Gemeenteblad van Harlingen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Harlingen | Gemeenteblad 2020, 347210 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Harlingen | Gemeenteblad 2020, 347210 | Beleidsregels |
Beleidsregels bijstandsverlening zelfstandigen gemeente Harlingen 2021
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTERS EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HARLINGEN;
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op het bepaalde in de Participatiewet;
Gelet op het bepaalde in de Wet Maatschappelijke ontwikkeling;
Gelet op het bepaalde in de Jeugdwet;
Gelet op het bepaalde in de geldende verordeningen op het sociaal domein Gemeente Harlingen;
de verordening maatschappelijke ondersteuning
de afstemmingsverordening Participatiewet, Bbz 2004, IOAW en IOAZ
de re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ
de verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ
de handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ
de verordening loonkostensubsidie Participatiewet
de verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet
de verordening individuele studietoeslag Participatiewet;
Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de uitvoering van de genoemde verordeningen op het sociaal domein;
Vast te stellen de volgende beleidsregel: Beleidsregels bijstandsverlening zelfstandigen gemeente Harlingen 2021
Aldus vastgesteld door het college van burgemeesters en wethouders in de vergadering van 15 december 2020.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
leenbijstand: de als renteloze lening verstrekte algemene bijstand op grond van de Participatiewet en het Bbz-2004 die al dan niet geheel of gedeeltelijk kan worden omgezet in een bedrag om niet. Onder leenbijstand wordt tevens verstaan de op grond van artikel 12 van de Participatiewet verleende bijzondere bijstand;
Artikel 6. Herziening en intrekking toekenningsbesluit
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het herzien en/ of intrekken van het toekenningsbesluit ingevolge artikel 54 Participatiewet.
Artikel 11. Kwijtschelding van leenbijstand, bijstand en/ of bedrijfskapitaal in verband met een schuldregeling
In aanvulling op artikel 42 Bbz-2004 kan het college op verzoek van belanghebbende besluiten gedeeltelijk van terugvordering of gedeeltelijk van verdere invordering van bijstand af te zien, indien:
Toelichting op de Beleidsregels, Besluit bijstandsverlening zelfstandigen-2004, 2021 gemeente Harlingen.
Artikel 4. Periodieke toekenning en levensvatbaarheidsonderzoeken
De startende en gevestigde ondernemer kunnen maximaal 36 respectievelijk 12 maanden algemene bijstand voor levensonderhoud ontvangen. Deze bijstand wordt toegekend in periodes van 6 maanden. Redenen voor toekenning per 6 maanden is dat er op deze wijze meerdere beoordelingsmomenten van de levensvatbaarheid mogelijk zijn en er zicht blijft op de ontwikkeling en/ of veranderingen van het bedrijf.
Op deze wijze wordt de verantwoordelijkheid voor het voortzetten van de bijstand (een lening) bij de ondernemer gelegd. Budgettaire overwegingen, het tijdig stopzetten van bijstand aan een niet levensvatbaar bedrijf, spelen hierbij eveneens een rol.
Tot slot wordt met deze systematiek aangesloten bij de regionale en landelijke toegepaste werkwijze.
Artikel 7. Terugvordering leenbijstand, bijstand en leningen bedrijfskapitaal
In dit artikel is aangegeven dat het < dagelijks bestuur> gebruik maakt van de bevoegdheid om leenbijstand, bijstand en leningen ten behoeve van bedrijfskapitaal terug te vorderen in de situaties die worden omschreven in de Participatiewet en het Bbz-2004.
Artikel 8. Wijze van invordering
Het is een verplichting om het aflossingsbedrag te voldoen. Het aflossingsbedrag dat is opgenomen in een terug- of betalingsbeschikking of is afgesproken met de belanghebbende en schriftelijk is bevestigd, geldt als betalingsverplichting.
De kosten verbonden aan dwanginvordering worden vastgesteld op een percentage van 15% met een maximum van € 375,= per vordering. Kosten van een/ de aanmaning/en en dwangbevel worden geacht in dit percentage te zijn verdisconteerd en worden niet afzonderlijk bij de klant in rekening gebracht.
Artikel 10. Kwijtschelding van leenbijstand of bijstand
De termijn die in dit artikel wordt gesteld, voordat wordt overgegaan tot ambtshalve kwijtschelding, bedraagt 60 maanden.
Het betreft hier een terugvordering van bijstand die oorspronkelijk als lening is verstrekt. Voor een lening geldt in zijn algemeenheid dat deze moet worden terugbetaald. De lening voor levensonderhoud moet alleen dan, geheel of gedeeltelijk, worden terugbetaald als er sprake is geweest van een netto-inkomen boven de bijstandsnorm. De aard van de bijstand en het ontstaan van de vordering rechtvaardigen het aanhouden van een relatief lange periode waarin onafgebroken en naar draagkracht aflossing wordt verlangd, voordat van ambtshalve kwijtschelding sprake kan zijn.
Voordat tot kwijtschelding kan worden overgegaan moet de afweging worden gemaakt of de belanghebbende zijn schuld op enig moment zal kunnen afbetalen. Hiervan kan sprake zijn als op andere schulden wordt afgelost of in de toekomst aanspraken ontstaan op inkomen, uitkering of vermogen, waarmee het vooruit zicht bestaat dat aan de betalingsverplichting kan worden voldaan.
Als gedurende 5 jaar inspanningen zijn verricht om in te vorderen en belanghebbende geen enkele aflossing (meer) heeft verricht, en ook niet te verwachten valt dat in de toekomst nog aflossing gaat plaatsvinden, dan kan van (verdere) invordering worden afgezien. Hierbij valt te denken aan de situatie dat de verblijfplaats van een persoon onbekend is of dat een persoon zich definitief heeft gevestigd in een ander land waardoor inning onevenredig hoge kosten met zich mee zal brengen.
Artikel 13. Afzien van terugvordering in verband met dringende redenen
Dit artikel verwijst naar een dringende reden als bedoeld in artikel 58 lid 8 Participatiewet. Uit jurisprudentie kan worden opgemaakt dat sprake is van dringende redenen als terugvordering te ernstige gevolgen voor de betrokkene of de gezinssituatie heeft. Het moet gaan om iets bijzonders of uitzonderlijks van immateriële aard en wel zodanig dat terugvordering voor de betrokkene(n) tot onaanvaardbare sociale en/of financiële consequenties leidt. Nadrukkelijk geldt dat steeds van geval tot geval aan de hand van alle omstandigheden de situatie van de belanghebbend(n) moet worden beoordeeld.
Artikel 14. Relatie met overige beleidsregels
De werking van deze beleidsregels heeft voorrang ten opzichte van de algemene beleidsregels op het gebied van de Participatiewet. Dit is vanwege de aard van de vorderingen ten aanzien van leenbijstand, bijstand en leningen ten behoeve van Bbz-levensonderhoud en Bbz-kapitaalverstrekking en de wijze waarop de vorderingen tot stand komen, alsmede de beginselplicht tot terugbetaling die hieruit voortvloeit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-347210.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.