|
|
|
|
Hoofdstuk 1
|
Begripsomschrijvingen
|
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
|
Onder bouwkosten/aanlegkosten wordt verstaan de kosten die ontstaan door en worden gemaakt voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning of conceptaanvraag/principeaanvraag is aangevraagd dan wel verleend tot en met de oplevering van dat (bouw)werk, exclusief BTW, en worden berekend aan de hand van de door de raad vastgestelde bouwkostenindicator. Deze bouwkostenindicator is als bijlage aan deze tarieventabel toegevoegd.
|
|
|
2.1.1.3
|
sloopkosten:
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
2.1.1.4
|
Wabo:
|
|
|
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.1.5
|
Heffingsgrondslag
|
|
|
|
Voor de berekening van het legesbedrag wordt uitgegaan van de bouwkosten. Met betrekking tot de omgevingsvergunningenaanvragen of conceptaanvragen met de activiteit bouwen vormen de ambtshalve vastgestelde bouwkosten de grondslag voor de legesberekening. Deze worden bepaald door de opgegeven bouwkosten te toetsen aan de eenheidsprijzen voor bouwwerken die door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld.
|
|
|
2.1.1.6
|
Legesplicht en moment van legesheffing
|
|
|
|
De aanvrager c.q. hij/zij die een dienst vraagt aan de gemeente is legesplichtig vanaf het moment waarop de (aan-) vraag is ingenomen. De leges worden geheven op of vanaf het moment dat aan het verzoek is voldaan of op de aanvraag is besloten of anderszins de behandeling is beëindigd. Alle legesbedragen worden bij heffing naar boven afgerond op een veelvoud van € 1,00.
|
|
|
2.1.1.7
|
Welstandsadvies
|
|
|
|
Een advies dat is uitgebracht door een ingevolge de Woningwet / Wabo / bouwverordening ingestelde welstandscommissie/commissie ruimtelijke kwaliteit.
|
|
|
2.1.1.8
|
informatieverzoek
|
|
|
|
Het geven van informatie op een klantvraag die betrekking heeft op een activiteit die onder de Wabo valt. De informatie betreft uitleg over de regels van wetgeving en vastgesteld beleid. Indien de klant een uitspraak wil over de haalbaarheid van een klantvraag, moet een conceptaanvraag worden ingediend
|
|
|
2.1.1.9
|
Conceptaanvraag
|
|
|
|
Een conceptaanvraag is een aan de indiening van een omgevingsvergunning voorafgaand ingediend ontwerpaanvraag ter beoordeling van de haalbaarheid daarvan.
|
|
|
2.1.1.10
|
Principeaanvraag
|
|
|
Een principeaanvraag is een beoordeling van de haalbaarheid van een verzoek voor een wijziging of herziening van het bestemmingsplan conform artikel 3.1 en 3.6 lid 1a en 1b Wro, voorafgaand aan de indiening van een formeel verzoek hiertoe.
|
|
|
|
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
|
|
2.1.4
|
LKM: Limburgs Kwaliteitsmenu, betreft provinciaal beleid van de provincie Limburg (provinciaal omgevingsplan Limburg). Dit Limburgs kwaliteitsmenu is doorvertaald in de gemeentelijke structuurvisie en de nota kwaliteit.
|
|
|
|
|
|
|
2.1.5
|
Kwaliteitscommissie: De kwaliteitscommissie van de gemeente Leudal benoemd door het college van burgemeester en wethouders op basis van de gemeentewet en de het reglement kwaliteitscommissie Leudal.
|
|
|
|
|
|
|
2.1.6
|
Agrarisch ontwikkelingsplan: plan waarop de volgende LKM module van toepassing is: agrarische nieuwvestiging en uitbreiding en/ of de module uitbreiding glastuinbouw. Tevens geldt dit voor een ontwikkeling waarbij invulling moet worden gegeven aan een verbetering van de omgevingskwaliteit als bedoeld in artikel 55.4 van het reparatie- en veegplan buitengebied Leudal 2016
|
|
|
|
|
|
|
2.1.7
|
LKM plan: plan waarop de volgende LKM module van toepassing is: nieuwe landgoederen, gebiedseigen en niet-gebiedseigen toerisme en recreatie, uitbreiding bedrijventerreinen, uitbreiding solitaire bedrijven, nieuwe (solitaire) woningbouw en projectmatige woningbouw in uitleggebieden en overige (maatschappelijke) functies.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2
|
Beoordeling conceptaanvraag
|
Euro
|
|
2.2.0.0
|
Het basistarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag waar ook een activiteit bouwen deel van uit maakt, teneinde een indicatie te krijgen of een voorgenomen project in het kader van de Wabo en/of Wro haalbaar is, bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij de voorgenomen bouwkosten lager zijn dan € 2.500,-
|
100,00
|
115,20
|
2.2.0.1
|
Het basistarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag waar ook een activiteit bouwen deel van uit maakt, teneinde een indicatie te krijgen of een voorgenomen project in het kader van de Wabo en/of Wro haalbaar is, bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij de voorgenomen bouwkosten hoger zijn dan € 2.500,- en lager zijn dan € 10.000,-
|
240,00
|
276,50
|
2.2.0.2
|
Het basistarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag waar ook een activiteit bouwen deel van uit maakt, teneinde een indicatie te krijgen of een voorgenomen project in het kader van de Wabo en/of Wro haalbaar is, bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij de voorgenomen bouwkosten hoger zijn dan € 10.000,-
|
400,00
|
460,90
|
2.2.0.3
|
Het basistarief voor de beoordeling van een conceptaanvraag die enkel betrekking heeft op de activiteit kap en/of inrit/uitrit en/of sloop bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
120,00
|
138,20
|
2.2.0.4
|
Het basistarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag zonder een activiteit bouwen, teneinde een indicatie te krijgen of een voorgenomen project in het kader van de Wabo en/of Wro haalbaar is, bedraagt:
|
240,00
|
276,50
|
2.2.1
|
Indien bij het beoordelen van de conceptaanvraag de activiteit bouwen van toepassing is, wordt bij voorgenomen bouwkosten van € 10.000,- of meer het in artikel 2.2.0.2 genoemde basistarief vermeerderd met 0.3 % van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 10.000,- te boven gaan.
|
|
|
|
|
|
|
2.2.2
|
Indien uit de toetsing van een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag blijkt dat de aanvraag vergunningsvrij is, bedraagt het tarief in plaats van de bedragen genoemd in de artikelen 2.2.0.1, 2.2.0.2. en 2.2.1, conform artikel 2.10.3:
|
72,00
|
82,90
|
|
|
|
|
2.2.3
|
Indien uit toetsing van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag blijkt dat het een Agrarisch ontwikkelingsplan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.2.0.1, 2.2.0.2 en 2.2.1 genoemde basistarief vermeerderd met:
|
300,00
|
345,65
|
|
|
|
|
2.2.3.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.3 bedraagt het tarief, indien een conceptaanvraag en/of principeaanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een Agrarisch ontwikkelingsplan, per extra behandeling:
|
150,00
|
172,80
|
|
|
|
|
2.2.4
|
Indien uit toetsing van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag blijkt dat het een LKM+ plan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.2.0.1, 2.2.0.2 en 2.2.1 genoemde basistarief vermeerderd met:
|
750,00
|
864,25
|
2.2.4.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.4. bedraagt het tarief, indien een conceptaanvraag en/of principeaanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een LKM+ plan, per extra behandeling:
|
375,00
|
432,10
|
|
|
|
|
2.2.5
|
Indien uit toetsing van een conceptaanvraag en/of principeaanvraag blijkt dat medewerking enkel mogelijk is middels het wijzigen van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, het wijzigen van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 lid 1a en b van de Wet ruimtelijke ordening of het afwijken van het bestemmingsplan middels artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo, wordt het in artikel 2.2.0.1 e, 2.2.0.2 en 2.2.04 genoemde basistarief vermeerderd met:
|
350,00
|
403,30
|
|
|
|
|
2.2.6
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.0.1 en 2.2.0.2 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de commissie ruimtelijke kwaliteit, per extra behandeling:
|
85,00
|
97,90
|
2.2.6.1
|
Indien ten behoeve van een aanvraag, anders dan bij een bouwactiviteit, een advies van de commissie ruimtelijke kwaliteit benodigd is, wordt het in artikel
2.2.0.4 en 2.2.1 genoemde basistarieven per behandeling vermeerderd met:
|
85,00
|
97,90
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3
|
Omgevingsvergunning
|
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel.
|
|
|
|
In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief voor:
|
|
|
2.3.1.1.0
|
bouwkosten minder dan of gelijk aan € 2.500,-
|
160,00
|
184,30
|
2.3.1.1.1
|
bouwkosten vanaf € 2.500,- tot en met € 10.000,-
|
310,00
|
357,20
|
2.3.1.1.2
|
bouwkosten vanaf € 10.000,- tot € 50.000,- bedragen € 518,55 vermeerderd met 2.10% van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 10.000,- te boven gaan
|
|
|
|
2.3.1.1.3
|
bouwkosten € 50.000,- tot 150.000,- bedragen € 1.358,55 vermeerderd met 2.3% van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 50.000,- te boven gaan
|
|
|
|
2.3.1.1.4
|
bouwkosten € 150.000,- tot € 500.000,- bedragen € 3.658,53 vermeerderd met 2.0% van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 150.000,- te boven gaan
|
|
|
|
2.3.1.1.5
|
bouwkosten € 500.000 tot € 2.250.000,- bedragen € 10.658,51,- vermeerderd met 1.55 % van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 500.000,- te boven gaan
|
|
|
|
2.3.1.1.6
|
bouwkosten € 2.250.000,- en hoger bedragen € 37.783,44,- vermeerderd met 1.30% van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 2.250.000,- te boven gaat
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1.2
|
Extra welstandstoets
|
|
|
2.3.1.2.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de commissie ruimtelijke kwaliteit (welstandscommissie), per extra behandeling:
|
85,00
|
97,90
|
2.3.1.2.2
|
Indien ten behoeve van een aanvraag, anders dan bij een bouwactiviteit, een advies van de commissie ruimtelijke kwaliteit benodigd is, wordt het in artikel 2.3.1.1 genoemd basistarief per behandeling vermeerderd met:
|
85,00
|
97,90
|
|
|
|
|
2.3.1.3
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
Behoudens de gevallen waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt afgeweken (buitenplanse afwijking (projectbesluit) en behoudens gevallen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen/wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, c.q. 3,6 lid 1 a en b van de Wet ruimtelijke ordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.2.1, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
vervallen
|
|
2.3.1.3.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport conform NEN 5725
|
vervallen
|
|
2.3.1.3.1 a
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport conform NEN 5740
|
vervallen
|
|
2.3.1.3.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
2.3.1.4
|
Besluit hogere grenswaarde
|
|
|
2.3.1.4.1
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een besluit hogere grenswaarde op basis van de Wet geluidhinder bedraagt
|
725,00
|
835,45
|
|
|
|
|
2.3.1.5
|
Waterhuishouding (watertoets)
|
|
|
2.3.1.5.1
|
Behoudens de gevallen waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt afgeweken (buitenplanse afwijking (projectbesluit)) en behoudens gevallen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen/wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, c.q. 3,6 lid 1 a en b van de Wet ruimtelijke ordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.2.1, voor het in behandeling nemen van een onderzoek in het kader van de waterhuishouding (watertoets) zoals is vastgelegd in het Besluit Ruimtelijke Ordening
|
180,00
|
207,35
|
2.3.1.5.2
|
eventueel te verhogen met de kosten van externe adviseurs, welke door de gemeente zijn geraadpleegd, op basis van de begroting, welke vooraf aan de belastingplichtige wordt medegedeeld, echter met een minimum van
|
330,00
|
380,20
|
|
De aanvrager krijgt de gelegenheid om binnen 5 dagen na de verzenddatum schriftelijk aan te geven of hij met het begrootte bedrag akkoord gaat
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1.6
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit vallend onder de Wabo, verhoogd met 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van
|
5.000,00
|
5.000,00
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
430,00
|
495,50
|
|
|
|
|
2.3.2.2
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo,bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking):
|
520,00
|
599,20
|
2.3.3.2
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking):
|
545,00
|
628,00
|
2.3.3.3
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking (projectbesluit)):
|
3.595,00
|
4,142,90
|
2.3.3.4
|
Vervallen
|
|
|
2.3.3.5
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken:
|
520,00
|
599,20
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde of vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening, onderscheidenlijk provinciale verklaring gegeven regels is afgeweken:
|
520,00
|
599,20
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde of vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk ministeriële verklaring gegeven regels is afgeweken:
|
520,00
|
599,20
|
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit
|
|
|
|
vervallen
|
|
|
2.3.4.1
|
vervallen
|
|
|
2.3.4.2
|
vervallen
|
|
|
2.3.4.3
|
vervallen
|
|
|
2.3.4.4
|
vervallen
|
|
|
2.3.4.5
|
vervallen
|
|
|
2.3.4.6
|
vervallen
|
|
|
2.3.4.7
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.5.1
|
Gebouwen met een woonfunctie
|
|
|
|
Woningen niet-zelfstandige en niet-zelfredzame bewoners
|
480,00
|
553,10
|
|
Tehuizen,klooster/abdijen,woongebouwen met inpandige gangen
|
1.020,00
|
1.175,40
|
|
Gevangenissen, bejaardenoorden
|
1.680,00
|
1.936,00
|
2.3.5.2
|
Gebouwen met een logiesfunctie
|
|
|
|
10-50 personen
|
840,00
|
967,95
|
|
>50 personen
|
1.100,00
|
1.267,60
|
|
Kampeerterrein/jachthaven
|
|
|
|
50-250 personen
|
480,00
|
553,10
|
|
>250 personen
|
1.100,00
|
1.267,60
|
2.3.5.3
|
Gebouwen met een onderwijsfunctie
|
|
|
|
50-250 personen
|
480,00
|
553,10
|
|
250-500 personen
|
1.100,00
|
1.267,70
|
|
>500 personen
|
1.680,00
|
1.936,00
|
|
Kinderdagverblijf / peuterspeelzaal
|
480,00
|
553,10
|
2.3.5.4
|
Gezondheidszorggebouwen
|
1.980,00
|
2.281,75
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd rijksmonument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, voor het slopen, verstoren, verplaatsen, in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, bedraagt het tarief:
|
500,00
|
576,15
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een provinciaal of gemeentelijk monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
360,00
|
414,80
|
|
|
|
|
2.3.6.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit voor het wijzigen van een rijks- of gemeentelijk monument waarbij sprake is van werkzaamheden in het kader van de instandhouding van het monument op basis van een meerjaren-onderhoudsrapport, ten behoeve van een rijks-, provinciale of gemeentelijke instandhoudingssubsidie, bedraagt het tarief, in tegenstelling tot hetgeen gesteld onder 2.3.6.1 en 2.3.6.2:
|
75,00
|
86,35
|
|
|
|
|
2.3.6.4
|
Indien de aanvraag enkel betrekking heeft op een bouwactiviteiten als bedoelt in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo juncto artikel 2 en 3 van bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht, worden, in afwijking van hetgeen gesteld in artikel 2.3.6.1, 2.3.6.2 en 2.3.6.3, geen leges in rekening gebracht.
|
|
|
2.3.6.5
|
Indien de aanvraag (gedeeltelijk) betrekking heeft op een bouwactiviteiten als bedoelt in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo juncto artikel 2 en 3 van bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht, worden, in afwijking van hetgeen gesteld in artikel 2.3.1, voor het gedeelte van de bouwactiviteit die betrekking heeft op artikel 2 en 3 van bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht, geen leges in rekening gebracht.
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten
|
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2,2 eerste lid, aanhef en ander a, van de Wabo, of in gevallen waarvoor op grond van artikel 8,1,1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2,2, eerste lid, aanhef en ander a van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
200,00
|
230,45
|
|
|
|
|
2.3.7.2
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
vervallen
|
|
|
|
|
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
430,00
|
495,50
|
|
|
|
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
180,00
|
207,35
|
|
|
|
|
2.3.10
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming
|
|
|
|
|
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op het verstrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo voor het realiseren van een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.2aa, onder a, Besluit omgevingsrecht waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg een verklaring van geen bedenkingen dient te geven of te weigeren ingevolge artikel 2.27, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:
het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen in paragraaf 2.4 van de vigerende Tarieventabel behorende bij de vigerende Legesverordening van de Provincie Limburg inzake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo voor het realiseren van een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.2aa, onder a, Besluit omgevingsrecht. Dit tarief bedraagt:
|
|
|
|
a. Landbouw en overige
|
2.598,85
|
2.871,55
|
|
b. Industrie
|
12.909,50
|
14.264,50
|
|
c. Infrastructuur
|
19.356,40
|
21.388,00
|
|
Voor zover deze tarieven door Provinciale Staten van de Provincie Limburg zijn gewijzigd zijn de vigerende tarieven van kracht.
|
|
|
|
|
|
|
|
Restitutiebepaling:
|
|
|
|
Restitutie bij weigeren omgevingsvergunning
Indien een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo voor het realiseren van een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.2aa, onder a, Besluit omgevingsrecht door de Gemeente wordt geweigerd, als gevolg van het weigeren van een verklaring van geen bedenkingen met betrekking tot dit onderdeel door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 75% van de geheven leges als bedoeld in artikel 2.3.10.1.
|
|
|
|
|
|
|
|
Restitutie bij intrekking aanvraag
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo voor het realiseren van een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.2aa, onder a, Besluit omgevingsrecht door de aanvrager wordt ingetrokken alvorens daarop door de Gemeente is beschikt, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager als volgt plaats:
- 1.
indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes
- 2.
maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 50% van de geheven leges als bedoeld in artikel 2.3.10.1.
- 3.
indien het verzoek tot intrekking is gedaan zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie plaats door de Gemeente aan de aanvrager van 25% van de geheven leges als bedoeld in artikel 2.3.10.1.
|
|
|
|
|
|
|
|
Leges worden niet geheven voor:
Het in behandeling nemen van een aanvragen tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo voor het realiseren van een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.2aa, onder a, Besluit omgevingsrecht die betrekking hebben op evenementen en het beheer van een Natura 2000-gebied.
|
|
|
2.3.11
|
vervallen
|
|
|
2.3.12
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
Behoudens de gevallen waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt afgeweken (buitenplanse afwijking (projectbesluit)) en behoudens gevallen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen/wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, c.q. 3,6 lid 1 a en b van de Wet ruimtelijke ordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.2.1, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.12.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
180,00
|
288,60
|
2.3.12.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
180,00
|
288,60
|
2.3.12.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;
|
|
|
2.3.12.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken
|
|
|
|
|
|
|
2.3.14
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
2.3.14.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.14.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft, vermeerderd met 10%;
|
|
|
2.3.14.3
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, vermeerderd met 10%;
|
|
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Advies
|
|
|
2.3.15.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.15.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.15.3
|
In afwijking van hetgeen aangegeven in 2.3.15.1 bedraagt het tarief van de commissie ruimtelijke kwaliteit per behandeling / advies:
|
85,00
|
85,00
|
|
|
|
|
2.3.16
|
Kwaliteitscommissie
|
|
|
2.3.16.1
|
Indien uit toetsing van een aanvraag blijkt dat het een Agrarisch ontwikkelingsplan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.2 genoemde basistarief vermeerderd met:
|
300,00
|
345,65
|
2.3.16.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.16.1 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een Agrarisch ontwikkelingsplan, per extra behandeling:
|
150,00
|
172,80
|
2.3.16.3
|
Indien uit toetsing van een aanvraag blijkt dat het een LKM+ plan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.2 genoemde basistarief vermeerderd met:
|
750,00
|
864,25
|
2.3.16.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.16.3 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een LKM+ plan, per extra behandeling:
|
375,00
|
432,10
|
|
|
|
|
2.3.17
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.17.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
550,00
|
633,80
|
2.3.17.1.1
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.17.1.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.18
|
Adviescommissie MER
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1, 2.3.3 en hoofdstuk 8 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de commissie voor de milieueffect rapportage (m.e.r.) nodig is en wordt afgegeven: 100% van de externe advieskosten
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4
|
Vermindering
|
|
|
|
|
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
2.4.2
|
Indien de wijziging of herziening van een bestemmingsplan is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een principeaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de principeaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor het wijzigen of herzien van een bestemmingsplan als bedoeld in hoofdstuk 8.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5
|
Teruggaaf
|
|
|
|
|
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.5 en 2.3.6 binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan intrekt, doch voor het verlenen van de vergunning, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen, verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 en leges die reeds conform hfst 2 in rekening zijn gebracht. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 150,00 komt, altijd € 150,00 in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hfst. 2, binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan intrekt, doch voor het afgeven van het eindadvies, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 100,- komt, altijd € 100,- in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag
|
|
|
Als een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hfst. 2, conform artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen en verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 100,- komt, altijd € 100,- in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.
|
|
|
2.5.4
|
Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een aanvraag om omgevingsvergunning
|
|
|
|
Als een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.5 en 2.3.6, conform artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met additionele adviezen, verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 en leges die reeds conform hfst 2 in rekening zijn gebracht. De teruggaaf bedraagt 75%, met dien verstande dat indien blijkt dat door deze teruggaaf het legesbedrag onder de € 150,- komt, altijd € 150,- in rekening wordt gebracht c.q. verschuldigd is.
|
|
|
2.5.5
|
Teruggaaf als gevolg van het intrekken van een omgevingsvergunning
|
|
|
2.5.5.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning intrekt, anders dan bedoeld onder 2.5.5.2, bestaat géén aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
|
2.5.5.2
|
Als de vergunninghouder de gemeente verzoekt een verleende omgevingsvergunning in te trekken, bestaat géén aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, behoudens indien de vergunning het realiseren van één of meerdere woningen betreft. In dit geval bedraagt de teruggaaf 15%, met een maximum per verleende vergunning van:
|
1.000,00
|
1.000,00
|
2.5.6
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning of een negatief eindadvies
|
|
|
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert of negatief beslist omtrent een conceptaanvraag, bestaat géén aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
|
2.5.7
|
Verklaring vergunningsvrij activiteit
|
|
|
Indien uit een ingediende conceptaanvraag om omgevingsvergunning of een aanvraag omgevingsvergunning blijkt dat de gehele aanvraag vergunningsvrij is, bedraagt het tarief voor een schriftelijke verklaring dat de aanvraag om omgevingsvergunning of beoordelen van een conceptaanvraag, vergunningsvrij is, in plaats van de bedragen zoals genoemd in de hoofdstukken 2 en 3:
|
72,00
|
82,90
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6
|
Intrekking omgevingsvergunning
|
Euro
|
|
|
|
|
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
gratis
|
|
|
Indien de vergunning niet op aanvraag wordt ingetrokken (ambtshalve door het bevoegde gezag), worden géén leges in rekening gebracht.
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7
|
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
Euro
|
|
|
|
|
|
2.7.1
|
Het in behandeling nemen van een wijzigingsaanvraag op een eerder afgegeven omgevingsvergunning is alleen mogelijk als de werkzaamheden waarop de primaire vergunning betrekking hebben nog niet gereed zijn. Het tarief voor het in behandeling nemen van een wijzigingsaanvraag wordt berekend op basis van het verschil in kosten tussen de primaire aanvraag en wijzigingsaanvraag, en bedraagt altijd het minimumbedrag voor het desbetreffende product genoemd in deze verordening. Additionele legeskosten die van toepassing zijn dienen altijd voor 100% op te worden betaald.
|
|
|
2.7.2.1
|
Het tarief voor de overdracht van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.25 lid 2 Wabo bedraagt:
|
gratis
|
|
2.7.2.2
|
Het tarief voor de overdracht van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning bedoeld als in artikel 2.25 lid 3 Wabo bedraagt:
|
72,00
|
82,90
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8
|
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
Euro
|
|
|
|
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
3.595,00
|
4.142,90
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen dan wel uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 lid 1a en b van de Wet ruimtelijke ordening
|
3.595,00
|
4.142,90
|
2.8.3
|
Voorbereidingsbesluit
|
|
|
|
het tarief voor een project waarvoor een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening moet worden genomen, bedraagt.
|
495,00
|
570,40
|
2.8.4
|
Ruimtelijke onderbouwing
|
|
|
|
Indien voor de aanvraag een goede ruimtelijke onderbouwing dient te worden vervaardigd en aanvrager hier niet zelf in voorziet, worden de kosten van deze activiteit, zoals deze voorafgaand aan het opstarten van de benodigde procedure aan de aanvrager zijn medegedeeld en blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, in rekening gebracht. De aanvrager krijgt de gelegenheid om binnen 5 werkdagen na de verzenddatum schriftelijk aan te geven of hij met het begrote bedrag akkoord gaat dan wel dat hij op een andere wijze voorziet in het leveren van een goede ruimtelijke onderbouwing.
|
|
|
2.8.5
|
Herziening/ wijzigen bestemmingsplan op aanvraag
|
|
|
|
Indien voor de aanvraag een herziening of wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 eerste lid en artikel 3.6 lid 1a en b van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden vervaardigd en aanvrager hier niet zelf in voorziet, worden de kosten van deze activiteit, zoals deze voorafgaand aan het opstarten van de benodigde procedure aan de aanvrager zijn medegedeeld en blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, in rekening gebracht. De aanvrager krijgt de gelegenheid om binnen 5 werkdagen na de verzenddatum schriftelijk aan te geven of hij met het begrote bedrag akkoord gaat dan wel dat hij op een andere wijze voorziet in het leveren van de benodigde bescheiden.
|
|
|
2.8.6
|
Publicatie Staatscourant
|
|
|
|
vervallen
|
|
|
2.8.7
|
Kwaliteitscommissie
|
|
|
2.8.7.1
|
Indien uit toetsing van een aanvraag blijkt dat het een Agrarisch ontwikkelingsplan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.8.1 en 2.8.2 genoemde basistarief vermeerderd met:
|
300,00
|
345,65
|
2.8.7.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.8.7.1 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een Agrarisch ontwikkelingsplan, per extra behandeling:
|
150,00
|
172,80
|
2.8.7.3
|
Indien uit toetsing van een aanvraag blijkt dat het een LKM+ plan betreft en een advies vereist is van de kwaliteitscommissie, wordt het in artikel 2.8.1 en 2.8.2 genoemde basistarief vermeerderd met:
|
750,00
|
864,25
|
2.8.7.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.8.7.3 bedraagt het tarief, indien een aanvraag meer dan twee keer moet worden voorgelegd aan de kwaliteitscommissie ten behoeve van een LKM+ plan, per extra behandeling:
|
375,00
|
432,10
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9
|
Sloopmelding en gebruiksmelding
|
|
|
|
|
|
|
2.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding en/of een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening en paragraaf 2.12 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken.
|
gratis
|
gratis
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10
|
In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
|
|
|
|
|
2.10.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
180,00
|
207,35
|
|
commerciële dienstverlening
|
|
|
2.10.2
|
Het bedrag voor het beantwoorden van vragen over bestemmingsplannen, bodemgesteldheid e.d. ten behoeve van commerciële activiteiten bedraagt:
|
72,00
|
82,90
|
|
Verklaring vergunningsvrij activiteit
|
|
|
2.10.3
|
Het bedrag voor een schriftelijke verklaring dat de aanvraag om omgevingsvergunning of beoordelen van een conceptaanvraag, vergunningsvrij is, bedraagt:
|
72,00
|
82,90
|