Besluit van de Directeur Wonen tot wijziging van de Mandaatregeling Directie Wonen gemeente Amsterdam (Wijziging Mandaatregeling Directie Wonen gemeente Amsterdam 1 januari 2021)

De Directeur Wonen van de gemeente Amsterdam,

 

gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam,

 

overwegende dat het vanwege de inwerkingtreding van de Wet toeristische verhuur van woonruimte en wijzigingen in de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 en het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam per 1 januari 2021, noodzakelijk is om de mandaatregeling Directie Wonen gemeente Amsterdam te wijzigen,

 

besluit:

Artikel I Wijzigingen

A. Artikel 2, onderdeel F. Subsidieverstrekking wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      De bevoegdheden tot het nemen van besluiten op een aanvraag om subsidie worden uitgeoefend met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Subsidieverordening Amsterdam en de bijzondere subsidieverordeningen of subsidieregelingen die behoren tot het werkterrein van de Directie Wonen, zijnde:

      • -

        Subsidieregeling Stedelijke Vernieuwing, verhuisregelingen en ouderenhuisvesting Amsterdam 2019;

      • -

        Subsidieregeling wonen boven winkels en bedrijven 2017;

      • -

        Bijzondere Subsidieverordening Basiskwaliteit Woningbouw Marktsector Amsterdam;

      • -

        Regeling Duurzame Zelfbouw; en

      • -

        Bijzondere Subsidieverordening Basiskwaliteit Woningbouw Marktsector Amsterdam.

  • 2.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      Uitgezonderd hiervan zijn:

      • -

        de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels;

      • -

        het vaststellen van subsidieplafonds; en,

      • -

        de handelingen die, voor wat betreft de afhandeling van subsidieaanvragen, behoren tot het werkterrein van de Directie Subsidie en Inkoop.

    • Gemandateerden: Afdelingshoofden die belast zijn met de uitvoering hiervan met inachtneming van artikel 3 en 6.

B. Artikel 2, onderdeel H. Woonruimteverdeling en woonruimtevoorraad: Huisvestingswet, Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel 1, onderdeel b, komt te luiden:

    • b.

      Het nemen van besluiten op aanvragen voor een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 15 van de Huisvestingswet 2014 en Hoofdstuk 2, Afdeling I, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020, het vragen van nadere gegevens om de huisvestingsvergunningaanvraag te beoordelen als bedoeld in artikel 2.2.6 van de Huisvestingsverordening 2020, dan wel het opnemen van gegevens in de vergunning of het intrekken van de vergunning.

  • 2.

    Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

    • g.

      Het vaststellen van nadere vormvereisten ten aanzien van een aanvraag van een urgentieverklaring als bedoeld in artikel 2.6.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.

    • h.

      het nemen van besluiten inzake het in volgorde indelen van woningzoekenden op grond van Hoofdstuk 2, Afdeling I, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.

  • 3.

    Aan het slot wordt “Gemandateerden: Onderdelen a, c, d, e en f:” vervangen door “Gemandateerden:

    Onderdelen a, c, d, e, f, g en h:”.

  •  

C. Onder vernummering van onderdelen 3, 5 en 6 tot 2, 3 en 4 komt onderdeel 2 te vervallen.

 

D. Onderdeel 4 (nieuw) komt te luiden:

4. Handhaving

Het nemen van besluiten omtrent het opleggen van een bestuurlijke sanctie bij overtreding van artikel 8, 21, 23a, 23b, 23c, 24 en Hoofdstuk 2 en 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020, waaronder begrepen de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 35 van de Huisvestingswet 2014 en Hoofdstuk 4 paragraaf 2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020, het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in 5:32 Awb en het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 Gemeentewet en artikel 33, derde lid, van de Huisvestingswet 2014.

Gemandateerden: Hoofd Toezicht & Handhaving, Teamleiders Afdeling Toezicht & Handhaving, bij afwezigheid Hoofd Uitvoering & Beheer

 

E. Artikel 2, onderdeel L. Verordening Energieleningen Amsterdam 2012 komt te luiden:

L. Verordening Energieleningen Amsterdam 2012

  • a.

    Het beslissen op een aanvraag voor een energielening voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen (artikel 4, 7, 8 en 9 van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • b.

    Het wijzigen van de “Duurzaam Bouwen Lijst Amsterdam” (artikel 5, tweede lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • c.

    Het beslissen over het afwijken van de isolatiewaarden genoemd onder 1 van bijlage 1 (artikel 5, vierde lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • d.

    Het vaststellen van het toepasselijke rentepercentage (artikel 14, eerste lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • e.

    Het beslissen over het verlengen van de onder e. en f. genoemde termijnen (artikel 14, zevende lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • f.

    Het beslissen over het geheel of gedeeltelijk intrekken van de toegekende energielening (artikel 16 van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • g.

    Het vaststellen van nadere regels voor de uitvoering (artikel 17, eerste lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • h.

    Het beslissen over het wijzigen van de in artikel 1, onder a, genoemde maximum aantal huurwoningen (artikel 17, tweede lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • i.

    Het beslissen over het wijzigen van de in artikel 2, lid 2 genoemde doelgroepen (artikel 17, derde lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • j.

    Het beslissen over het toepassen van de hardheidsclausule (artikel 18 van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • k.

    Het afwijken van bijlage 1 ten behoeve van duurzaamheidsmaatregelen die gelijkwaardig of beter zijn dan de duurzaamheidsmaatregelen opgenomen in bijlage 1 (artikel 5, derde lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

  • l.

    Het afwijken van bijlage 1 ten behoeve van een monumentale karakter van een pand indien de aanvraag van de Energielening betrekking heeft op een beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht (artikel 8a van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

 

Gemandateerd: Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Advies & Ondersteuning

 

F. Artikel 2, onderdeel P. Juridische zaken, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel b, wordt na “bezwaarschriften” ingevoegd: in het kader van de aan de directeur Wonen gemandateerde bevoegdheden.

  • 2.

    Aan het slot wordt “Gemandateerden: (senior) juristen en juridisch medewerker(s) Afdeling Advies en Ondersteuning , in geval van beroepen degenen met een procesmachtiging.” vervangen door “Gemandateerden: Afdelingshoofden”.

 

G. Artikel 2, onderdeel Q. Diversen komt te luiden:

Q. Diversen

  • a.

    De uitvoering van artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging.

  • b.

    Het nemen dan wel intrekken van besluiten omtrent het erkennen van studentenwoningen als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.

    Onderdeel a:

    Gemandateerden: Hoofd Uitvoering en Beheer, bij afwezigheid Hoofd Advies en Ondersteuning

    Onderdeel b:

    Gemandateerden: Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing, bij afwezigheid Hoofd Advies & Ondersteuning en Hoofd Uitvoering & Beheer

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel III Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Wijziging Mandaatregeling Directie Wonen gemeente Amsterdam 1 januari 2021.

Aldus vastgesteld op 16 december 2020,

De Directeur Wonen,

M. I. van Engen

Naar boven