen te verwachten zowel bij de gemeente (kaders en budgetten) als bij de aanvrager die van invloed zijn op de uitvoering van de activiteiten;

  • jaarlijks worden (prestatie)afspraken gemaakt en wordt er gemonitord;

  • afwijkingen in de prestaties worden gemeld.

     

We hanteren de volgende uitgangspunten:

 

Dit zijn:

  • 1.

    Vertrouwen & verantwoordelijkheid

  • 2.

    Verbinding en samenwerking

  • 3.

    Transparantie

  • 4.

    Toegankelijkheid en facilitering

 

  • 1.

    Vertrouwen & verantwoordelijkheid

We gaan er vanuit dat onze inwoners en partners te vertrouwen zijn en hun verantwoordelijkheid nemen. Vandaar dat ook niet alle subsidies van a tot z verantwoord hoeven te worden. Zo is er een gedifferentieerd verantwoordingsregime ingevoerd.

  • a.

    Subsidies tot € 10.000,-- worden direct vastgesteld.

  • b.

    Subsidies van € 10.000 tot € 50.000,-- worden inhoudelijk en financieel verantwoord.

  • c.

    Subsidies vanaf € 50.000,-- worden uitgebreider inhoudelijk en financieel verantwoord .

  • 2.

    Verbinding en samenwerking

De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend staan over het algemeen niet op zichzelf. Zij zijn onderdeel van een sociale structuur, van een buurt, vanuit cultuur of sport, of vanuit welzijnswerk, etc. We verwachten dat de activiteiten bijdragen aan meer betrokkenheid van inwoners bij de samenleving. Van organisaties wordt gevraagd om open te staan voor andere organisaties met dezelfde doelen, open te staan voor nieuwe (inwoner)initiatieven, en zo mogelijk verbindingen te leggen. Samenwerking schept kansen voor nieuwe initiatieven en verlaagt drempels voor de inwoners om deel te nemen aan activiteiten.

 

  • 3.

    Transparantie

De gemeenteraad bepaalt via het subsidiebeleidskader inhoudelijke en financiële uitgangspunten voor subsidieverlening. Het college geeft vanuit haar bevoegdheid vervolgens invulling aan de te subsidiëren domeinen, organisaties en activiteiten. Deze activiteiten dragen bij aan de gewenste (maatschappelijke) effecten die de gemeente met haar beleid nastreeft.

 

Het ontvangen van een subsidie is geen vanzelfsprekendheid, daarom hechten wij aan ‘wederkerigheid’. Dit betekent dat ontvangers eerlijk en open zijn of, in welke mate en hoe het ontvangen bedrag is ingezet voor de vooraf benoemde doelen en activiteiten.

 

Partijen die een subsidie hebben gekregen, leggen op grond van de subsidieverordening verantwoording af. De wijze van verantwoording is passend bij de aard en omvang van de subsidie: van grotere, professionele instellingen mag meer verwacht worden dan van vrijwilligersorganisaties.

 

  • 4.

    Toegankelijkheid en facilitering

De gemeente hecht sterk aan een toegankelijk aanbod van activiteiten en voorzieningen. Hierbij gaat het om de vraag hoe open een organisatie is naar de samenleving en de buurt. We verwachten dat organisaties interactie zoeken met de buurt en voldoende bekendheid geven aan de activiteiten. Daarbij is het van belang dat organisaties open staan voor inwoners met een beperking en voor kwetsbare groepen. Het uitgangspunt is dat deze groepen inwoners zo veel mogelijk in staat worden gesteld om deel te nemen aan het reguliere aanbod van activiteiten en voorzieningen.

Toegankelijkheid van activiteiten en voorzieningen past binnen de grondhouding van inclusiviteit die het kader voorstaat. Daar waar de noodzaak voor gebruik van een accommodatie door derden zich voordoet en past binnen het gemeentelijk beleid, zal na overleg met betrokkenen worden bezien in hoeverre financiële middelen en/of menskracht door de gemeente zal worden gefaciliteerd

 

 

Naar boven