Verordening 2021 tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (APV) Zaanstad 2013

De raad van de gemeente Zaanstad;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10-11-2020;

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

 

Besluit:

 

de Verordening 2021 tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (APV) Zaanstad 2013 vast te stellen:

 

 

ARTIKEL I Wijziging verordening

De Algemene plaatselijke verordening (APV) Zaanstad 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 1:1 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Ongewijzigd

  • b.

    Ongewijzigd

  • c.

    Ongewijzigd

  • d.

    Ongewijzigd

  • e.

    Ongewijzigd

  • f.

    Ongewijzigd

  • g.

    Ongewijzigd

  • h.

    Ongewijzigd

  • i.

    Ongewijzigd

  • j.

    Ongewijzigd

  • k.

    Ongewijzigd

  • l.

    Ongewijzigd

  • m.

    pleziervaartuig: een schip waarvan de lengte minder dan 20 meter bedraagt, waartoe als de lengte wordt aangemerkt de afstand van de voorkant van het voorste tot de achterkant van het achterste vaste deel van de romp, zonder de boegspriet, de papegaaistok en het trimvlak, zulks met uitzondering van, zulks met uitzondering van: (z)

    • 1.

      een schip dat een groot schip sleept, assisteert, duwt of langszijde vastgemaakt meevoert;

    • 2.

      een passagiersschip: een schip dat meer dan 12 passagiers mag vervoeren;

    • 3.

      een veerpont: een schip dat een veerdienst onderhoudt, waarbij de vaarweg wordt overgestoken, en dat door de bevoegde autoriteit als veerpont is aangemerkt;

    • 4.

      een vissersschip: een schip dat vist met netten, lijnen, sleepnetten of ander vistuig, die de manoeuvreerbaarheid beperken;

    • 5.

      een duwbak: een schip dat is gebouwd of in het bijzonder geschikt is om te worden geduwd.

  • n.

    binnenschip:

  • 1°. vaartuig dat is bestemd voor de vaart op de binnenwateren of op dienovereenkomstige buitenlandse wateren;

  • 2°. drijvend werktuig: drijvend bouwsel waarop zich werkinstallaties bevinden, zoals grind- of zandzuigers, baggermolens, hei-installaties, kranen en elevatoren.

  • o.

    schip: elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water;

  • p.

    zeeschip: schip dat blijkens zijn constructie uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor de vaart op zee;

  • q.

    bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

  • r.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

 

  • B.

    Artikel 2:1 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden

 

  • 1.

    Ongewijzigd

  • 2.

    Degene die op een openbare plaats:

    • a.

      aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan;

    • b.

      aanwezig is bij een gebeurtenis die aanleiding geeft tot toeloop van publiek waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan; of

    • c.

      zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing;

  • is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.

  • 3.

    Ongewijzigd

  • 4.

    Ongewijzigd

  • 5.

    Ongewijzigd

 

  • C.

    Artikel 2.1a komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 2: 1a Straatintimidatie (z)

 

Vervallen

 

 

  • D.

    Artikel 2:19b komt te luiden aldus:

 

Artikel 2:19b Gevaarlijke voorwerpen (z)

  • 1.

    Het is verboden op door de burgemeester aangewezen wegen en daaraan gelegen voor het publiek toegankelijke gebouwen en terreinen, messen, knuppels, slagwapens of andere voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt, bij zich te hebben.

  •  

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor wapens behorende bij de categorieën I, II, III, IV Wet wapens en munitie of voorzover door het bij zich dragen van de voorwerpen bedoeld in het eerste lid de openbare orde of veiligheid niet in gevaar komt of kan komen.

 

  • E.

    Artikel 2:24 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 2:24 Begripsbepaling (z)

 

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

    • a.

      bioscoop-, theater- of muziekvoorstellingen, voor zover deze worden gehouden in gebouwen die daarvoor zijn bestemd of overwegend worden gebruikt;

    • b.

      Ongewijzigd

    • c.

      Ongewijzigd

    • d.

      activiteiten in horecabedrijven die in de uitoefening van het bedrijf gebruikelijk zijn;

    • e.

      Ongewijzigd

    • f.

      Ongewijzigd

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

    • a.

      Ongewijzigd

    • b.

      Ongewijzigd

    • c.

      Ongewijzigd

    • d.

      Ongewijzigd

    • e.

      een snuffelmarkt;

    • f.

      een voor publiek toegankelijke (dans)feest op een passagiersschip als bedoeld bij of krachtens de Binnenvaartwet;

    • g.

      Ongewijzigd

  • 3.

    Ongewijzigd

 

  • F.

    Artikel 2:25 komt te luiden aldus:

 

Artikel 2:25 Evenement (z)

 

  • 1.

    Ongewijzigd

  • 2.

    Ongewijzigd

  • 3.

    Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien:

    • a.

      Ongewijzigd

    • b.

      Ongewijzigd

    • c.

      Ongewijzigd

    • d.

      Ongewijzigd

    • e.

      Ongewijzigd

    • f.

      Ongewijzigd

    • g.

      Ongewijzigd

    • h.

      Ongewijzigd

    • i.

      er geen vuurwerk wordt afgestoken.

  • 4.

    De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 5.

    Ongewijzigd

  • 6.

    Ongewijzigd

  • 7.

    Ongewijzigd

  • 8.

    Ongewijzigd

  • 9.

    Ongewijzigd

 

  • G.

    Artikel 2:27 komt te luiden aldus:

 

Artikel 2:27 Begripsbepalingen (z)

 

  • 1.

    Ongewijzigd

  • 2.

    Ongewijzigd

  • 3.

    Ongewijzigd

  • 4.

    Ongewijzigd

  • 5.

    Ongewijzigd

  • 6.

    Ongewijzigd

  • 7.

    Ongewijzigd

  • 8.

    Ongewijzigd

 

  • H.

    Artikel 2:28 komt te luiden aldus:

 

Artikel 2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf (z)

 

  • 1.

    Ongewijzigd

  • 2.

    Ongewijzigd

  • 3.

    Ongewijzigd

  • 4.

    Ongewijzigd

  • 5.

    Ongewijzigd

  • 6.

    Ongewijzigd

  • 7.

    Voor zover het horecabedrijf gelegen is in een vaartuig dat gebruikt wordt voor het vervoeren van personen is hiervoor, tijdens hun gebruik als zodanig, geen exploitatievergunning vereist.

  • 8.

    Voor zover het horecabedrijf een bed and breakfast betreft is hiervoor geen exploitatievergunning vereist indien:

    • a.

      tegelijkertijd aan niet meer dan vier personen in maximaal twee kamers Bed & Breakfast diensten worden aangeboden;

    • b.

      niet anderen dan de Bed & Breakfast gasten toegang hebben.

  • 9.

    De vergunning vervalt zodra de exploitant van de vergunning, de exploitatie van het horecabedrijf feitelijk heeft beëindigd. Van beëindiging is in ieder geval sprake, indien:

    • a.

      het horecabedrijf blijkens de registers van de Kamer van Koophandel niet meer voor rekening van de exploitant, op wiens naam de vergunning is gesteld, wordt geëxploiteerd;

    • b.

      op grond van andere informatie blijkt, dat het horecabedrijf niet meer voor rekening van de exploitant, op wiens naam de vergunning is gesteld, wordt geëxploiteerd.

  • 10.

    De vergunning vervalt eveneens:

    • a.

      indien sinds de vergunning onherroepelijk is geworden, zes maanden zijn verlopen, zonder dat handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;

    • b.

      gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;

    • c.

      de verlening van een vergunning, strekkende tot vervanging van eerstbedoelde vergunning, van kracht is geworden.

 

  • I.

    Artikel 2:28a komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 2:28a Vergunningsaanvraag (z)

 

  • 1.

    Ongewijzigd

  • 2.

    Bij de aanvraag om een exploitatievergunning moeten in ieder geval worden overgelegd:

    • a.

      Ongewijzigd

    • b.

      Ongewijzigd

    • c.

      Ongewijzigd

    • d.

      Ongewijzigd

    • e.

      indien de aanvraag een terras betreft, een locatietekening met afmetingen;

    • f.

      een uittreksel van de inschrijving van het horecabedrijf bij de Kamer van Koophandel waarop het adres van het horecabedrijf staat vermeld.

  • 3.

    Bij de aanvraag voor het bijschrijven van een leidinggevende op het aanhangsel behorende bij een exploitatievergunning moeten in ieder geval worden overlegd:

    • a.

      kopie geldig legitimatiebewijs;

    • b.

      ondertekende arbeidsovereenkomst van de exploitant met de leidinggevende.

  • 4.

    In afwachting van het besluit bedoeld in het derde lid, mag een nieuwe leidinggevende werkzaamheden uitoefenen vanaf het moment waarop de exploitant een ontvangstbevestiging heeft gekregen op zijn aanvraag als bedoeld in het derde lid, totdat op de aanvraag is besloten.

  • 5.

    In bijzondere gevallen kan de burgemeester van het voorgaande afwijken.

  • 6.

    Op de vergunningaanvraag is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

  • J.

    Artikel 2:29 komt te luiden aldus:

 

Artikel 2:29 Sluitingstijd (z)

 

  • 1.

    a. Ongewijzigd

    • b.

      Ongewijzigd

    • c.

      Ongewijzigd

    • d.

      Het is verboden een terras voor bezoekers geopend te hebben of daarop bezoekers toe te laten of te laten verblijven:

      * tussen 23.00 uur en 10.00 uur als het horecabedrijf niet is gevestigd in het horeca concentratiegebied van Zaandam;

      * tussen 02.00 uur en 10.00 uur als het horecabedrijf is gevestigd in het horecaconcentratiegebied van Zaandam.

  • 2.

    Ongewijzigd

  • 3.

    Ongewijzigd

 

  • K.

    Artikel 2:34a komt te luiden aldus:

 

Artikel 2:34a Schenktijden paracommerciële rechtspersonen (z)

 

  • 1.

    Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard kunnen uitsluitend alcohol houdende drank verstrekken op:

    • a.

      maandag tot en met vrijdag na 18.00 uur en tot 00.00 uur;

    • b.

      zaterdag, zondag en feestdagen na 12.00 uur en tot 22.00 uur.

  • 1.

    Ongewijzigd

  • 2.

    Paracommerciële rechtspersonen waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de doelstellingen zoals buurt- en dorpshuizen, kunnen uitsluitend alcoholische drank verstrekken:

    • a.

      op zondag tot en met donderdag na 12.00 uur en tot 00.00 uur;

    • b.

      op vrijdag en zaterdag na 12.00 uur en tot 00.00 uur.

  • 3.

    Ongewijzigd

 

Artikel 2:48a verkoop en gebruik van lachgas

 

  • 1.

    Onder lachgas wordt verstaan: (distikstofmonoxide, N2O), een anorganische verbinding van stikstof en zuurstof met als bruto formule N2O, waarvan de verkoop en het gebruik - al dan niet in combinatie met gaspatronen, ballonnen, (slagroom)spuiten of een tank - voor recreatieve doeleinden plaatsvindt.

  • 2.

    Het is verboden op openbare plaatsen en in voor publiek openstaande gebouwen lachgas te gebruiken als dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- en leefklimaat aantasten of anderszins overlast veroorzaken.

  • 3.

    Het is verboden op openbare plaatsen en in voor publiek openstaande gebouwen, die deel uitmaken van een door de burgemeester aangewezen gebied, lachgas te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of al dan niet tegen betaling aan te bieden.

     

Artikel 2:73a Carbidschieten

 

  • 1.

    Het is verboden acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water, of een gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen op explosieve wijze te verbranden.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet wapens en munitie of het Wetboek van Strafrecht.

 

  • L.

    Artikel 4:10 komt te luiden aldus:

 

Artikel 4:10 Begripsbepalingen

 

Vervallen (opgenomen in artikel 1.1 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

  • M.

    Artikel 4:11 komt te luiden aldus:

 

Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden

 

Vervallen (opgenomen in de artikelen 5.80, 5.83 en 5.84 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

  • N.

    Artikel 4:11a komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 4:11a Bestrijding iepziekte

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.85 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

  • O.

    Artikel 4:12 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 4:12 Herplant -/instandhoudingsplicht

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.81 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

  • P.

    Artikel 5:24 komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water (z)

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.61 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • Q.

    Artikel 5:25 komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:25 Het innemen van een ligplaats (z)

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.62 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • R.

    Artikel 5:25a komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:25a Pleisterplaatsen (z)

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.62 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • S.

    Artikel 5:26 komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats

 

Vervallen (opgenomen in artikel 4.13 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • T.

    Artikel 5:27 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats

Het is verboden met of voor een vaartuig ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen op een door het college aangewezen gedeelte van het openbaar water binnen de gemeente Zaanstad op de wijze zoals bepaald in de Verordening Fysieke Leefomgeving.

 

  • U.

    Artikel 5:28 komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:28 Beschadigingen van waterstaatswerken

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.63 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • V.

    Artikel 5:30a komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:30a Brug klimmen en springen in openbaar water (z)

  • 1.

    Het is verboden op bruggen en andere kunstwerken in de gemeente liggende en/of in beheer, eigendom of bedieningsverantwoordelijkheid van het college te klimmen of hiervan af te springen in openbaar water.

  • 2.

    Ongewijzigd

  • 3.

    Ongewijzigd

 

  • W.

    Artikel 5:32 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:32 Werkingssfeer (z)

 

Vervallen

 

 

  • X.

    Artikel 5:33 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:33 Het nakomen van aanwijzingen (z)

 

Vervallen

 

 

  • Y.

    Artikel 5:34 komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:34 Rondvaart- en verhuurbedrijf (z)

 

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college:

    • a.

      een bedrijf tot het per vaartuig vervoeren van passagiers te exploiteren, indien een punt van afvaart binnen de gemeente is gelegen;

    • b.

      in openbaar water een bedrijf tot het verhuren van vaartuigen te exploiteren.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien het vaartuig als bedoeld in lid 1 sub a een lengte heeft van meer dan 25 meter.

  • 3.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

  • Z.

    Artikel 5:35 komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:35 Veren (z)

  • 1.

    Het is zonder vergunning van het college verboden een al dan niet openbaar middel tot vervoer van personen te water, bestemd om de geregelde verbinding tussen bepaalde punten binnen de gemeente te onderhouden in werking te brengen of te houden.

  • 2.

    Ongewijzigd

 

  • AA.

    Artikel 5:37 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:37 Het gebruiken van vaartuigen als opslagplaats of bedrijfsruimte (z)

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.64 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • BB.

    Artikel 5:38 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:38 Het breken van ijs (z)

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.65 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • CC.

    Artikel 5:39 komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:39 Het economisch opleggen van vaartuigen (z)

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.66 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • DD.

    Artikel 5:40 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:40 Baggeren (z)

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.67 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • EE.

    Artikel 5:41 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:41 Het bouwen, herstellen, droogzetten en slopen van vaartuigen (z)

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.68 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • FF.

    Artikel 5:42 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:42 Toegang tot openbare trappen en steigers (z)

 

Vervallen

 

 

  • GG.

    Artikel 5:42a komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:42a Veilige toegang (z)

  • 1.

    Een afgemeerd schip beschikt over een toegang, die geen gevaar of schade kan veroorzaken.

  • 2.

    Een binnenschip hoeft niet over een toegang te beschikken indien:

    • a.

      de feitelijke situatie dit onmogelijk maakt ten gevolge van laad – of loshandelingen; of

    • b.

      het afmeren van korte duur is.

 

  • HH.

    Artikel 5:43a komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:43a Verhalen anders dan op eigen aanvraag (z)

  • 1.

    De kapitein van een zeeschip, de schipper van een binnenschip of de rechthebbende op een ander soort schip of object te water is verplicht dit naar elders te verhalen indien dat naar het oordeel van het college in het belang van ordening, openbare orde, veiligheid of milieu noodzakelijk is.

  • 2.

    Het college kan de in het tweede lid bedoelde schepen en objecten verhalen indien dit op grond van de in dat lid bedoelde belangen zonder uitstel dringend noodzakelijk is dan wel de kapitein, schipper of rechthebbende onbekend is.

 

  • II.

    Artikel 5:43b komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:43b Verbod gebruik hoofdmotor of hulpmotor (z)

 

Vervallen (opgenomen in artikel 5.69 Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • KK.

    Bijlage 1 komt te luiden aldus:

 

 

Bijlage 1 Regelgeving en beleid die op deze regeling zijn gebaseerd

 

Artikel APV

Regeling of beleid

Publicatie en/of

inwerkingtreding

2:6

Beleidsregels reclame- en standplaatsenbeleid (Apv) Inverdan, 2015, tevens gegrond op artt. 2:10, 4:15, 5:18

Gemeenteblad 2015, nummer 108896

2:25

Toetsingcriteria bij vergunningaanvraag erotisch evenement

Gemeenteblad 2007, nummer 31

2:25

Evenementenbeleid gemeente Zaanstad (Zaanse smaakmakers)

Gemeenteblad 2009, nummer 55

2:25

Veiligheid bij evenementen

Gemeenteblad 2012, nummer 18

2:28

Beleidsregels ondersteunende Horeca Zaanstad

Gemeenteblad, 2011, nummer 7

2:47

Aanwijzingsbesluit toezichthouders pont Molletjesveer

Gemeenteblad 2016, nr. 89958

2:48

Aanwijzingsbesluit o.g.v. artikel 2.4.8 Algemene Plaatselijke Verordening

Gemeenteblad 2004 nr. 25

2:57

Aanwijzingsbesluit honden uitrenplaatsen en hondenverbodplaatsen.

Gemeenteblad 2016, nummer 163832

2:76a

Beleidsregels verblijfsontzegging Zaanstad

Gemeenteblad 2013, nummer 27

3:3

Nadere regels t.b.v. Prostitutiebedrijven

27 oktober 2000

4:15

Beleidsregels Reclame- en standplaatsenbeleid Inverdan

Gemeenteblad 2014, nummer 43140 (1 augustus 2014)

4:19

Aanwijzingsbesluit kampeerplaatsen

Gemeenteblad 2014, 43801

5:6

Beleid voor ontheffingverlening van artikel 5.1.5, lid 1.

Gemeenteblad 2007, nummer 6

5:6

Aanwijzingsbesluit zoals genoemd in artikel 5:6 van de APV (langparkeren "kampeermiddelen").

Gemeenteblad 2009, nummer 72

5:12

Aanwijzingsbesluit ter bestrijding van overlast van fietsen in stationsgebied Krommenie-Assendelft

Gemeenteblad 2009, nummer 70

5:12

Aanwijzingsbesluit omgeving station Wormerveer

Gemeenteblad 2012, nummer 50

5:12

(Herziening) aanwijzingsbesluit voor gebied waarbinnen het verboden is (brom)fietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten te laten staan

Gemeenteblad 2011, nummer 65

5:12

Aanwijzingsbesluit op grond van artikel 5:12, vierde lid van de APV (fietsparkeren)

Gemeenteblad 2013, nummer 30

6:2

Aanwijzingsbesluit toezichthouders pont Molletjesveer

Gemeenteblad 2016, nr. 89958

6:2

Burgemeestersbesluit aanwijzen toezichthouders sector Veiligheid, Vergunningen en Handhaving, politieambtenaren eenheid Noord-Holland, district Zaanstreek-Waterland 2019 en het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Gemeenteblad 2019, 302375

 

 

Artikel II Wijziging toelichting bij verordening

De toelichting bij de Algemene plaatselijke verordening (APV) Zaanstad 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • LL.

    De toelichting bij artikel 2:1a komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 2:1a Straatintimidatie (z)

 

Vervallen

 

 

  • MM.

    De toelichting bij artikel 2:28 komt te luiden aldus:

 

Artikel 2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf (z)

 

Artikel 174 van de Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester is belast met de uitvoering van verordeningen voor zover deze betrekking hebben op het toezicht op de voor het publiek openstaande gebouwen. Deze vergunning wordt daarom door de burgemeester verleend. Met het exploitatievergunningenstelsel wordt de burgemeester in staat gesteld om vanuit zijn toezichthoudende bevoegdheid met betrekking tot de openbare orde, horecabedrijven te toetsen op effecten op de openbare orde en de woon- en leefsituatie.

 

Vergunningen op grond van de APV worden in beginsel voor onbepaalde tijd verleend. Dit geldt ook voor de horeca-exploitatievergunning. Het is op gronden ontleend aan dwingende redenen van algemeen belang geoorloofd een termijn te stellen aan een exploitatievergunning. Op grond van lid 5 kan de burgemeester in het belang van de openbare orde en de woon- en leefsituatie een beperkte geldigheidsduur vaststellen. Dit geldt bijvoorbeeld voor een - voormalig overlastgevend – horecabedrijf, indien naar het oordeel van de burgemeester onvoldoende vaststaat dat er geen sprake zal zijn van ontoelaatbare aantasting van de woon- of leefsituatie of openbare orde. Dit kan ook gelden voor risicovolle branches, locaties of gebieden. Daarnaast geldt een beperkte geldigheidsduur voor zogenaamde schaarse vergunningen. In lijn met de jurisprudentie kunnen schaarse vergunningen niet voor onbepaalde tijd worden verleend.

 

De exploitatievergunning is persoonsgebonden en locatie gebonden. De persoon van de exploitant speelt een belangrijke rol in de wijze van exploitatie en dus ook in de wijze waarop deze exploitatie het woon- en leefklimaat en de openbare orde beïnvloedt. De exploitatievergunning is (grotendeels) afhankelijk van de persoon van de exploitant (onder andere vanwege de antecedententoets) en kan daarom niet worden overgedragen aan een nieuwe exploitant. Voor een beoogde nieuwe exploitant moet een nieuwe aanvraag/vergunningprocedure doorlopen worden. De exploitant, en bij diens afwezigheid de leidinggevende, is verantwoordelijk voor de veiligheid van bezoekers en dient er voor te zorgen dat de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de inrichting, en in de directe nabijheid ervan, niet wordt verstoord. De aanwezigheid van de vergunninghouder of een leidinggevende is van cruciaal belang voor een verantwoorde exploitatie. De exploitant en leidinggevende dienen er immers op toe te zien dat er geen verstoring van de openbare orde plaatsvindt en dienen zo nodig bezoekers op hun gedrag aan te spreken. Daarnaast wordt de exploitatievergunning voor de aangevraagde locatie verleend, waarbij voorafgaand aan de vergunningverlening onder meer een toetsing heeft plaatsgevonden aan het bestemmingsplan en de gevolgen van de exploitatie op het woon- en leefklimaat op die specifieke locatie. Hierom is de exploitatievergunning zowel persoons- als locatie gebonden. Een exploitatievergunning kan derhalve niet zomaar aan een derde worden overgedragen, noch kan het horecabedrijf worden geëxploiteerd op een nieuwe locatie/ander adres zonder dat opnieuw een vergunning wordt aangevraagd en een toets wordt uitgevoerd.

 

Als een exploitatievergunning van rechtswege vervalt, is er geen vergunning meer en is exploitatie niet meer toegestaan. De exploitatievergunning vervalt automatisch als zich een situatie als bedoeld in lid 9 of 10 voordoet. Er is dan geen handeling van de burgemeester meer nodig.

 

 

  • NN.

    De toelichting bij artikel 4:10 t/m 4:12 komt te luiden aldus:

 

AFDELING 3 HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN

 

Artikel 4:10 t/m 4:12

 

Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • OO.

    De toelichting bij artikel 5:24 komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:24 Vergunning voor voorwerpen op, in of boven openbaar water

 

Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • PP.

    De toelichting bij artikel 5:25 komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:25 Het innemen van een ligplaats (z)

 

Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • QQ.

    De toelichting bij artikel 5:25a komt te luiden aldus:

  •  

Artikel 5:25a: Pleisterplaatsen (z)

 

Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • RR.

    De toelichting bij artikel 5:26 komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats

 

Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • SS.

    De toelichting bij artikel 5:28 komt te luiden aldus:

 

Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken

 

Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • TT.

    De toelichting bij artikel 5:32 komt te luiden aldus:

  •  

5.32. Vervallen

 

 

  • UU.

    De toelichting bij artikel 5:33 komt te luiden aldus:

  •  

5.33. Vervallen

 

 

  • VV.

    De toelichting bij artikel 5:37 komt te luiden aldus:

 

5:37. Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • WW.

    De toelichting bij artikel 5:38 komt te luiden aldus:

 

5:38. Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • XX.

    De toelichting bij artikel 5:39 komt te luiden aldus:

 

5:39. Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • YY.

    De toelichting bij artikel 5:40 komt te luiden aldus:

 

5:40. Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • ZZ.

    De toelichting bij artikel 5:41 komt te luiden aldus:

 

5:41. Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

 

  • AAA.

    De toelichting bij artikel 5:42 komt te luiden aldus:

 

5:42 . Vervallen (opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving)

 

ARTIKEL III Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 28 december 2020.

 

De artikelen 4:10 t/m 4:12, 5:24, 5:25 t/m 5:26, 5:28, 5:37, 5:38, 5:39, 5:40, 5:41 en 5:43b komen te vervallen op het moment dat de wijzigingsverordening ‘Verordening tot wijziging van de Verordening fysieke leefomgeving Zaanstad per 31 december 2020’ in werking treedt.

 

ARTIKEL IV Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening 2021 tot wijziging van de

Algemene plaatselijke verordening (APV) Zaanstad 2013:

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zaanstad in de vergadering 17-12-2020.

 

De raad van de gemeente Zaanstad,

 

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven