Besluit van de teammanager Belastingen van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent het Mandaat heffingsbevoegdheden

De teammanager Belastingen, in de hoedanigheid van gemeenteambtenaar ex artikel 231, tweede lid, onderdeel b Gemeentewet;

 

B E S L U I T :

 

  • 1.

    de teammanager Klantcontact te mandateren om namens hem op te treden in de volgende situaties:

  • alle handelingen ter zake van de heffing van leges en begraafrechten, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 25 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • 2.

    de teammanager Omgevingsbeheer Specialisten te mandateren om namens hem op te treden in de volgende situaties:

  • alle handelingen ter zake van de heffing van, voor de afdeling relevante, leges, straat-, kade en havengelden en marktgelden, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 25 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • 3.

    de teammanager Omgevingsbeheer Geregeld te mandateren om namens hem op te treden in de volgende situaties:

  • alle handelingen ter zake van de heffing van, voor de afdeling relevante, leges en straat-, kade- en havengelden, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 25 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • 4.

    de teammanager Concern te mandateren om namens hem op te treden in de volgende situaties:

  • alle handelingen ter zake van de heffing van leges en straat-, kade- en havengelden, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 25 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • 5.

    de teammanager Ondernemen en Ontwikkelen te mandateren om namens hem op te treden in de volgende situaties:

  • alle handelingen ter zake van de heffing van, voor het team relevante telecomgelden, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 25 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • 6.

    de door de teammanager Belastingen aangewezen gemeentelijke medewerkers belast met het uitoefenen van parkeertoezicht om namens hem op te treden in de volgende situaties:

  • alle handelingen ter zake van de heffing van parkeerbelastingen, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 25 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • 7.

    de senior medewerker heffen van team Belastingen om namens hem op te treden bij

  • alle handelingen als bedoeld in artikel 25 van de algemene wet inzake de Rijksbelastingen terzake Onroerende-zaakbelasting, Hondenbelasting, Forensenbelasting, Parkeerbelasting, Recognities, Reinigingsrecht, Afvalstoffenheffing, Rioolheffing en Reclamebelasting.

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

Drachten, 24 november 2020

De teammanager Belastingen voornoemd,

TOELICHTING OP DE WETSARTIKELEN

behorende bij de mandaatsbesluiten van de teammanager Belastingen.

 

Algemeen

 

  • A.

    Ten aanzien van de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen vinden de bepalingen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • Alle bevoegdheden in deze wetten die aan de inspecteur c.q. ontvanger zijn opgedragen en die noodzakelijk zijn om:

     

    • 1.

      de omvang van het verschuldigde belastingbedrag te kunnen vaststellen, zoals het inwinnen van inlichtingen en uitreiken van een eventueel aangiftebiljet e.d.;

    • 2.

      de aanslag of nota uit te kunnen reiken van een eventueel aangiftebiljet e.d.;

    • 3.

      de inning van het verschuldigde bedrag;

    • 4.

      het verlenen van uitstel van betaling en

    • 5.

      het verzenden van een aanmaning

 

  • worden voor zover voor u van toepassing aan u overgedragen.

 

  • Niet overgedragen worden de bevoegdheden van

 

  • B.

    De Algemene wet inzake rijksbelastingen:

  • artikel 25: het doen van een uitspraak op een ingediend bezwaarschrift.

 

  • C.

    De Invorderingswet 1990:

     

    • 1.

      artikel 12: het uitvaardigen van een dwangbevel bij het in gebreke blijven van de belastingschuldige na het verzenden van een aanmaning;

    • 2.

      artikel 19: het doen van een vordering op derden die van de belastingschuldige tegoeden onder zich hebben of deze uitkeringen of afdrachten moeten doen;

    • 3.

      artikel 25: het verlenen van uitstel van betaling. Hiertoe wel bevoegd nadat de belastingschuld aan de belastingschuldige bekend gemaakt, doch niet meer bevoegd nadat de dwanginvordering (uitvaardigen van het dwangbevel) is aangevangen;

    • 4.

      artikel 49: aansprakelijkstelling bij beschikking van erfgenamen van de belastingschuldige;

    • 5.

      artikel 51: leggen van conservatoir beslag onder aansprakelijkgestelden.

Naar boven