9e wijziging van de Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Venlo 2015

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van 10 november 2020, registratienummer 1685545;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van;

overwegende dat;

besluit(en) vast te stellen: de 9e wijziging van de Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Venlo 2015.

I. Wijziging van de artikelen.

 

Artikel 9 Regels voor bijdrage in de kosten van voorzieningen

  • 1.

    Artikel 9, lid 4 als volgt te wijzigen: Voor cliënten met GGZ-problematiek, uitgezonderd de cliënten Beschermd Wonen die in een instelling verblijven, geldt geen eigen bijdrage, indien het heffen van de eigen bijdrage naar het oordeel van het college kan leiden tot mishandeling, ernstige verwaarlozing of schade voor de opvoeding en ontwikkeling van een minderjarige en tot het weigeren van de noodzakelijke begeleiding en ondersteuning.

  • 2.

    Artikel 9, lid 2 sub f. komt te vervallen: Voor cliënten in de opvang van de vrouwenopvang bedraagt de eigen bijdrage met ingang van 1 juli 2017 € 227,50 per maand, waarbij de cliënten zelf verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse voeding.

  • 3.

    De artikelen 9, lid 2 sub g t/m i om te zetten naar f. t/m h.

  • 4.

    Artikel 9, lid 2 sub d als volgt te wijzigen: Wordt de eigen bijdrage voor maatschappelijke opvang en slachtoffers huiselijk geweld bepaald op het verschil tussen de bijstandsnorm die voor de client geldt en de norm persoonlijke uitgaven zoals bepaald in artikel 23 van de Participatiewet.

Artikel 11 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

  • 5.

    Artikel 11, lid 1 als volgt te wijzigen: Artikel 11, lid 1 Als het college een beslissing heeft ingetrokken:

    • a.

      op grond van artikel 2.3.10, lid 1 onder a, Wmo 2015, en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt of van degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte ontvangen maatwerkvoorziening of het ten onrechte ontvangen pgb.

    • b.

      op grond van artikel 8.1.4, lid 1 onder a, Jeugdwet en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt of diens ouders geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van het ten onrechte ontvangen pgb.

II Wijziging van de toelichting op de artikelen.

De toelichting op artikelen als volgt te wijzigen:.

Artikel 9 lid 4

Het vierde lid is in overeenstemming met het beleidskader, in januari 2014 door de raad van Venlo vastgesteld, opgenomen in de verordening. Met uitzondering van de cliënten Beschermd Wonen die in een instelling verblijven, kunnen cliënten met GGZ problematiek worden vrijgesteld van het betalen van een eigen bijdrage. Het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, artikel 3.11 bepaald dwingend dat deze cliënten een eigen bijdrage moeten betalen.

Artikel 11 lid 1 de derde alinea te vervangen door:

In het eerste lid wordt verwezen naar wettelijke bepalingen over het terugvorderen van maatwerkvoorzieningen en pgb’s, en onder bijzondere omstandigheden de geldwaarde daarvan. Om de Wmo 2015 en de Jeugdwet ten aanzien van het vorderen van kosten te onderscheiden betreft Artikel 11, lid 1 sub b de Jeugdwet (artikel 8.1.4 ) die geldt voor pgb’s en artikel 11, lid 1 sub a de Wmo 2015 (artikel 2.4.1 tot en met 2.4.4) die geldt voor maatwerkvoorzieningen en pgb’s. Dit zijn regels voor het verhaal van kosten en is de bevoegdheid aan het college gegeven tot het (in geldswaarde) terugvorderen van een ten onrechte verstrekte maatwerkvoorziening of pgb. De geldwaarde mag alleen worden teruggevorderd indien er sprake is van opzettelijke verstrekking van onjuiste of onvolledige gegevens door betrokkene.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van ...

De griffier, De voorzitter

Geert van Soest, Antoin Schol

Naar boven