Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent roerende ruimtenbelastingen 2007 in verband met aanpassing tarieven (Wijzigingsverordening op de Verordening op de roerende ruimtenbelastingen 2007)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2020,

Gelet op artikelen 216 en 220 van de Gemeentewet,

 

besluit:

 

De Verordening op de roerende ruimtenbelasting 2007 als volgt te wijzigen:

Artikel I  

Artikel 4, vierde, komt te luiden:

  • 4.

    ‘De waardepeildatum is 1 januari 2020’.

Artikel II  

Artikel 5 komt te luiden:

  • 1.

    Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt:

    • a.

      Bij de gebruikersbelasting voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen: 0,1293

    • b.

      Bij de eigenarenbelasting:

      • 1°.

        voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen: 0,0428

      • 2°.

        voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen: 0,1796

  • 2.

    Geen belasting wordt geheven indien de heffingsmaatstaf van de onroerende zaak beneden € 11.344 blijft.

Artikel III  

Artikel 10, derde lid komt te luiden:

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2021.

Artikel IV  

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel V  

Deze verordening wordt aangehaald als: Wijzigingsverordening op de Verordening op de roerende ruimtenbelastingen 2007.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2020.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Naar boven