Artikel I
De Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen 2012 wordt gewijzigd als volgt:
A
De titel van afdeling 15 wordt gewijzigd en luidt als volgt:
Afdeling 15 Gebruik van consumentenvuurwerk en carbidschieten
B
Artikel 2:71 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:71 Begripsbepaling
In deze afdeling wordt verstaan onder
- consumentenvuurwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit).
- carbidschieten: het in een (melk)bus, container, opslagvat of ander daarmee gelijk te stellen voorwerp op explosieve wijze verbranden van acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water of gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen.
C
Na artikel 2:71 wordt een nieuw artikel 2:71a toegevoegd, dat luidt als volgt:
Artikel 2:71a Gebruik van consumentenvuurwerk
Het is verboden consumentenvuurwerk te gebruiken op een door het college in het belang van de voorkoming van gevaar, schade of overlast aangewezen plaats.
Het is verboden consumentenvuurwerk op een openbare plaats te gebruiken als dat gevaar, schade of overlast kan veroorzaken.
De verboden bedoeld in het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1, van het Wetboek van Strafrecht.
D
Na artikel 2:71a wordt een nieuw artikel 2:71b toegevoegd, dat luidt als volgt:
Artikel 2:71b Carbidschieten
Carbidschieten is zowel binnen als buiten de bebouwde kom verboden.
Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.
Het college kan bij het verlenen van ontheffing van het verbod nadere voorwaarden stellen.
Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet wapens en munitie of het Wetboek van Strafrecht.
E
Na artikel 2:71b wordt een nieuw artikel 2:71c toegevoegd, dat luidt als volgt:
Artikel 2:71c Vervoeren of bij zich hebben van carbid of soortgelijke stoffen
Het is verboden op een openbare plaats carbid of soortgelijke stoffen [of voorwerpen] als bedoeld in artikel 2:71 te vervoeren of bij zich te hebben, waarvan gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder deze worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze zullen worden gebruikt in strijd met het bepaalde in artikel 2:71b.
Het verbod is niet van toepassing op degenen aan wie een ontheffing als bedoeld in artikel 2:71b lid 2 is verleend.
Het verbod is niet van toepassing op degenen aan wie carbid is afgeleverd gedurende de tijd die nodig is om thuis te komen, noch op degene die aannemelijk maakt dat hij het carbid nodig heeft in de uitoefening van beroep of bedrijf.
Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet wapens en munitie, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen of het Wetboek van Strafrecht.