Gemeenteblad van Tilburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Gemeenteblad 2020, 349644 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Gemeenteblad 2020, 349644 | Verordeningen |
Verordening bedrijveninvesteringszone Kernwinkelgebied Tilburg 2021-2025
De raad van de gemeente Tilburg;
- gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;
- gelet op de artikelen 1, eerste en derde lid, 2, eerste lid, 3, eerste lid, en 7, eerste en vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
- gelet op de tussen de gemeente Tilburg en de Stichting BIZ vastgoedeigenaren Kernwinkelgebied Tilburg gesloten Uitvoeringsovereenkomst 2021-2025;
de "Verordening bedrijveninvesteringszone Kernwinkelgebied Tilburg 2021-2025 vast te stellen.
Verordening bedrijveninvesteringszone Kernwinkelgebied Tilburg 2021-2025
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening is van toepassing op het gebied van de binnenstad dat de volgende straten of delen daarvan omvat:
zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart.
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 3 Belastbaar feit en aard van de belasting
De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel 4 Voorwerp van de belasting
Voorwerp van de belasting is de onroerende zaak bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2021.
2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, lid 1, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;
b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;
c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 1, derde lid onderdeel b, van die wet bedoelde voorwaarden met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;
e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, worden beheerd;
f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, één en ander met inbegrip van kunstwerken;
g. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;
h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;
i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;
j. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
k. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
l. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
m. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;
n. belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;
o. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.
Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt 0,15% van de heffingsmaatstaf, met een minimum per object van € 150,- en een maximum per object van € 550,- per jaar en wordt afgerond op hele euro's.
De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 12 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt tussen de 24e en het einde van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later (eveneens tussen de 24e en het einde van de maand).
Artikel 11 Looptijd van de belastingheffing
De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.
Bij de invordering van de BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Nadere regels door college
Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Artikel 14 Buiten toepassing algemene subsidieverordening
Op de subsidie bedoeld in artikel 16 is de Algemene Subsidieverordening Tilburg niet van toepassing.
Artikel 15 Aanwijzing Stichting
De Stichting BIZ Vastgoedeigenaren Kernwinkelgebied Tilburg wordt aangewezen als de stichting bedoeld in artikel 7 van de wet.
Artikel 17 Subsidieverplichtingen
Naast de in artikel 4:37 van de Algemene Wet Bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de stichting ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de stichting gesloten uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 18 Subsidievaststelling
Artikel 19 Melding van relevante wijzigingen
De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:
- meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie;
- een wijziging van de statuten;
- verandering of beëindiging van activiteiten.
Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 november 2020
Kaart BI-zone Kernwinkelgebied Tilburg (nog in te voegen)
Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening Bedrijveninvesteringszone Kernwinkelgebied Tilburg 2021-2025"
Op grond van de Wet Bedrijveninvesteringszone is een gebied aangewezen waar gedurende een termijn van 5 jaar een BIZ-bijdrage wordt geheven.
De BIZ bijdrage wordt jaarlijks geheven via een aanslag. Eigenaren van onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen en zijn gelegen in het aangewezen gebied zijn belastingplichtig.
Voor het gebied Kernwinkelgebied Tilburg is de Stichting BIZ Vastgoedeigenaren Kernwinkelgebied Tilburg opgericht die de activiteiten uitvoert en de BIZ bijdragen door middel van een jaarlijkse subsidie ter beschikking krijgt. Zij gebruiken de middelen ter financiering van de afgesproken activiteiten.
De tarieven voor de gehele looptijd zijn in overleg met Stichting BIZ Vastgoedeigenaren Kernwinkelgebied Tilburg vastgesteld en bepaald op 0,15% van de heffingsmaatstaf, met een minimum per object van € 150,- en een maximum per object van € 550,- per jaar en wordt afgerond op euro's.
De opbrengst van de BIZ-bijdragen wordt na aftrek van de perceptiekosten overgemaakt aan de Stichting BIZ Vastgoedeigenaren Kernwinkelgebied Tilburg.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-349644.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.