Verordening tot tweede wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Altena 2019

De raad van de gemeente Altena,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2020, nummer 2020-025964 ,

 

gelet op

  • -

    Artikel 2.1.4b van de Wmo 2015

  • -

    De besluitvorming in deze raad over de ombuigingen in programma Samenredzaam Altena op 7 juli 2020

  • -

    Het advies van de Brede adviesraad sociaal domein van de gemeente Altena

besluit:

  • 1.

    Vast te stellen de Verordening tot tweede wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Altena 2019

Artikel 1  

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Altena 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 3.3 lid 3 sub C II komt te luiden: ‘uitgevoerd door een persoon die niet voldoet aan de criteria zoals genoemd onder I een niet daartoe opgeleid persoon: 60% van het toepasselijke tarief dat hiervoor wordt gehanteerd door een door de gemeente gecontacteerde aanbieder.’

  • B.

    Aan artikel 4.1 lid 2 wordt toegevoegd: ‘Onder verwijzing naar artikel 2.1.4b, lid 4 van de Wet wordt dit bedrag jaarlijks aangepast’.

  • C.

    Artikel 7.1 komt te luiden: ‘Het college stelt nadere regels over wijze waarop zorg wordt gedragen voor de jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van inwoners in de gemeente.’

Artikel 2 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze Verordening tot tweede wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Altena 2019 treedt in werking op 1 januari 2021.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Altena van 15 december 2020

de voorzitter,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM

de raadsgriffier,

drs. S.J. Peet

Toelichting op de Verordening tot tweede wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Altena 2019.

 

Artikel 1:

  • A.

    In artikel 3.3, derde lid, sub c onder 1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Altena 2019 is bepaald dat indien de ingekochte Begeleiding wordt geleverd door een erkende zorgaanbieder of daartoe opgeleid persoon zelfstandig werkend (blijkend uit een adequaat intern kwaliteitsplan, een geldig branche specifiek kwaliteitscertificaat of een contract met een zorgkantoor of een andere gemeente voor het leveren van de dienst), wordt het tarief in natura gehanteerd. In dit tarief is rekening gehouden met de werkgeverslasten die gebruikelijk zijn voor een dergelijke aanbieder.

     

    In het derde lid, sub c onder 2 is bepaald dat een voor een persoon die niet voldoet aan de criteria onder 1 een tarief wordt gehanteerd van 60% van het tarief in natura. Dit percentages is gebaseerd op het oude AWBZ tarief voor informele ondersteuning.

 

  • B.

    In artikel 4.1 lid 2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Altena 2019 is bepaald dat de hoogte van de eigen bijdrage gelijk is aan de bepalingen in de wet. Indexering van de eigen bijdrage op grond van een ministeriële regeling wordt automatisch gevolgd.

 

  • C.

    Deze bepaling betreft een uitwerking van de verordeningsplicht in artikel 2.1.6 van de wet. Hierin is opgenomen dat bij verordening wordt bepaald op welke wijze het college zorg draagt voor een jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van cliënten in de gemeente. Artikel 2.1.6 stelt dat het moet gaan om mantelzorgers van cliënten woonachtig in de gemeente Altena. Artikel 1.1.1 van de wet definieert een cliënt als een persoon die gebruik maakt van een algemene voorziening, maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget, of door of namens wie een melding is gedaan. Het gaat dus ook om mantelzorgers van cliënten die een ondersteuningsvraag hebben aangemeld, ook al is daar geen voorziening op basis van deze wet uitgekomen. Voorts is de woonplaats van de cliënt bepalend, zodat het dus ook mantelzorgers kan betreffen die in andere gemeenten wonen. Kort en goed komt het erop neer dat – met inachtneming van het bovenstaande – mantelzorgers van cliënten in de gemeente via een melding bij het college in aanmerking kunnen worden gebracht voor de jaarlijkse blijk van waardering (eerste lid). Onder andere ten aanzien van de meldingsprocedure stelt het college nadere regels.

Naar boven