Verordening lijkbezorgingsrechten 2021 gemeente Heusden

 

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 12 november 2020;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2020;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

gelet op de Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Heusden;

 

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de navolgende:

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2021

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats ‘Duynhaege’ aan de Akkerlaan 2 te Drunen, de algemene begraafplaats ‘Buytenhove’ aan de Heusdenseweg 29 te Heusden, en de gemeentelijke begraafplaats ‘Onsenoort’ aan de Mortelweg 2 te Vlijmen;

  • b.

    aula: het rouwcentrum op de algemene begraafplaats aan Heusdenseweg 29 te Heusden;

  • c.

    particulier graf: een gedeelte van de begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen begraven en begraven houden van lijken;

  • d.

    algemeen graf: een gedeelte van de begraafplaats, bestemd tot het daarin doen begraven en begraven houden van lijken;

  • e.

    particulier urnengraf: een gedeelte van de begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, bevattende de as van overledenen

  • f.

    particulier kindergraf: een gedeelte van de begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen begraven en begraven houden van lijken van overledenen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • g.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon, een combinatie van natuurlijke personen of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven in een particulier graf of het doen bijzetten in een particulier graf;

  • h.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • i.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • j.

    bijzetting: het plaatsen van een stoffelijk overschot in een gereserveerd particulier graf naast een bestaand particulier graf (enkeldiep) of in een bestaand particulier graf (dubbeldiep) en het plaatsen van een asbus in een bestaand particulier graf en of bestaand particulier urnengraf

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, voor het gebruik van de aula en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats of de aula.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Er zijn geen vrijstellingen.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

     

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

     

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten, bedoeld in de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

     

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    De "Verordening lijkbezorgingsrechten 2020” van 7 november 2019 en de tarieventabel behorende bij de verordening lijkbezorgingsrechten 2020 worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2021"

     

Aldus besloten in zijn vergadering van 12 november 2020.

De raad voornoemd,

De griffier,

drs. F.E.H.M. Backerra

 

de voorzitter,

drs. W. van Hees

 

 

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2021

*

 

Behorende bij het raadsbesluit van 12 november 2020.

*

Naar boven