Gemeenteblad van Boxtel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Boxtel | Gemeenteblad 2020, 347807 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Boxtel | Gemeenteblad 2020, 347807 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2021
De raad van de gemeente Boxtel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2020;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2021
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Met betrekking tot de belasting die per belastingjaar wordt geheven, loopt het belastingjaar van 5 januari tot en met 31 december.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt, voor zover de wijze van afvalinzameling door de verhuizing niet wijzigt (of onderdeel 1.1.1.1/1.1.2.1 of onderdeel 1.1.1.2/1.1.2.2 van de tarieventabel blijft van toepassing).
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de op grond van hoofdstuk 1, 2 en 3 van de tarieventabel geheven belasting worden betaald:
in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 5.000,00, in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor zover de aanslagen worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 5.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor zover de aanslagen niet worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 5.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en tarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de rechten die per belastingjaar worden geheven, loopt het belastingjaar van 5 januari tot en met 31 december.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 16 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de op grond van hoofdstuk 5 van de tarieventabel geheven rechten worden betaald:
in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 5.000,00, in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor zover de aanslagen worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 5.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor zover de aanslagen niet worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 5.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
De ‘Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020’ van 10 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 8 december 2020.
De gemeenteraad van Boxtel,
de griffier,
mw. I.H.M. Smits
de voorzitter,
R.S. van Meygaarden
Tarieventabel 2021 afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Tarieventabel, behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2021.
Algemeen: De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Toelichting wijzigingen, behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2021.
Om de belastingtarieven van deze verordening in 2021 ook in Esch toe te kunnen passen, zijn een aantal acties nodig. Zo dient het belastingjaar (eenmalig) gewijzigd te worden. Normaliter is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Het belastingjaar gaat in 2021 lopen van 5 januari tot en met 31 december. Deze wijziging moet al vóór 1 januari 2021 worden doorgevoerd. Dit is verwerkt in artikel 6 en 13 van de verordening. Verder is in artikel 9 en 16 en de term ‘kalenderjaar’ vervangen door ‘belastingjaar’.
Het basistarief is bij ondergrondse containers gelijkgesteld aan het tarief dat voor percelen met een eigen container wordt berekend (1.1.1.1 en 1.1.2.1 tarieventabel).
Verder is een tarief opgenomen per inworp in een ondergrondse afvalcontainer (3.2 tarieventabel).
Er is een tariefbepaling toegevoegd voor de lediging van een 60 liter container (3.1.1 tarieventabel). Dergelijke containers worden uitsluitend in Esch gebruikt. Het is de bedoeling dat deze containers uiteindelijk niet meer gebruikt worden. Daarom worden er van dit type geen nieuwe containers verstrekt.
Van bepaalde afvalstromen is het tarief (aantal knippen) gewijzigd:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-347807.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.