Beleidsregels inkeerregeling maatregel (afstemming) gemeente Harlingen 2021

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTERS EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HARLINGEN;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in de Participatiewet;

Gelet op het bepaalde in de Wet Maatschappelijke ontwikkeling;

Gelet op het bepaalde in de Jeugdwet;

Gelet op het bepaalde in de geldende verordeningen op het sociaal domein Gemeente Harlingen;

de verordening maatschappelijke ondersteuning

de verordening Jeugdhulp

de afstemmingsverordening Participatiewet, Bbz 2004, IOAW en IOAZ

de re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

de verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ

de handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

de verordening loonkostensubsidie Participatiewet

de verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

de verordening individuele studietoeslag Participatiewet;

 

Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de uitvoering van de genoemde verordeningen op het sociaal domein;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de volgende beleidsregel: Beleidsregels inkeerregeling maatregel (afstemming) gemeente Harlingen 2021

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeesters en wethouders in de vergadering van 15 december 2020.

 

W.R. Sluiter,

burgemeester.

 

S. van der Broek,

secretaris.

 

 

Inkeerregeling:

Onder inkeerregeling wordt verstaan de bepaling van artikel 18, 11 e lid PW. Het betreft hier het op verzoek van de belanghebbende, ten aanzien aan wie de maatregel is opgelegd, al dan niet herzien van de verlaging. Dit kan pas aan de orde zijn zodra uit houding en gedragingen van diezelfde belanghebbende ondubbelzinnig is gebleken dat hij de verplichtingen, bedoeld in artikel 18, 4 e lid nu wel nakomt. Het gaat dan om gedragingen die te herstellen zijn. Als het effect van een gedraging onomkeerbaar is, is toepassing van artikel 18, 11 e lid PW niet mogelijk.

Herziening:

Indien de belanghebbende binnen één maand nadat hem de beschikking waarin het besluit tot het verlagen van de uitkering, als bedoeld in artikel 18, 4 e , 5 e , 6 e , 7 e of 8 e lid van de PW en met toepassing van de Afstemmingsverordening, is medegedeeld uit houding en gedragingen ondubbelzinnig laat blijken de verplichtingen, genoemd in het 4 e lid van artikel 18 PW nu wel na te komen, wordt de hoogte van de toegepaste verlaging herzien tot de helft van de toegepaste verlaging.

Ingangsdatum herziening:

Het op verzoek van de belanghebbende herzien van de toegepaste verlaging gaat niet eerder in dan de 1ste dag van de maand volgend op de dag waarop het verzoek is ontvangen, echter niet eerder dan nadat één volle maand de verlaging feitelijk is toegepast.

Uitgezonderd van herziening:

Er wordt niet tot herziening van de toegepaste verlaging overgegaan indien de toegepaste verlaging betrekking heeft op het niet nakomen van de verplichting:

  • tot het aanvaarden of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, als bedoeld in artikel 18, 4 e lid onder a. van de PW;

  • tot het verkrijgen en behouden van kennis en vaardigheden, noodzakelijk voor het aanvaarden of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, als bedoeld in artikel 18, 4 e lid onder f van de PW;

  • tot het aanvaarden of het behouden van algemene geaccepteerde arbeid niet belemmeren door kleding; gebrek aan persoonlijke verzorging of gedrag, als bedoeld in artikel 18, 4 e lid onder g van de PW.

Voorwaarden:

Op een verzoek tot herziening wordt enkel besloten als voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • het verzoek dient door de belanghebbende te zijn ingediend binnen één maand nadat de beschikking waarin het besluit tot het toepassen van die verlaging aan de belanghebbende is medegedeeld;

  • gelijktijdig met het indienen van het hiervoor bedoelde verzoek toont de belanghebbende aan dat hij nu wel de verplichtingen - op grond waarvan eerder tot de verlaging is besloten – nakomt. De belanghebbende toont dit aan door middel van het overleggen van bewijsstukken waaruit zijn aanpassing ten aanzien van houding en gedrag ondubbelzinnig blijkt.

    Die bewijsstukken moeten objectief en verifieerbaar zijn.

Inherente afwijkingsbevoegdheid

Met toepassing van artikel 4:84 Awb kan in voorkomende gevallen van deze beleidsregels worden afgeweken.

Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing ervan tot kennelijke onredelijkheid en onbillijkheid leidt.

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels inkeerregeling maatregel (afstemming) 2021 gemeente Harlingen.

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels inkeerregeling maatregel (afstemming) gemeente Harlingen 2021.

Naar boven