Gemeenteblad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Gemeenteblad 2020, 349999 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Gemeenteblad 2020, 349999 | Verordeningen |
Nadere Regel tot wijziging van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Groningen 2020
Het college van burgemeester en wethouders van Groningen;
Gezien het voorstel van 15 december 2020;
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en gelet op de artikelen 2, 6, 7, vierde en vijfde lid, 8, tweede, derde en vierde lid, 9, tweede lid, 10, vierde lid, 12, 13, eerste en tweede lid, 14, derde lid, 15, eerste lid, 16, vierde lid, 17, tweede lid, 18, tweede lid, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Groningen 2015.
Artikel I Wijziging Nadere regels
De Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Groningen 2020 worden gewijzigd als volgt:
Het kopje van artikel 4 - Gesprek, wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Artikel 4 – Onderzoek en gesprek
Artikel 6 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Artikel 8 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
In de beschikking wordt de informatie- en medewerkingsplicht opgenomen om op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan de cliënt redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening, dan wel op de aard, de hoogte of de duur daarvan.
In Artikel 10 – Maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp worden de leden 1, 2 en 3 gewijzigd en komen te luiden als volgt:
Een cliënt komt in aanmerking voor de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp 1 wanneer de cliënt verminderd of niet zelfredzaam is en geen mogelijkheden heeft om op eigen kracht of met behulp van huisgenoten (gebruikelijke hulp), mantelzorg, het sociaal netwerk of algemene voorzieningen in staat is om een schoon en leefbaar huis te realiseren. De cliënt kan in aanvulling daarop nog wel zelf de regie voeren over het huishouden.
Een cliënt komt in aanmerking voor de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp 2 wanneer de cliënt verminderd of niet zelfredzaam is en geen mogelijkheden heeft om op eigen kracht of met behulp van huisgenoten (gebruikelijke hulp), mantelzorg, het sociaal netwerk of algemene voorzieningen in staat is om een schoon en leefbaar huis te realiseren. De cliënt kan in aanvulling daarop niet meer zelf de regie voeren over het huishouden.
Een cliënt komt in aanmerking voor de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp 2 wanneer de cliënt niet meer in staat is op eigen kracht of om met behulp van huisgenoten (gebruikelijke hulp), het sociaal netwerk, mantelzorg of algemene voorzieningen te zorgen voor de kinderen. Bij dit zorgen voor de kinderen gaat het om het wassen, douchen, aankleden, verschonen van luiers en het voeden van het kind. Hier gaat het nadrukkelijk niet om oppassen. Het college ondersteunt alleen als de ouders door acuut ontstane problemen een oplossing nodig hebben voor kinderen tot en met de leeftijd van 5 jaar. De ondersteuning is altijd tijdelijk en voor maximaal 3 maanden, in afwachting van een definitieve oplossing. Van ouders wordt verwacht dat zij zich tot het uiterste zullen inspannen om zo snel mogelijk een oplossing te vinden.
Artikel 12 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Artikel 12 – Maatwerkvoorziening individuele begeleiding
Een cliënt komt in aanmerking voor individuele begeleiding wanneer:
In Artikel 20 – Collectief vervoer wordt lid 2 onder h gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Lid 2 h: de inwoner voordelig reist op werkdagen tijdens daluren (11:00 – 14:00). Tijdens deze daluren betaalt de inwoner € 1 per rit, ongeacht de daadwerkelijk gereden afstand.
In artikel 23 lid 31 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Uitbetaling van een pgb voor een (vervoer)hulpmiddel of een woningaanpassing vindt plaats door het college, op basis van leveranciersfacturen of, in het geval de cliënt het bedrag heeft voorgeschoten, op basis van betalingsbewijzen.
Artikel 25 onder b komt als volgt te luiden:
minimuminkomen: bruto jaarinkomen dat niet hoger is dan 120 procent van het wettelijk minimumloon inclusief vakantietoeslag (x 70% bij alleenstaande (ouder). Bedragen worden verhoogd met 11,82% en 6,21% rekening houdend met pensioenleeftijd. In tabel 7 Inkomensgrenzen MKR van de bijlage zijn de inkomensgrenzen opgenomen. Jaarlijks vindt indexatie plaats conform index Wml.
Het bedrag genoemd in artikel 33 wordt verhoogd naar € 360,-.
Artikel 38 – Systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Tabel 1 in de bijlage wordt vervangen als volgt:
Tabel 1 – Tarieven Pgb Huishoudelijke hulp, begeleiding en dagbesteding
Vervoer naar dagactiviteit per dagdeel (tot aan een maximum van 5 dagdelen per week); Maximaal €26,90 per week |
||||
Tabel 3 in de bijlage wordt vervangen als volgt:
Tabel 3 – Kosten voorziening bij een Persoonsgebonden budget voor diensten
Tabel 6 in de bijlage wordt vervangen als volgt:
Tabel 6 Tarieven Beschermd Wonen ZIN en Pgb
Voor Vervoer & Activering bedraagt het inkooptarief € 7,83 zonder rolstoel en met rolstoel € 20,35 en is het pgb-tarief € 5,58 voor formele ondersteuning en € 2,70 bij informele ondersteuning.
Artikel II Wijziging toelichting Nadere regels
De Toelichting bij de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Groningen 2015 wordt gewijzigd als volgt:
In de toelichting bij artikel 17 dient in de 7e volzin ‘(156 uur p/j)’ te worden vervangen door ‘(156 etmalen p/j)’
In de zesde alinea bij de toelichting van artikel 18 dient de term ‘beschikking’ te worden vervangen door ‘gespreksverslag’.
De toelichting bij artikel 20 komt in de tweede alinea als volgt te luiden:
Lid 3: Er zijn verschillende subindicaties mogelijk bij het collectief vervoer. Is er sprake van een situatie uit de onderstaande lijst? Dan is hiervoor dus altijd een indicatie nodig. Van deur-tot-deur begeleiding is onderdeel van de standaard werkwijze en wordt niet geïndiceerd. Dit betekent dat de chauffeur de inwoner altijd begeleidt van en naar de voordeur of de centrale hal van een wooncomplex.
De volgende subindicaties zijn mogelijk bij het collectief vervoer:
Kamer-tot-Kamer: een inwoner is niet in staat zonder hulp van de chauffeur bij de voordeur van de woning, de eigen voordeur in het appartementen complex of de eigen kamer in de instelling te komen. Hierbij gaat het om intensieve begeleiding die verder gaat dan van Deur-tot-Deur begeleiding. Deur-tot deur begeleiding valt standaard onder het collectief vervoer.
De toelichting bij artikel 21 komt in eerste alinea als volgt te luiden:
Artikel 21 – Door spierkracht voortbewogen vervoermiddel
Een groot deel van de door spierkracht voortbewogen vervoersmiddelen zijn algemeen gebruikelijk en bruikbaar voor personen met een beperking. Zo zijn onder andere de tandemmet, de spartamet, de snorfiets, de fiets met trapondersteuning en de fiets met lage instap algemeen gebruikelijk. De in dit artikel genoemde voorzieningen kunnen naast andere vervoersvoorzieningen zoals het collectief vervoer verstrekt worden, wanneer de cliënt zijn vervoersbehoefte merendeels met een door spierkracht voortbewogen vervoermiddel kan invullen.
De toelichting bij artikel 23 – Persoonsgebonden budget (pgb) komt de vierde alinea als volgt te luiden:
Het zevende lid worden voorbeelden van eenmalige pgb’s gegeven. Voorheen werd dit geschaard onder de tegemoetkoming aannemelijke meerkosten. Voor de verhuiskostenvergoeding geldt in de jurisprudentie dat een bedrag zoals het college dat toekent toereikend gevonden wordt om te verhuizen. Het genoemde bedrag is een maximumbedrag. In de praktijk wordt uitgegaan van uitbetaling naar werkelijke kosten op basis van facturen/bonnetjes.
De toelichting bij artikel 23 – Persoonsgebonden budget (pgb) komt de zeventiende alinea als volgt te luiden:
Lid 31: uitbetaling vindt plaats aan de leverancier op basis van een factuur. Wanneer de cliënt het bedrag heeft voorgeschoten en hiervan een betalingsbewijs kan overleggen, kan uitbetaling plaatsvinden aan cliënt zelf.
In de toelichting bij artikel 25 – Begripsomschrijving komt de tweede alinea als volgt te luiden:
Onderdeel b: Er geldt een bruto-inkomensgrens van maximaal 120 procent van het Wettelijk minimumloon (wml) inclusief vakantietoeslag (bij alleenstaande/alleenstaande ouder geldt de bijstandsfactor 70%). Indien het verzamelinkomen over het peiljaar zoals dat bekend is bij de belastingdienst hoger is dan de inkomensgrens, bestaat er geen recht op de tegemoetkoming. Voor pensioengerechtigden gelden er hogere inkomensgrenzen, die zijn afgeleid van de bijstandsnormeringen uit de artikelen 21 en 22 van de Participatiewet. Jaarlijks volgen deze bedragen de Wml-index zoals vermeld op rijksoverheid.nl
In de eerste zin van de toelichting bij artikel 38 dient ‘47’ te worden vervangen door ‘37’
De toelichting bij Artikel 39 – Verslaglegging wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
Het college om een verantwoording middels een verslag te vragen. De kwaliteit van de ondersteuning is gebaat bij transparantie van de aanbieders. In het artikel zijn evenals in artikel 39 een aantal concrete aanknopingspunten te vinden die het college denkt te gebruiken voor het monitoren van de kwaliteit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-349999.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.