Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Overbetuwe houdende regels omtrent carbidschieten (Beleidsregel nadere voorschriften carbidschieten gemeente Overbetuwe 2020)

De burgemeester van de gemeente Overbetuwe;

 

gelet op artikel 2:73a van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Overbetuwe 2019 (APV)

 

overwegende dat met deze beleidsregel een bijdrage wordt geleverd aan de handhaving van de openbare orde.

 

b e s l u i t :

vast te stellen de

 

Nadere voorschriften carbidschieten

gemeente Overbetuwe 2020

Artikel 1 Begripsbepaling

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • 1.

    carbid: calciumacetylide en/of soortgelijke uitziende stof(fen);

  • 2.

    carbid schieten: acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water of gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen op explosieve wijze te verbranden;

  • 3.

    melkbus: een originele ijzeren bus met een inhoud van maximaal 40 liter, voorheen dienende om verse melk in te bewaren en te vervoeren

  • 4.

    bebouwde kom: de bebouwde kom zoals bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994

Artikel 2 Doelstelling

De beleidsregel heeft tot doel om (in aanvulling op, en in lijn met, het landelijk verbod op verkoop en afsteken van vuurwerk) komende jaarwisseling extra druk op de handhaving van de openbare orde te voorkomen.

Daarnaast heeft het tot doel:

  • -

    het handhaven en/of (preventief) herstellen van (verstoring van) de openbare orde en veiligheid, het beschermen van de woon- en leefomgeving en de volksgezondheid;

  • -

    kenbaar te maken aan de ‘overtreder’ welke maatregel hij van de overheid kan verwachten bij voorbereidingshandelingen en/of na een overtreding waardoor er mogelijk ook een preventieve werking vanuit gaat;

  • -

    te realiseren dat geconstateerde overtredingen gevolgd worden door een adequate reactie die qua intensiteit aansluit bij de ernst van de overtreding en het beoogde effect: verhinderen dat de door COVID-19 al zwaar belaste zorg verder wordt belast met slachtoffers van ongelukken bij en/of door carbidschieten.

  • -

    de handhavingsactiviteiten van de politie, justitie en gemeente op elkaar af te stemmen en waar mogelijk complementair te laten zijn.

Artikel 3 Toepassingsbereik

Deze beleidsregel heeft betrekking op het verbod op carbidschieten van artikel 2:73a tweede lid APV, de ontheffingsbevoegdheid van de burgemeester van artikel 2:73a derde lid APV en de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang (artikel 125 derde lid Gemeentewet jo. artikel 5:25 e.v. Awb) indien er sprake is van een overtreding van het verbod op carbidschieten of voorbereidingshandelingen daartoe in de periode rondom en tijdens de jaarwisseling van 31 december 2020.

Artikel 4 Ontheffingsbevoegdheid

In artikel 2:73a tweede lid van de APV is bepaald dat carbidschieten verboden is. Op grond van artikel 2:73a derde lid APV is de burgemeester bevoegd tot het verlenen van een ontheffing op het verbod op carbidschieten.

  • 1.

    De burgemeester zal dit jaar, in het belang van de volksgezondheid en de openbare orde in verband met de bijzondere omstandigheden als gevolg van de COVID-19 pandemie, geen ontheffingen verlenen op het verbod op carbidschieten.

Artikel 5 Handhavingsmatrix

In de handhavingsmatrix is sprake van een getrapte sanctionering. In beginsel sluit de zwaarte van de sanctie aan op de ernst van de overtreding. De handhavingsmatrix is een richtlijn en mochten de omstandigheden daartoe aanleiding geven, dan kan de burgemeester in voorkomende gevallen gemotiveerd afwijken van de genoemde bestuursrechtelijke maatregel (art. 4:84 Algemene wet bestuursrecht).

 

De hoogte van de opgenomen dwangsommen zijn afgestemd op de ernstige en zwaarwegende gevolgen voor de volksgezondheid bij het verwezenlijken van de risico’s die zich voordoen als gevolg van carbidschieten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen carbidschieten buiten de bebouwde kom (waarvoor voorheen onder voorwaarden ontheffingen mogelijk waren) en carbidschieten binnen de bebouwde kom (waarvoor nooit ontheffing werd verleend). Dit onderscheid wordt gemaakt omdat het risico op schade aan de gezondheid en persoonlijke eigendommen van omwonenden binnen de bebouwde kom over het algemeen nog groter zijn dan buiten de bebouwde kom.

Artikel 6a Sanctiebeleid

Bij overtreding van artikel 2:73a APV wordt er als volgt gehandeld:

Overtreding van het verbod op carbidschieten

1.

De mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete van € 140,- ingeval van geluidsoverlast/hinder en/of € 95,- indien de COVID-regels (denk aan samenscholing) worden overtreden.

2.

De mogelijkheid tot het aanzeggen van een proces-verbaal door de politie, met een maximale boete van € 4.350,-.

3.

De mogelijkheid tot het opleggen van een last onder dwangsom, waarbij onderstaande bedragen worden gehanteerd:

Voorwaarde

Hoogte van de last onder dwangsom

Indien er voorbereidingshandelingen worden getroffen voor het schieten met carbid buiten de bebouwde kom (combinatie pakket: carbid, (melk)bus, aansteeklont, bal, etc.)

€ 1.500,- per geconstateerde overtreding

Indien er daadwerkelijk wordt geschoten met carbid buiten de bebouwde kom

€ 2.000,- per geconstateerde overtreding / knal

Indien er voorbereidingshandelingen worden getroffen voor het schieten met carbid binnen de bebouwde kom (combinatie pakket: carbid, (melk)bus, aansteeklont, bal, etc.)

€ 2.000,- per geconstateerde overtreding

Indien er daadwerkelijk wordt geschoten met carbid binnen de bebouwde kom

€ 3.500,- per geconstateerde overtreding / knal

4.

De mogelijkheid tot het toepassen van bestuursdwang (op kosten van de overtreder ontruimen van de locatie dan wel verwijderen van het aanwezige materiaal).

Artikel 6b Cumulatie van sancties

Het is niet toegestaan om tegelijkertijd twee herstelsancties op te leggen voor dezelfde overtreding (artikel 5:6 Awb). Er is in dat geval sprake van cumulatie van sancties. Het opleggen van een herstelsanctie én een bestraffende sanctie voor dezelfde overtreding mag wel. Dat betekent dat naast een bestuurlijke boete ook bestuursdwang kan worden opgelegd.

Artikel 7 Indicatoren voor verzwarende omstandigheden

Onder meer de volgende indicatoren kunnen worden aangemerkt als verzwarende omstandigheid:

  • er is sprake van gevaar voor de omgeving, en/of van risico voor omwonenden;

  • indien veiligheidsmaatregelen niet in acht zijn genomen waardoor het risico op ongevallen en/of schade nog verder wordt vergroot;

  • risico op schade aan eigendommen van derden;

  • afstand tot bebouwing is minder dan 75 meter;

  • er is sprake van een georganiseerde samenkomst (evenement) als gedefinieerd in artikel 2:24 van de APV;

  • het carbidschieten gebeurt in de directe nabijheid van één of meerdere woningen;

  • verzet of geen medewerking verlenen aan inbeslagname en het doen beëindigen van het carbidschieten;

  • de COVID-19 maatregelen worden niet in acht genomen.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na datum van bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel nadere voorschriften carbidschieten gemeente Overbetuwe 2020.

21 december 2020

De burgemeester,

R.P. Hoytink-Roubos

Algemene toelichting

Deze beleidsregel heeft betrekking op het in artikel 2:73a APV genoemde verbod op carbidschieten en de bevoegdheid van de burgemeester om handhavend op te treden indien er sprake is van een overtreding van artikel 2:73a van de APV.

 

1. Aanpak carbidschieten in Overbetuwe rondom en tijdens de jaarwisseling 2020-2021

Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, het beschermen van het woon- en leefklimaat en de volksgezondheid treedt de burgemeester van de gemeente Overbetuwe dit jaar streng op tegen overtreding van het verbod op carbidschieten. Evenals het treffen van voorbereidingshandelingen hiertoe. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de volgende handhavingsinstrumenten:

 

Last onder dwangsom [herstel]

Een dwangsom is een verplichting om een geldsom te betalen als je niet voldoet aan de voorwaarden in een dwangsombesluit. De voorwaarden zijn veelal gericht op het ongedaan maken van een overtreding, het voorkomen van verdere overtreding of van herhaling van de overtreding. De last onder dwangsom zal met name effectief zijn als deze preventief wordt opgelegd.

 

Last onder bestuursdwang [herstel]

Een last onder bestuursdwang is gericht op het onmiddellijk beëindigen van de overtreding. Als het de overtreder niet lukt om de overtreding te beëindigen, dan zorgt de overheid voor het ongedaan maken van de overtreding. De kosten van bestuursdwang komen voor rekening van de overtreder. Soms is er sprake van spoedeisende bestuursdwang.

 

Bestuurlijke boete [straf]

Naast voornoemde herstelsancties kan een bestuurlijke boete worden opgelegd, dit is de verplichting om een geldsom te betalen.

 

2. Beleidsregels toepassing handhaving

De zorg wordt momenteel zwaar belast door het aantal ziekenhuis- en intensive care opnames als gevolg van besmetting met COVID-19. Om de ziekenhuizen te ontlasten is dit jaar landelijk een verbod op het verkopen en afsteken van vuurwerk.

 

Carbid valt niet onder de reikwijdte van het Vuurwerkbesluit. Het is gemeenten vrij gelaten om zelf te kiezen of zij carbidschieten willen toestaan of niet. In de APV van de gemeente Overbetuwe is carbidschieten verboden (artikel 2:73a lid 2 APV) maar kan de burgemeester ontheffing verlenen op dit verbod. Afgelopen jaren (2018 en 2019) werden drie ontheffingen per jaarwisseling verleend.

 

Gezien de doelstelling om de druk op de handhaving van de openbare orde niet extra te laten oplopen is gekozen om ook carbidschieten in de gemeente Overbetuwe dit jaar niet (ook niet bij uitzondering) toe te staan. Hiermee kiezen Lingewaard en Overbetuwe voor één lijn om een zogenaamd waterbedeffect te voorkomen.

 

Ten behoeve van de rechtszekerheid, en omdat bestuursdwang per definitie ingrijpend is, is het wenselijk om beleidsregels op te stellen.

 

In deze beleidsregel is vastgelegd hoe de burgemeester van Overbetuwe zal omgaan met de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2:73a derde lid APV en de beginselplicht tot handhaving bij overtreding van de regels als bedoeld in artikel 2:73a APV. Het belangrijkste rechtsgevolg is de zelfbinding van de burgemeester aan deze beleidsregels. Tot slot dient deze beleidsregel de rechtszekerheid van burgers, immers het gedrag van de burgemeester wordt transparant.

 

3. Wettelijk kader en de reikwijdte van de beleidsregels

De bevoegdheid om een ontheffing te verlenen op het verbod op carbidschieten heeft de burgemeester op grond van artikel 2:73a derde lid van de APV. In artikel 1:8 van de APV is bepaald dat een aanvraag om een ontheffing geweigerd kan worden in het belang van de a) openbare orde, b) de openbare veiligheid, c) de volksgezondheid en d) de bescherming van het milieu.

 

Gezien de bijzondere omstandigheid dat er sprake is van een pandemie (COVID-19) als gevolg waarvan de zorg (volksgezondheid als bedoeld in artikel 1:8 eerste lid sub c APV) en de handhaving van de COVID-19 maatregelen (openbare orde en openbare veiligheid als bedoeld in artikel 1:8 eerste lid onder b en c APV) al zwaar belast worden, is er alles aan gelegen om verdere belasting van de zorg en de toezicht en handhaving te voorkomen.

 

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van state heeft bij uitspraak van 11 augustus 2004 het volgende overwogen: “Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet uitzicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhaving zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien”.

 

Dit wordt ook wel de beginselplicht tot handhaving genoemd. Op grond van artikel 125 derde lid van de Gemeentewet is de burgemeester bevoegd tot een last onder bestuursdwang bij overtreding van het verbod op carbidschieten. Op grond van artikel 5:32 eerste lid Awb is de burgemeester (tevens) bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom.

 

Handhavingsmatrix

De bevoegdheid van de burgemeester tot toepassen van artikel 2:73a APV is een discretionaire bevoegdheid. Dat wil zeggen dat deze bevoegdheid gebruikt wordt na een belangenafweging (dit is de inherente afwijkingsbevoegdheid artikel 4:84 Awb).

 

In de handhavingsmatrix is opgenomen op welke wijze wordt opgetreden ingeval van een overtreding op het verbod op carbidschieten.

 

Het feit dat er een beleidsregel is vastgesteld maakt wel dat deze, en de hierin opgenomen handhavingsmatrixen, in principe gevolgd wordt. Uitgangspunt is dat tegen overtredingen als bedoeld in artikel 2:73a van de APV herstelmaatregelen worden getroffen onder het motto “ja, tenzij”. Mochten de omstandigheden daartoe aanleiding geven dan kan de burgemeester in voorkomende gevallen gemotiveerd afwijken van de maatregel.

 

 

 

Naar boven