Verordening tot derde wijziging van de “Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp West Betuwe

De raad van de gemeente West Betuwe;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouder van 3 november 2020,

 

Gelet op

Artikel 149 van de Gemeentewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet

2015;

 

besluit:

 

vast te stellen de Verordening tot derde wijziging van de “Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp West Betuwe”.

Artikel I Wijziging verordening

De Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp West Betuwe wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 1, eerste lid, onder b.1 komt te luiden als volgt:

 

algemeen gebruikelijk: een voorziening die:

  • a.

    niet specifiek bedoeld is voor personen met een beperking; en

  • b.

    daadwerkelijke beschikbaar is; en

  • c.

    een passende bijdrage levert aan het realiseren van zelfredzaamheid of participatie; en

  • d.

    financieel kan worden gedragen met een inkomen op bijstandsniveau

     

Artikel 2, tweede lid komt te luiden als volgt:

De volgende vormen van maatwerkvoorzieningen zijn o.a. beschikbaar:

 

  • a.

    Wat betreft maatschappelijke ondersteuning:

    • Ondersteuning;

    • Voorzieningen;

  • b.

    Wat betreft jeugdhulp:

    • Opvoedkundig;

    • Begeleiding;

    • Behandeling;

    • Crisiszorg;

    • Jeugdbescherming.

Artikel 2, vierde lid komt te luiden als volgt:

In gevallen van een maatwerkvoorziening waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college

 

Artikel 5 komt te luiden als volgt:

 

Artikel 5. Onderzoek

  • 1.

    Het college verzamelt alle voor het onderzoek naar de ondersteuningsvraag van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de cliënt en zijn situatie en maakt zo spoedig mogelijk met hem een afspraak voor een gesprek.

  • 2.

    Voor of tijdens het gesprek verschaft de cliënt aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover de cliënt op dat moment redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

  • 3.

    De cliënt toont in ieder geval een identificatiebewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

  • 4.

    Als de cliënt genoegzaam bekend is bij de gemeente, kan het college in overeenstemming met de cliënt afzien van een onderzoek als bedoeld in het eerste en tweede lid.

  • 5.

    Het college brengt de cliënt op de hoogte van de mogelijkheid om een persoonlijk plan op te stellen en stelt hem gedurende zeven dagen na de melding in de gelegenheid het plan te overhandigen.

Artikel 8, derde lid komt te luiden als volgt:

Het college kan als aanvraag aanmerken:

  • a.

    een door de cliënt of belanghebbende ingevuld en ondertekend aanvraagformulier; of

  • b.

    een door cliënt of belanghebbende ondertekend ondersteuningsplan waarop de cliënt heeft aangegeven een aanvraag voor een maatwerkvoorziening in te dienen; of

in het geval van een jeugdige voor een aanvraag van jeugdhulp, ook ieder andere schriftelijke aanvraag.

 

Artikel 11, tweede lid onder b.6 komt te luiden als volgt:

De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikelen 5 en 6 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Voor

de beoordeling of al dan niet aanspraak bestaat op een

maatwerkvoorziening voor beschermd wonen en opvang, gelden de

criteria zoals opgenomen in de verordening van de gemeente

Nijmegen en de hierop gebaseerde nadere regels en/of

beleidsregels van de gemeente Nijmegen. Deze bepalingen zijn van toepassing op de uitvoering van beschermd wonen en maatschappelijke opvang in de gemeente West Betuwe.

 

Artikel 15, derde lid onder g.3 wordt toegevoegd en komt te luiden als volgt:

 

De hoogte van het pgb voor personen uit het sociaal netwerk is bij een dienstverband minimaal gelijk aan het minimum uurloon, inclusief vakantiebijslag, zoals bedoeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag voor een persoon van 22 jaar of ouder met een 36-urige werkweek.

 

Artikel 16, tweede lid komt te luiden als volgt:

 

In West Betuwe wordt het mantelzorgcompliment vastgesteld op één jaarlijkse bijdrage van of ter waarde van 100 euro per persoon.

 

Artikel 17, tweede lid komt te luiden als volgt:

 

Voorwaarden voor deze verstrekking zijn:

  • a.

    Aanvrager is 18 jaar of ouder; en

  • b.

    Aanvrager is inwoner van de gemeente West Betuwe; en

  • c.

    Aanvrager heeft de Nederlandse nationaliteit of verblijft rechtmatig in Nederland; en

  • d.

    er moet bij de aanvrager sprake zijn van chronische ziekte of beperking; en

  • e.

    de aanvrager heeft een inkomen lager dan 120% van de op 1 januari van desbetreffend jaar van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals opgenomen in de Participatiewet; en

  • f.

    de aanvrager heeft een vermogen dat niet hoger is dan het voor hem van toepassing zijnde heffingsvrije vermogen, zoals opgenomen in de Wet inkomstenbelasting 2001. De waarde van de eigen woning wordt bij deze vermogensvaststelling buiten beschouwing gelaten; en

de aanvraag wordt gedurende het lopende kalenderjaar gedaan waarbij de uiterste datum van indiening 31 december is.

 

Artikel 17, derde lid komt te luiden als volgt:

 

Kinderen jonger dan 18 jaar kunnen onder de volgende voorwaarden ook in aanmerking komen voor een tegemoetkoming:

  • a.

    het kind is inwoner van de gemeente West Betuwe; en

  • b.

    er is een voorziening in het kader van de Wmo 2015 verstrekt; of

  • c.

    het kind heeft langdurige thuiszorg nodig als gevolg van een handicap of ziekte.

Artikel 17, zesde lid onder c komt te luiden als volgt:

 

Aanvrager levert een bon van de apotheek of een factuur van de zorgverzekeraar in;

 

Artikel 19 komt te luiden als volgt:

 

19 Regels voor een financiële tegemoetkoming

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming als maatwerkvoorziening moet een adequate bijdrage leveren aan de zelfredzaamheid en participatie van cliënt zoals vermeld in artikel 2.3.5 derde lid Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    De financiële tegemoetkoming is een forfaitair bedrag en hoeft niet volledig kostendekkend te zijn.

  • 3.

    De financiële tegemoetkoming is van toepassing op verhuiskosten, (rolstoel)taxivervoer, een sportrolstoelvoorziening en overige sportvoorzieningen.

  • 4.

    De financiële tegemoetkoming bevat geen vrij besteedbaar deel.

  • 5.

    Het abonnementstarief is niet van toepassing op de financiële tegemoetkoming.

Artikel 20 komt te luiden als volgt:

 

20 Hoogte financiële tegemoetkoming

  • 1.

    De hoogte van de door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor verhuiskosten bedraagt:

    • a.

      voor een alleenstaande : maximaal 2.850 euro;

    • b.

      voor een echtpaar : maximaal 3.450 euro;

    • c.

      voor een meeverhuizend gezinslid maximaal 600 euro tot een maximum van 5.250 euro per gezin.

  • 2.

    De hoogte van de door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor taxivervoer bedraagt maximaal 5.900 euro per jaar en voor vervoer per rolstoeltaxi maximaal 7.800 euro per jaar.

  • 3.

    In afwijking van het gestelde in het tweede lid geldt voor kinderen tot 16 jaar onderstaande financiële tegemoetkoming voor vervoer:

    • a.

      0 tot 4 jaar : geen vergoeding

    • b.

      4 tot 12 jaar : per jaar 25% van het normbudget

    • c.

      12 tot 16 jaar : per jaar 50% van het normbudget

  • 4.

    De tegemoetkoming in de kosten voor eigen auto of auto van derden bedraagt 528,32 euro per jaar en de tegemoetkoming voor eigen rolstoelauto of rolstoelauto van derden bedraagt 790,21 euro per jaar;

  • 5.

    De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel of een vergelijkbare sportvoorziening bedraagt maximaal 2.900 euro voor de periode van 3 jaar. In dit budget is tevens het onderhoud en eventuele verzekering inbegrepen.

  • 6.

    Genoemde bedragen kunnen ieder opvolgend kalenderjaar door het college worden gewijzigd aan de hand van ontwikkeling van de consumentenprijsindex.

Artikelen 19 t/m 30 worden vernummerd en komen te luiden als Artikelen 21 t/m 32

 

Artikel 28 (nieuw Artikel 30) derde lid wordt verwijderd.

 

Artikel 29 (nieuw Artikel 31) zesde lid komt te luiden als volgt:

 

Aanvragen die zijn ingediend voor wijziging van de verordening, en waarop nog niet is beslist bij het ingaan van desbetreffende wijziging, worden afgehandeld krachtens de verordening zoals deze was voor de wijziging.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking op 1 januari 2021.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van 17 december 2020, nummer 144A,

de griffier,

Hans van der Graaff

de voorzitter,

Servaas Stoop

Naar boven