Verordening begraafplaatsrechten Meierijstad 2021

De raad van de gemeente Meierijstad;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2020

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening begraafplaatsrechten Meierijstad 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats:

    • de begraafplaats aan de Ottenstraat in Erp;

    • de begraafplaats Zuidergaard in Veghel;

    • de begraafplaats Kloostertuin in Zijtaart;

    • de begraafplaats aan de Zandkantsestraat in Schijndel.

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand.

  • d.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het begraven en begraven houden van lijken;

    • het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of erin verstrooien van as.

  • e.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

    • het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het erin doen verstrooien van as van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • f.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het erin verstrooien van as;

  • g.

    particuliere urnen nis: een nis, alleen aanwezig op de begraafplaats in Veghel en Erp, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • h.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • i.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin de gelegenheid wordt geboden tot het begraven van lijken;

  • j.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • k.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • l.

    verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemde plaats op de begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • n.

    gedenkteken: nagelvast verbonden voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • o.

    grafbeplanting: alle beplanting welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht en die door zijn aard en omvang geschikt is om op een graf te worden aangebracht;

  • p.

    los voorwerp: een niet nagelvast aan het grafoppervlak verbonden voorwerp ter decoratie van het graf en/of ter nagedachtenis aan de overledene;

  • q.

    duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek,kunststof en metaal welke van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen en dergelijke gewaarborgd is;

  • r.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de gemeentelijke begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • s.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel. rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het begraven of het bijzetten in een particulier graf of het verstrooien van as in een particulier graf;

  • t.

    de gebruiker: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

  • u.

    eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;

  • v.

    grafakte: het document waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend, bestemd voor alle (inclusief algemene graven) graven;

  • w.

    grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf of particulier kindergraf dan wel het uitsluitend recht tot het bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnen nis dan wel het recht om as te verstrooien in een particulier graf.

  • x.

    gebruik: het gebruik van een algemeen graf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "begraafplaatsrechten" worden rechten gehe¬ven voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met deze begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De begraafplaatsrechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1.

    Voor het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van een doodgeboren of binnen 3 maanden na de geboorte overleden tweeling, drieling, enzovoorts, mits dit in dezelfde kist geschiedt c.q. de as in één asbus wordt geborgen, is het grafrecht slechts éénmaal verschuldigd.

  • 2.

    Voor het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van kinderen die beneden de leeftijd van 3 maanden zijn overleden en in één kist met hun moeder worden begraven c.q. waarvan de as met die van de moeder wordt geborgen in één asbus, is geen recht verschuldigd.

  • 3.

    De begraafplaatsrechten worden niet geheven voor het opgraven van een lijk of asbus op rechterlijk gezag.

  • 4.

    Begraafplaatsrechten zijn niet verschuldigd bij graven die in beheer zijn van de Oorlogsgravenstichting.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1.

    De begraafplaatsrechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Deze tarieventabel moet hier als volledig ingelast worden beschouwd.

  • 2.

    Voor de berekening van de begraafplaatsrechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de begraafplaatsrechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de begraafplaatsrechten genoemd in hoofdstuk 3 van de tarieventabel (onderhoud) is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De begraafplaatsrechten worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De begraafplaatsrechten als bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel (onderhoud) zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 3.1.1 t/m 3.1.4 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschul¬digde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belasting¬plicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 3.1.1 t/m 3.1.4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige begraafplaatsrechten

Andere begraafplaatsrechten rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Betaaltermijnen

  • 1.

    De begraafplaatsrechten moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet (kennisgeving, nota of andere schriftuur).

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn..

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafplaatsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening begraafplaatsrechten Meierijstad 2020", door de gemeenteraad vastgesteld op 19 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021..

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening begraafplaatsrechten Meierijstad 2021".

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 17 december 2020,

De griffier,

A.F.J. Franken,

De burgemeester,

Ir. C.H.C. van Rooi

Tarieventabel begraafplaatsrechten Meierijstad 2021

Tarieventabel begraafplaatsrechten 2021 behorend bij de door de gemeenteraad op 17 december 2020 vastgestelde Verordening begraafplaatsrechten Meierijstad 2021;

De griffier,

 

 

2020

2021

 

 

 

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

 

 

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier (urnen)graf wordt geheven:

 

 

1.1.1

voor een periode van 20 jaar

€ 483,60

€ 551,80

1.1.2

voor het verlengen van het bij 1.1.1 genoemde recht met 10 jaar

€ 241,80

€ 275,90

1.3

Voor het verlenen van het recht op een urnennis in een urnenwand wordt geheven:

 

 

1.3.1

voor een periode van 20 jaar

€ 483,60

€ 551,80

1.3.2

voor het verlengen van het bij 1.3.1 genoemde recht met 10 jaar

€ 241,80

€ 275,90

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf wordt geheven:

 

 

1.4.1

voor een periode van 30 jaar

€ 580,32

€ 589,02

1.4.2

voor een periode van 20 jaar

€ 386,88

€ 441,44

1.4.3

voor het verlengen van het bij 1.4.1 genoemde recht met 10 jaar

€ 193,44

€ 220,72

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven en bijzetten van asbussen

 

 

 

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

€ 962,00

€ 1.025,00

2.2

Voor het begraven van een urn wordt geheven:

€ 614,64

€ 680,00

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven:

€ 722,80

€ 770,20

2.4

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnennis wordt geheven:

€ 114,40

€ 124,00

2.5

Voor het bijzetten van een asbus of urn van een kind in een urnennis wordt geheven:

€ 91,52

€ 99,20

2.6

Voor het schudden van een graf wordt geheven:

€ 205,92

€ 219,00

2.7

Voor het begraven of bijzetten op buitengewone uren worden de rechten bedoeld

 

 

 

in 2.1 t/m 2.6 verhoogd met 50%.

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Onderhoud

 

 

 

3.1

Voor het door of vanwege de gemeente schoonhouden en verzorgen van de begraafplaats wordt per jaar geheven:

 

 

3.1.1

voor een particulier (urnen)graf of urnennis

€ 56,88

€ 60,00

3.1.2

voor een particulier kindergraf

€ 45,48

€ 48,00

3.1.3

voor een algemeen graf

€ 56,88

€ 60,00

3.1.4

voor een algemeen kindergraf

€ 45,48

€ 48,00

3.2

De bij 3.1.1 t/m 3.1.4 genoemde rechten worden voor de eerste maal geheven

 

 

 

over het kalenderjaar volgend op dat waarin het begraven heeft plaatsgevonden

 

 

3.3

De rechten als bedoeld in 3.1.1 en 3.1.2 kunnen worden afgekocht door voldoening van een bedrag ineens:

 

 

3.3.1

voor een particulier (urnen)graf of urnennis voor een periode van 20 jaar

€ 719,68

€ 782,20

3.3.2

voor een particulier (urnen)graf of urnennis voor een periode van 10 jaar

€ 380,64

€ 411,10

3.3.3

voor een particulier (urnen)graf of urnennis voor een periode van 5 jaar

€ 200,72

€ 215,55

3.3.4

voor een particulier kindergraf voor een periode van 30 jaar

€ 863,62

€ 938,64

3.3.5

voor een particulier kindergraf voor een periode van 20 jaar

€ 575,74

€ 625,76

3.3.6

voor een particulier kindergraf voor een periode van 10 jaar

€ 308,67

€ 332,88

3.3.7

voor een particulier kindergraf voor een periode van 5 jaar

€ 164,74

€ 176,44

Hoofdstuk 4 Diversen

 

 

 

4.1

Voor het individueel op aanvraag opgraven van een lijk wordt geheven:

 

 

4.1.1

langer dan 25 jaar

€ 699,40

€ 725,50

4.1.2

tussen de 20 en 25 jaar

€ 855,40

€ 881,50

4.1.3

tussen de 15 en 20 jaar

€ 1.042,60

€ 1.068,50

4.1.4

tussen de 10 en 15 jaar

€ 1.281,80

€ 1.322,50

4.1.5

tussen de 5 en 10 jaar

€ 1.658,80

€ 1.702,00

4.1.6

tussen de 0 en 5 jaar

€ 2.022,80

€ 2.065,00

4.1.7

een kind tot 12 jaar

€ 247,00

€ 276,50

4.2

Voor het opgraven van overledene begraven in een lijkomhulsel worden de rechten bedoeld in 4.1 verhoogd met 50%

 

 

4.3

Voor het individueel op aanvraag uitnemen van een asbus uit een urnennis wordt geheven:

€ 138,32

€ 149,35

4.4

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

€ 78,00

€ 89,00

 

Naar boven