Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam in verband met het verlengen van de looptijd, wijzigingen met het oog op een optimaal subsidieproces en enkele technische wijzigingen (Wijzigingsverordening subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam (verlenging looptijd))

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2020,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

 

besluit:

Artikel I  

De Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:

 

  • a.

    In artikel 1.1, aanhef en onder s, wordt ‘onder dd’ vervangen door ‘onder y’.

 

  • b.

    In artikel 2.6 wordt onder vernummering van de onderdelen b en c tot c en d een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • b.

      een kopie van een bankpas of bankafschrift waaruit blijkt dat het opgegeven rekeningnummer op naam van de aanvrager staat.

  • c.

    Na artikel 2.6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

    Artikel 2.6a – Aanvraagtermijn subsidie

    • 1.

      In afwijking van artikel 6 van de ASA 2013 dient een subsidieaanvraag voor een subsidie op grond van dit hoofdstuk uiterlijk vóór 1 juni 2021 ingediend te zijn bij het college.

    • 2.

      Volledige subsidieaanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • d.

    In artikel 2.7 vervalt:

    • b.

      de sloop niet is uitgevoerd door een erkend sloopbedrijf,

  • onder vernummering van de onderdelen c tot en met h tot b tot en met g.

  • e.

    Na artikel 2.7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

    Artikel 2.7a – Aanvullende verplichtingen:

    Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013 is aan de subsidie de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger het voertuig laat slopen bij een erkend sloopbedrijf zoals bedoeld in artikel 1.1 aanhef en onder n.

     

  • f.

    In artikel 3.4 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van het tweede lid door een puntkomma een derde lid toegevoegd, luidende:

    • 3.

      De hoogte van de subsidie wordt berekend op basis van de kostprijs van het vervangende voertuig of schone alternatief, waarbij een eigen bijdrage voor de subsidieontvanger geldt van:

      • a.

        € 750,00 voor een vervangend voertuig;

      • b.

        € 250,00 voor een schoon alternatief.

  • g.

    Artikel 3.6, aanhef en onder c, komt te luiden:

    • c.

      voor zover sprake is van subsidie voor aanschaf van een vervangend voertuig een aankoopbewijs van een leverancier als bedoeld in artikel 1.1, onder q, waaruit blijkt dat de aanvrager ten minste de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 3.4, derde lid heeft aanbetaald;

  • h.

    Artikel 3.6, aanhef en onder d, komt te luiden:

    voor zover sprake is van een subsidie voor aanschaf van een schoon alternatief, betreffende:

    • i.

      een e-bike of een fiets, een aankoopbewijs van een leverancier als bedoeld in artikel 1.1, onder q, waaruit blijkt dat de aanvrager ten minste de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 3.4, derde lid heeft aanbetaald;

    • ii.

      een ov- of deelauto-abonnement, een offerte van de betreffende aanbieder.

  • i.

    Na artikel 3.6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

    Artikel 3.6a – Aanvraagtermijn subsidie

    • 1.

      In afwijking van artikel 6 van de ASA 2013 dient een subsidieaanvraag voor een subsidie op grond van dit hoofdstuk uiterlijk vóór 1 augustus 2021 ingediend te zijn bij het college.

    • 2.

      Volledige subsidieaanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • j.

    In artikel 3.7, aanhef en onder f, wordt ‘artikel 1, onder t’ vervangen door ‘artikel 1.1, onder q’.

     

  • k.

    In artikel 3.8, aanhef en onder a, wordt ‘artikel 1, onder t’ vervangen door ‘artikel 1.1, onder q’.

     

  • l.

    In artikel 3.8, aanhef en onder b, wordt ‘onder dd’ vervangend door ‘onder y’.

     

  • m.

    Artikel 4.1, tweede lid, komt te luiden:

    • 2.

      Deze subsidieverordening vervalt op 1 januari 2022.

  • n.

    In de toelichting bij artikel 3.4 vervalt ‘De uiteindelijke hoogte van de subsidie voor het vervangend vervoer is het verschil tussen het bedrag van de aanbetaling en de totale kosten van het vervangend voertuig of schone alternatief’.

     

  • o.

    De toelichting bij art. 3.6 komt te luiden:

    Bij de subsidieaanvraag dient onder meer een aankoopbewijs (bij een vervangend voertuig en schoon alternatief zijnde een e-bike of fiets) van een leverancier als bedoeld in artikel 1.1, onder q te worden verstrekt.

     

    De eigen bijdrage die voor een vervangend voertuig en schoon alternatief zijnde een e-bike of fiets moet worden betaald, is een vast bedrag van respectievelijk € 750,- en € 250,-. Op deze manier wordt bij iedere aanvrager die recht heeft op subsidie hetzelfde bedrag in mindering gebracht op de totale aanschafprijs van het vervangende voertuig of schone alternatief.

Artikel II  

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel III  

Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam (verlenging looptijd).

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2020,

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting  

Algemeen deel

 

Deze wijzigingsverordening wijzigt de Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam, zodat de looptijd van de verordening wordt verlengd. Met het bepalen van de uiterste aanvraagtermijnen voor hoofdstuk 2 op 1 juni 2021 en voor hoofdstuk 3 op 1 augustus 2021 en het verlengen van de looptijd van de verordening tot en met 31 december 2021, krijgen aanvragers – met het oog op de coronacrisis en de coulanceperiode met betrekking tot de milieuzone Amsterdam 2020 – langer de tijd om hun voertuig te slopen of de overstap naar vervangend of alternatief schoon vervoer te maken. Met het oog op een optimaal verlopend subsidieverleningsproces worden daarnaast enkele technische wijzigingen doorgevoerd en kennelijke verschrijvingen gecorrigeerd.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I, aanhef en onder b:

Bij de subsidieaanvraag dient onder meer een kopie van een bankpas of bankafschrift te worden overgelegd waaruit blijkt dat het opgegeven rekeningnummer op naam van de aanvrager staat. Hiermee wordt zeker gesteld dat uitbetaling op het rekeningnummer van de aanvrager plaatsvindt.

 

Artikel I, aanhef en onder f:

De precieze hoogte van de berekening van het subsidiebedrag op basis van hoofdstuk 3 is in deze bepaling verduidelijkt.

 

Naar boven