Gemeenteblad van Westerveld
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westerveld | Gemeenteblad 2020, 349022 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westerveld | Gemeenteblad 2020, 349022 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van markt- en standplaatsgelden 2021-Gemeente Westerveld.
De raad van de gemeente Westerveld;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020;
gelet op het bepaalde in de artikelen 216, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van markt- en standplaatsgelden 2021
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. Het marktgeld van artikel 2, lid 1 bedraagt:
a. voor een dagplaats (of gedeelte daarvan): € 15,00
b. voor een vaste marktplaats per jaar: € 560,00
2. Het standplaatsgeld voor het gebruik van een standplaats als bedoeld in artikel 2, lid 2 bedraagt:
a. voor een standplaats voor één dag in de week, per jaar: € 360,00
b. voor een standplaats voor één dag in de week voor een periode korter dan een jaar, maar langer of gelijk aan een maand, per maand: € 35,00
c. voor een standplaats korter dan een maand, per dag: € 12,00
3. Het standplaatsgeld voor het gebruik van een standplaats als bedoeld in artikel 2, lid 3 bedraagt:
a. voor een standplaats voor één dag in de week, per jaar: € 560,00
b. voor een standplaats voor één dag in de week voor een periode korter dan een jaar, maar langer of gelijk aan een maand, per maand: € 50,00
c. voor een standplaats korter dan een maand, per dag: € 15,00
4. Het standplaatsgeld voor het gebruik van een standplaats als bedoeld in artikel 2, lid 4 bedraagt:
a. voor een standplaats voor één dag in de week, per jaar: € 155,00
b. voor een standplaats voor één dag in de week voor een periode korter dan een jaar, maar langer of gelijk aan een maand, per maand: € 10,00
c. voor een standplaats korter dan een maand, per dag: € 6,00
5. Het recht voor het gebruik van een (seizoen)standplaats voor de verkoop van ijs bedraagt per maand: € 75,00
6. Voor een standplaats op meer dan één dag in de week worden de in lid 2, 3 en 4 genoemde standplaatsgelden vermenigvuldigd met het aantal dagen waarvoor per week een standplaats is toegewezen.
Artikel 8 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor het in dit artikel, eerste lid, sub a bedoelde marktgeld ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor het in dit artikel, eerste lid, sub a bedoelde standplaatsgeld ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Tijdstip van betaling
Het markt- en standplaatsgeld moet, met inachtneming van onderstaande leden, worden voldaan in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die van de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving. De volgende termijnen vervallen elke drie maanden na het vervallen van de vorige termijn.
Indien na het ontstaan van de belastingplicht voor het markt- of standplaatsgeld zeven, acht of negen kalendermaanden resteren tot het einde van het belastingjaar, moet het verschuldigde bedrag worden voldaan in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die van de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving. De volgende termijnen vervallen elk drie maanden na de vorige termijn.
Indien na het ontstaan van de belastingplicht voor het markt- of standplaatsgeld vijf of zes kalendermaanden resteren tot het einde van het belastingjaar moet het verschuldigde bedrag worden voldaan in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die van de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving. De tweede termijn vervalt drie maanden na de eerste termijn.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de markt- en standplaatsgelden.
Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeerartikel
De ‘Verordening markt- en standplaatsgelden 2018’ vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-349022.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.