Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Rijswijk houdende regels omtrent de heffing en invordering van liggeld (Verordening Liggeld 2021)

De gemeenteraad;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.13 oktober 2020, no.

 

gelet op artikel 229, eerste lid, onder a, van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIGGELD 2021

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: schip dat uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd wordt of bestemd is voor bewoning;

  • b.

    ligplaats: plaats in het water, bestemd of aangewezen om door een woonschip bij verblijf te worden ingenomen.

  • c.

    dag: een tijdvak van 24 uur, aanvangende te 00.00 uur.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'liggeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats voor een woonschip, daaronder begrepen de diensten die met de ligplaats verband houden, bij een verblijf langer dan twee weken op de krachtens de geldende Algemene plaatselijke verordening voor Rijswijk aangewezen plaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Het liggeld wordt geheven van de hoofdbewoner van het woonschip.

  • 2.

    Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

Het liggeld bedraagt per woonschip € 1,02 voor elke dag, waarmee het verblijf binnen de gemeente de tijd van veertien, al dan niet achtereenvolgende, dagen binnen het zelfde kalenderjaar te boven gaat.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing en betaling

  • 1.

    Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende nota.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de gedagtekende nota worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de nota.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijn.

  • 4.

    De belastingschuldige, die nalaat het verschuldigde recht te voldoen, is gehouden om op eerste aanzegging van het college van burgemeester en wethouders de ligplaats met medeneming van het woonschip te verlaten.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

Het liggeld is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 8 Teruggaaf

Teruggaaf van het recht vindt plaats indien de ligplaats wordt verlaten voordat de periode waarover het recht is voldaan, is verstreken.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ”Verordening Liggeld 2020”, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Liggeld 2021”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Rijswijk in zijn openbare vergadering van 3 november 2020

De gemeenteraad,

de griffier,

J.A. Massaar, bpa

de voorzitter,

mr. drs. G.A.A. Verkerk

Naar boven