Gemeenteblad van Bodegraven-Reeuwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bodegraven-Reeuwijk | Gemeenteblad 2020, 350236 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bodegraven-Reeuwijk | Gemeenteblad 2020, 350236 | Verordeningen |
Verordening van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende regels voor de heffing en de invordering van precariobelasting 2021
De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders van 10 november 2020;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
Verordening van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende regels voor de heffing en de invordering van precariobelasting 2021
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, meer specifiek: leidingen, kabels, buizen, terrassen, bouwplaatsen en tijdelijke voorwerpen.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
Artikel 5: Maatstaf van heffing en meetvoorschriften
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.
Artikel 6: Berekening van de precariobelasting
De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een verzoek in te dienen te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Artikel 10: Voorlopige aanslag
Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 11: Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,-.
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13: Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in maximaal twee gelijke termijnen. Bij betaling in twee gelijke termijnen vervalt de eerste termijn op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn vervalt twee maanden later.
De “Verordening precariobelasting 2020” van 18 december 2019, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening precariobelasting 2021'.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 16 december 2020.
Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2021
Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond waarvoor in de volgende hoofdstukken geen afzonderlijk tarief is opgenomen:
Het tarief bedraagt voor bouwplaatsen:
Hoofdstuk 3 Leidingen, kabels en buizen
Het tarief bedraagt voor een slang, buis, leiding, geleiding, kabel, duiker en/of een zinker:
Het tarief bedraagt voor een terras waarbij in aanmerking wordt genomen de totale oppervlakte zoals vermeld in de vergunning minus een oppervlakte van 1,5 keer de gevelbreedte van het pand waarbij het terras behoort:
Hoofdstuk 5 Uitstallingen met koopwaar
Het tarief bedraagt voor het uitstallen van waren, goederen en dergelijke, indien dat geschiedt ten behoeve van de verkoop daarvan, waarbij in aanmerking wordt genomen de totale oppervlakte van alle bij een (winkel)pand behorende uitstallingen minus een oppervlakte van 1,5 keer de gevelbreedte van dat betreffende pand:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-350236.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.