Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021

De raad van de gemeente Zevenaar;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2020,

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021.

Artikel 1 – Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand; met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 – Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 – Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 – Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • d.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 5 – Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 – Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 – Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 – Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 – Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 – Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 – Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2020’ laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 16 september 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 – Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 13 – Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening 2021”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2020.

De griffier,

De voorzitter,

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2021 Zevenaar

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

 

2021

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

 

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

1.1.1.1

de in het "Reglement burgerlijke stand" voor maandag tot en met zondag vastgestelde uren , behalve de aangewezen dagen en tijden voor kosteloze huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap of van een huwelijk en de hierna onder 1.1.1.2 en 1.1.1.3 genoemde dagen

 

 

a.1, in het gemeentehuis

€ 330,50

 

a.2, in het gemeentehuis overeenkomstig artikel 6, lid 1 a derde gedachtestreepje van het reglement burgerlijke stand (tussenhuwelijk)

€ 142,35

 

b. alle overige aangewezen trouwlocaties

€ 279,65

1.1.1.2

de in het "Reglement burgerlijke stand" voor zaterdag vastgestelde uren

 

 

a. in het gemeentehuis

€ 605,10

 

b. alle overige aangewezen trouwlocaties

€ 381,35

1.1.1.3

de in het "Reglement burgerlijke stand" voor zondag vastgestelde uren

 

 

a. Overige aangewezen trouwlocaties

€ 508,50

1.1.1.4

Het tarief voor een verzoek tot benoeming van een reeds beëdigde buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor een eenmalige voltrekking van een huwelijk of partnerregistratie bedraagt

€ 51,60

1.1.2

Voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gelden dezelfde tarieven als genoemd onder 1.1.1.1, sub a en 1.1.1.2, sub a.

 

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.3.1

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering

€ 23,20

1.1.3.2

een duplicaat trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 23,20

1.1.3.3

een gekalligrafeerd trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 42,80

1.1.3.4

Het tarief voor het bijschrijven van een kind in een gekalligrafeerd trouwboekje of partnerschapsboekje bedraagt per kind

€ 7,70

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lijst waarop zijn vermeld:

 

1.1.4.1

alle op één dag, in één week of in één maand geborenen en overledenen, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermelde aangifte

€ 10,30

1.1.4.2

alle op één dag, in één week of in één maand ondertrouwde en getrouwde paren of geregistreerde partners, als voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermeld paar

€ 10,30

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.5.1

een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat het laatst is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

1.1.5.2

een uittreksel of afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat het laatst is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is geldt het tarief (afgerond naar beneden op vijf cent) zoals dat het laatst is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden;

 

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt geldt het tarief (afgerond naar beneden op vijf cent) zoals dat het laatst is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een: nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort)

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is geldt het te heffen tarief (afgerond naar beneden op vijf cent) zoals dat het laatst is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt geldt het te heffen tarief (afgerond naar beneden op vijf cent) zoals dat het laatst is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wetbetreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is geldt het te heffen tarief (afgerond naar beneden op vijf cent) zoals dat het laatst is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt geldt het tarief (afgerond naar beneden op vijf cent) zoals dat het laatst is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen geldt het te heffen tarief (afgerond naar beneden op vijf cent) zoals dat het laatst is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is geldt het te heffen tarief (afgerond naar beneden op vijf cent) zoals dat het laatst is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt geldt het te heffen tarief (afgerond naar beneden op vijf cent) zoals dat het laatst is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 

1.2.6

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document geldt een toeslag (afgerond naar beneden op vijf cent) zoals die het laatst is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs bedraagt het tarief zoals dat het laatst is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs), afgerond naar beneden op vijf cent.

 

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het tarief zoals dat het laatst is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs), afgerond naar beneden op vijf cent.

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.1.1.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 4,60

1.4.1.1.2

tot het verstrekken van gegevens waarbij de betaling via internet geschiedt, per verstrekking

€ 4,00

1.4.2.2

tot het verstrekken van een volledig overzicht (persoonslijst) van alle in de basisregistratie personen opgenomen gegevens van één persoon (inzagerecht)

€ 10,30

1.4.2.3

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200)

€ 4,60

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 6,55

1.4.5

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het besluit basisregistratie personen bedraagt per verstrekking het tarief zoals dat het laatst is opgenomen in artikel 10, lid 2 van de Regeling basisregistratie personen

 

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier.

€ 13,90

 

 

 

Hoofdstuk 5 Reserveren

 

 

 

Hoofdstuk 6 Reserveren

 

 

 

Hoofdstuk 7 Verstrekkingen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

1,7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het op papier dan wel digitaal verstrekken van

 

1.7.1

kopieën van documenten op grond van artikel 7 eerste lid, onder a, van de Wet openbaarheid van bestuur:

 

1.7.1.1

voor minder dan 6 kopieën

€ 0,00

1.7.1.2

voor 6 tot 13 kopieën

€ 5,25

1.7.1.3

voor 14 of meer kopieën, per kopie

€ 0,36

1.7.2

een uittreksel van een document of een samenvatting van de inhoud van een document op grond van artikel 7, eerste lid onder c, van de Wet openbaarheid van bestuur, per pagina

€ 2,40

 

 

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.8.1.1.1

een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.1.2.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 2,05

1.8.1.2.2

in formaat A3, per bladzijde

€ 4,00

1.8.1.2.3

in formaat A2, per bladzijde

€ 6,10

1.8.1.2.4

in formaat A1, per bladzijde

€ 10,05

1.8.1.2.5

in formaat A0, per bladzijde

€ 20,25

1.8.1.2.6

in een ander formaat, per 1000 cm²

€ 2,05

1.8.2

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.2.1

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 15,25

1.8.2.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de wegenwet:

 

1.8.2.2.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 2,05

1.8.2.2.2

in formaat A3, per bladzijde

€ 4,00

1.8.2.2.3

in formaat A2, per bladzijde

€ 6,10

1.8.2.2.4

in formaat A1, per bladzijde

€ 10,05

1.8.2.2.5

in formaat A0, per bladzijde

€ 20,25

1.8.2.2.6

in een ander formaat, per 1000 cm²

€ 2,05

1.8.2.3

de gemeentelijke basisadministratie adressen of de gemeentelijke basisadministratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 15,25

 

 

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag zoals dat het laatst is opgenomen in de Regeling Vergoeding Verklaring Omtrent het gedrag en Gedragsverklaring Aanbesteden;

 

1.9.2

tot het legaliseren van een handtekening

€ 4,60

 

 

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 11,20

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, voor de eerste vijftig pagina’s, per pagina

€ 0,51

 

voor elke volgende pagina

€ 0,07

1.10.2.2

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 3,55

1.10.3

In afwijking van artikel 5, derde lid, van de verordening worden geen leges in rekening gebracht indien minder dan een kwartier aan het doen van naspeuringen is besteed.

 

1.10.4

In afwijking van subonderdeel 1.10.2.1 worden geen leges in rekening gebracht bij verstrekking van 10 of minder pagina’s.

 

 

 

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 56,95

 

 

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 208,45

1.12.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

€ 124,05

 

 

 

Hoofdstuk 13 Reserveren

 

 

 

Hoofdstuk 14 Reserveren

 

 

 

Hoofdstuk 15 Reserveren

 

 

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen. Indien de vergunning geldt voor:

 

1.16.1.1

één speelautomaat voor 12 maanden maximaal:

€ 56,50

1.16.1.2

twee of meer speelautomaten voor 12 maanden maximaal:

€ 22,50

+ (aantal kansspelautomaten x € 34,-)

1.16.1.3

een tijdvak, korter dan 12 maanden maximaal:

€ 22,50 + (aantal kansspelautomaten x € 34,-) x (looptijd delen door 12)

1.16.1.4

een tijdvak langer dan 12 maanden tot vier jaar:

€ 22,50 + (aantal kansspelautomaten x € 34,-) x (looptijd delen door 12)

1.16.1.5

één speelautomaat voor langer dan 4 jaar:

€ 226,50

1.16.1.6

twee of meer speelautomaten voor langer dan 4 jaar:

maximaal € 90,50 + (aantal kansspelautomaten x € 136,-)

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 54,55

 

 

 

Hoofdstuk 17 Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Zevenaar

1.17

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

1.17.1

het afgeven van een instemmingsbesluit voor reguliere werkzaamheden binnen het grondgebied van de gemeente

€ 142,35

1.17.2

Het bedrag genoemd in 1.17.1 wordt, indien het betreft werkzaamheden binnen de bebouwde kom, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meters sleuf verhoogd met

€ 1,45

1.17.3

Het bedrag genoemd in 1.17.1 wordt, indien het betreft werkzaamheden buiten de bebouwde kom, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meters sleuf verhoogd met een maximum van

€ 1,45

 

€ 72.257,85

1.17.4

het afgeven van een instemmingsbesluit voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard binnen het grondgebied van de gemeente

€ 101,70

 

 

 

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 25,00

1.18.1.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 om met een motorvoertuig het autoluwe gebied als bedoeld in de Verordening ontheffing autoluw gebied Zevenaar, binnen te rijden, voor de duur van

een week

een maand

een jaar

 

 

 

 

€ 25,00

€ 40,00

€ 60,00

1.18.1.3

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 om met een motorvoertuig het autoluwe gebied als bedoeld in de Verordening ontheffing autoluw gebied Zevenaar, binnen te rijden voor de bewoner in de autoluwe zone, per jaar

€ 25,00

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 24,00

1.18.3.1

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 21,00

1.18.3.2

tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart of een plaatselijke parkeerontheffing in het geval van diefstal of vermissing

€ 10,00

1.18.4

tot het verkrijgen van een vergunning voor aanleg, verplaatsen of het wijzigen van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 57,95

1.18.5

tot het wijzigen van een parkeerontheffing

€ 10,00

1.18.6

tot het verkrijgen van een transponder

€ 30,00

1.18.6.1

als borgstelling voor de transponder

€ 50,00

 

 

 

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.19.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

voor de eerste vijftig pagina’s per pagina

€ 0,51

 

voor elke volgende pagina

€ 0,07

1.19.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

voor de eerste vijftig pagina’s, per pagina

€ 0,51

 

voor elke volgende pagina

€ 0,07

1.19.1.3

waarbij in afwijking van de subonderdelen 1.19.1.1 en 1.19.1.2 geen leges in rekening worden gebracht bij verstrekking van 10 of minder pagina’s.

 

1.19.1.4

kleurenfotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

 

 

voor de eerste vijftig pagina’s, per pagina

€ 1,05

 

voor elke volgende pagina

€ 0,15

1.19.1.5

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de subonderdelen 1.19.1.1 en 1.19.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk, met een oppervlakte van:

 

 

a. minder dan 2.500 cm2 (formaat A6 t/m A11)

€ 4,80

 

b. 2.500 cm2 of meer, maar minder dan 10.000 cm2 (formaat A5 t/m A0)

€ 9,30

 

c. 10.000 cm2 of meer (formaat 2A0 en 4A0 of groter)

€ 12,90

1.19.1.6

calques, al dan niet behorend bij de subonderdelen 1.19.1.1 en 1.19.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per calques met een oppervlakte van:

 

 

a. minder dan 2.500 cm2 (formaat A6 t/m A11)

€ 13,90

 

b. 2.500 cm2 of meer, maar minder dan 10.000 cm2 (formaat A5 t/m A0)

€ 21,65

 

c. 10.000 cm2 of meer (formaat 2A0 en 4A0 of groter)

€ 28,85

1.19.1.7

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 3,50

 

 

 

 

Wet geluidhinder

 

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een hogere grenswaarde vast te stellen dan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting op grond van artikel 83 Wet geluidhinder (HGW-procedure)

€ 1.169,55

1.19.2.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 8.4 van het bouwbesluit 2012 waarbij een akoestisch onderzoeksrapport beoordeeld moet worden, wordt het overeenkomstig de subonderdelen 1.19.5 berekende bedrag verhoogd met

€ 188,10

1.19.2.2

Indien het een aanvraag betreft tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 8.3 Bouwbesluit 2012 (geluidhinder bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden)

 

1.19.2.2.1

geldig voor één aaneengesloten periode van 24 uur, of een gedeelte ervan, waarbinnen gebruik zal worden gemaakt van de ontheffing ten behoeve van soortgelijke activiteiten, dan bedraagt het tarief

€ 188,10

1.19.2.2.2

geldig voor meer dan één aangesloten periode van 24 uur, of een gedeelte daarvan, voor de eerste periode: dan bedraagt het tarief

 

 

183,05 vermeerderd met € 14,00 voor elke volgende aaneengesloten periode van 24 uur of gedeelte ervan, waarbinnen gebruik zal worden gemaakt van de ontheffing ten behoeve van gelijksoortige activiteiten,

 

 

met een maximum van € 70,15.

 

 

 

 

 

Algemene plaatselijke verordening

 

1.19.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een:

 

1.19.3.1.1

0ntheffing als bedoeld in artikel 5:34, lid 3 APV:

€ 39,65

1.19.3.1.2

ontheffing voor een vreugde- of kampvuur (artikel 5:34 Algemene plaatselijke verordening gemeente Zevenaar)

€ 39,65

1.19.3.1.3

doorlopende stookontheffing voor één stookseizoen voor specifieke gevallen, onderhoud landgoederen of grote agrarische percelen, waarbij sprake is van het onderhouden van meer dan één kilometer aan karakteristieke landschapselementen (artikel 5:34 Algemene plaatselijke verordening jo. artikel 6.4.1 Beleidsregel resthout met beleid verbranden)

€ 39,65

1.19.3.2

ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 Algemene plaatselijke verordening gemeente Zevenaar (overige geluidhinder)

 

1.19.3.2.1

geldig voor één aaneengesloten periode van 24 uur, of een gedeelte ervan, waarbinnen gebruik zal worden gemaakt van de ontheffing ten behoeve van soortgelijke activiteiten

€ 188,10

1.19.3.2.2

geldig voor meer dan één aangesloten periode van 24 uur, of een gedeelte daarvan, voor de eerste periode

€ 188,10

 

vermeerderd met € 13,40 voor elke volgende aaneengesloten periode van 24 uur of gedeelte ervan, waarbinnen gebruik zal worden gemaakt van de ontheffing ten behoeve van gelijksoortige activiteiten, met een maximum van € 67,10.

€ 13,40

 

€ 67,10

1.19.3.2.3

Indien voor de aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in de subonderdelen 1.19.3.2.1 of 1.19.3.2.2 een akoestisch rapport dient te worden beoordeeld (bijvoorbeeld overeenkomstig het "Plan van aanpak en beleidsregels inzake het beperken van geluidsoverlast van werkzaamheden vanwege de NS aan en rond de spoorlijn in Zevenaar") wordt het overeenkomstig de subonderdelen 1.19.3.2.1 of 1.19.3.2.2 berekende bedrag verhoogd met

€ 188,10

1.19.3.2.4

Indien een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 1.19.3.2 voor een niet- commerciële activiteit wordt ingediend door particulier, stichting of vereniging, dan bedraagt het tarief

€ 58,95

1.19.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een persoonsgebonden gedoogbeschikking voor het permanent mogen bewonen van een recreatieverblijf

€ 188,10

 

 

 

 

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

1.19.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 58,95

1.19.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.19.6.1

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 8,75

1.19.6.2

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 1,55

1.19.6.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 1,05

1.19.6.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 1,05

1.19.6.2.2

per pagina op papier van een ander formaat

€ 1,55

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.a

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Onder aanlegkosten vallen alle kosten die gemoeid zijn met het uitvoeren van het werk of werkzaamheden, overeenkomstig de ingediende aanvraag omgevingsvergunning. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.1

bouwkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, dan wel een raming van alle kosten (exclusief BTW) die gemoeid zijn met de volledige uitvoering van het werk, overeenkomstig de ingediende aanvraag omgevingsvergunning. Onder bouwkosten vallen in ieder geval de kosten van omgevingsvergunningplichtige bouwkundige werken, installaties die een wezenlijk onderdeel van het bouwwerk uitmaken om het bouwwerk aan haar doel te laten beantwoorden (bijv. verlichting, verwarming, ventilatie, roltrappen, liften en dergelijke) en vaste inrichtingen. De bouw- en materiaalkosten moeten marktconform worden opgegeven, ook wanneer een deel van de werkzaamheden door middel van zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, of wanneer hergebruikte materialen worden gebruikt.

Als minimale ondergrens van de bouwkosten wordt gehanteerd de door het Nederlands Bouwkosten Instituut (NBI) bepaalde basisbedragen voor gebouwen provincie Gelderland, zoals benoemd in het Onderzoeksrapport Basisbedragen Gebouwen 4de kwartaal 2020, of zoals dit laatstelijk is gewijzigd of vervangen. Een exemplaar daarvan is in te zien bij de gemeente.

 

2.1.1.2

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning :

€ 113,90

 

 

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten: bestaande uit de handelingen: toets bestemmngsplan, toets bouwbesluit, toets bouwverordening (en de toets welstand zoals wordt geregeld in artikel 2.3.1.2)

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, indien de bouwkosten

 

2.3.1.1.1

minder bedragen dan € 500.000,-, 2,5% van de bouwkosten met een minimum van € 185,00

 

2.3.1.1.2

€ 500.000,- bedragen of meer, maar minder dan € 1.000.000,-, 2,2% van het deel van de bouwkosten tussen de € 500.000,- en € 1.000.000,-, vermeerderd met € 12.500,00;

 

2.3.1.1.3

€ 1.000.000,- bedragen of meer, maar minder dan € 5.000.000,-, 1,9% van het deel van de bouwkosten tussen € 1.000.000,- en € 5.000.000,-, vermeerderd met € 23.500,00;

 

2.3.1.1.4

€ 5.000.000,- bedragen of meer, 1,6 % van de bouwkosten boven de € 5.000.000,- vermeerderd met € 99.500,00.

 

 

 

 

 

Welstandstoets

 

2.3.1.2

Indien een aanvraag als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1 en onderdeel 2.3.15 moet worden getoetst aan de eisen van welstand waaraan het bouwplan moet voldoen, door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van het Gelders Genootschap, worden de tarieven van genoemde commissie gehanteerd, zoals die blijken uit de bijgevoegde tariefregeling vermeerderd met BTW.

 

 

 

 

 

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.2.1

Indien aanlegkosten minder bedragen dan € 1.000.000,00

€ 498,30

2.3.2.2

indien de aanlegkosten meer dan € 1.000.000 bedragen € 498,30, verhoogd met € 183,05 per € 1.000.000 of deel daarvan waarmee die aanlegkosten € 999.999 te boven gaan, met een maximum van € 96.716,70.

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 686,45

2.3.3.1.1

indien de afwijking bedoeld onder 2.3.3.1, betreft het toepassen van de 10% regeling

€ 0,00

2.3.3.1.2

indien de afwijking bedoeld onder 2.3.3.1 betrekking heeft op artikel 39 van het bestemmingsplan Buitengebied Zevenaar Noord (2018) en de aanvraag past qua bouw en gebruik in de hoofdbestemming:

€ 0,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 686,45

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) 2,5 % van de bouwkosten met een minimumtarief van € 477,95 en een maximum van € 6.071,45,-

 

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 427,10

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 427,10

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 427,10

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 427,10

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 427,10

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 686,45

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 686,45

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 1.032,25

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 422,05

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 422,05

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 422,05

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 422,05

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 422,05

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.a

De bruto vloeroppervlakte (BVO) van een ruimte of van een groep van ruimten, is de oppervlakte gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.

Ter aanvulling op het bovengenoemde geldt het volgende:

• Indien een binnenruimte aan een andere binnenruimte grenst, moet worden gemeten tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie;

• Indien een gebouw gebonden buitenruimte aan een binnenruimte grenst, moet het grondvlak van de scheidingsconstructie volledig worden toegerekend aan de BVO van de binnenruimte.

Bij de bepaling van de BVO wordt niet meegerekend een schalmgat of een vide, indien de oppervlakte daarvan groter is dan of gelijk is aan 4 m².

Bij de bepaling van de grenslijn, dient een incidentele nis of uitsparing en een incidenteel uitspringend bouwdeel te worden genegeerd, voor zover het grondvlak daarvan kleiner is dan 0,5 m².

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief met een bruto vloeroppervlakte:

 

2.3.5.1.1

tot en met 100 m2

€ 1,62 per m2 plus € 594,90

2.3.5.1.2

van 101 tot en met 500 m2

€ 1,42 per m2 plus € 645,75

2.3.5.1.3

van 501 tot en met 2.000 m2

€ 0,71 per m2 plus € 986,45

2.3.5.1.4

van 2.001 tot en met 5.000 m2

€ 0,30 per m2 plus € 1.189,85

2.3.5.1.5

van 5.001 tot en met 50.000 m2

€ 0,02 per m2 plus € 3.173,00

2.3.5.1.6

meer dan 50.000 m2

€ 0,01 per m2 plus € 3.671,35

2.3.5.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een gebruiksvergunning voor het brandveilig gebruik van een bouwwerk met een bruto vloeroppervlakte

 

2.3.5.2.1

tot en met 100 m2

€ 0,78 per m2 plus € 274,55

2.3.5.2.2

van 101 tot en met 500 m2

€ 0,69 per m2 plus € 294,90

2.3.5.2.3

van 501 tot en met 2.000 m2

€ 0,35 per m2 plus € 462,70

2.3.5.2.4

van 2.001 tot en met 5.000 m2

€ 0,14 per m2 plus € 849,15

2.3.5.2.5

van 5.001 tot en met 50.000 m2

€ 0,01 per m2 plus € 1.505,15

2.3.5.2.6

meer dan 50.000 m2

€ 0,01 per m2 plus € 1.922,10

2.3.5.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een gebruiksvergunning voor het brandveilig gebruik van een bouwwerk, welke een beperkte administratieve handeling vergt

€ 49,80

2.3.5.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ingevolge de voorwaarde in de vergunning van degene op wiens naam de vergunning is gesteld, of op aanvraag van de rechtverkrijgende, tot het overschrijven op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld, voor zover er geen wijzigingen zijn opgetreden in het gebruik van het bouwwerk waarvoor de vergunning is verleend

€ 238,95

2.3.5.5

Indien een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, als bedoeld in de subonderdelen 2.3.5.1 of 2.3.5.2 wordt geweigerd, dan wel de aanvraag door de aanvrager wordt ingetrokken, worden de volgens dat onderdeel berekende leges met 50 % verminderd.

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Zevenaar 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 12, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 91,50

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 91,50

2.3.6.1.3

Voor de toetsing van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.6.1 door de monumentencommissie van het Gelders Genootschap, worden de tarieven van genoemde commissie gehanteerd, zoals die blijken uit de bijgevoegde tariefregeling.

 

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of een gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 91,50

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 503,40

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 274,55

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 84,40

2.3.10

Kappen

 

2.3.10.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2, eerste lid, van de Bomenverordening Zevenaar een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 47,25

2.3.10A

Handelsreclame

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor het maken of voeren van handelsreclame (artikel 4:16 Algemene Plaatselijke verordening gemeente Zevenaar)

€ 211,50

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Zevenaar of artikel 10 van de Parkeerverordening Zevenaar een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 58,95

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 164,75

2.3.13

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 164,75

2.3.14

Handelingen in het kader van de Tracéwet of het Tracébesluit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de Tracéwet of het Tracébesluit, bedraagt het tarief 2,5 % van de bouw- of aanlegkosten, met een minimum van € 505,40 en een maximum van € 6468,10

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 120 % van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, waarbij het bedrag aan leges dat is vastgesteld voor de eerste fase in mindering wordt gebracht

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 191,15

2.3.16.2

voor de beoordeling van een plan van aanpak betreffende archeologisch (voor)onderzoek

€ 191,15

2.13.16.3

voor de beoordeling van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek op grond van de artikelen 39, tweede lid, 40, eerste lid of 41, eerste lid van de Monumentenwet

€ 531,85

2.3.17

Verplicht advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

 

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Kennisgevingen

 

2.3.19

De bedragen van de artikelen 2.3.1 t/m 2.3.10A en 2.3.15, worden verhoogd met € 53,90. Indien men de 'start werkzaamheden' minimaal 7 dagen voor de aanvang ervan én vervolgens 'gereed werkzaamheden' maximaal 7 dagen na de voltooiing ervan schriftelijk meldt bij de gemeente, ontvangt men die € 53,90 terug.

 

 

Dit artikel geldt niet voor de activiteiten genoemd in de artikelen 2.3.9 en 2.3.10 voor zover de gemeente de aanvrager is

 

2.3.20

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3, mits de omgevingsvergunning is aangevraagd binnen zes maanden na het verleende advies.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, monumenten-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.1.1

Indien de aanvraag voor een omgevingsvergunning, welke wordt voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt ingetrokken binnen 4 weken na indiening van de aanvraag, is een restitutie mogelijk van

50%

2.5.1.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt voorbereid met de uitgebreide procedure, zoals bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wabo, wordt ingetrokken binnen 8 weken na indiening van de aanvraag, is een restitutie mogelijk van

50%

2.5.2.

Verrekening in geval van een nieuwe aanvraag

 

 

De leges die geheven zijn voor een al verleende bouwvergunning of omgevingsvergunning waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden verrekend met het bedrag dat verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een nieuwe vergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit die beperkt afwijkt van de al verleende vergunning, met dien verstande dat zij niet minder zullen bedragen dan het in subonderdeel 2.3.1.1.1 genoemde minimumbedrag. De leges voor verhogingen/aanvullende leges worden niet verrekend. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een geheel nieuw bouwplan.

 

2.5.3

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan het in subonderdeel 2.3.1.1.1 genoemde minimumbedrag wordt niet teruggegeven.

 

2.5.4

Geen teruggaaf legesdeel externe adviezen of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van subonderdelen 2.3.1.2, 2.3.6.1.3 en de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 55,90

 

 

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een verleende vergunning waarvan nog geen gebruik is gemaakt, als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: 5% van de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van de onderliggende vergunning waarop de te wijzigen aanvraag ziet met een minimum van

€ 181,00

 

 

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.

De leges zijn exclusief onderzoeken en opstellen bestemmingsplan.

€ 7.332,55

2.8.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.8.1. op het moment dat deze aanvraag wordt meegenomen in een door de gemeente geïnitieerde bestemmingsplanprocedure (actualisatie) voor dat perceel/gebied

€ 5.166,35

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 5.166,35

 

 

 

Hoofdstuk 9 Reserveren

 

 

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 58,95

 

 

 

Hoofdstuk 11 Diversen

2.11

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een stikstofdepositieberekening

€ 274,55

 

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

 

 

 

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

 

3.1.1.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 547,10

3.1.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30a van de Drank- en Horecawet bij wijziging leidinggevende (per leidinggevende met een maximum van 3) of bij wijziging van de oppervlakten van de horeca- of slijtlokaliteiten en terrassen als bedoeld in artikel 30 van de Drank-en Horecawet

€ 191,15

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in

 

3.1.2.1

artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet

€ 134,20

3.1.2.2

artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 134,20

3.1.2.2.1

indien er sprake is van een meerjarenvergunning als bedoeld in artikel 3.2.1.1 bedraagt het tarief voor een ‘meerjarenontheffing’ op grond van artikel 35 Drank- en Horecawet

€ 274,55

3.1.3

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

€ 191,15

3.1.4

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 134,20

 

 

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen, markten, e.d.

3.2.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een niet-commercieel evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Zevenaar (evenementenvergunning)

€ 62,00

3.2.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een meerjarenvergunning voor het organiseren van een niet-commercieel evenement als bedoeld in artikel 2:25a, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Zevenaar (evenementenvergunning)

€ 124,05

3.2.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een commercieel evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid en 2:25a eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Zevenaar (evenementenvergunning)

 

 

bij een aangevraagd aantal bezoekers tot 500

€ 164,75

 

bij een aangevraagd aantal bezoekers van 500 tot 2000

€ 228,80

 

bij een aangevraagd aantal bezoekers van 2000 tot 5000

€ 844,10

 

bij een aangevraagd aantal bezoekers van 5000 tot 7500

€ 1.032,25

 

bij een aangevraagd aantal bezoekers van 7500 of meer, per bezoeker

€ 0,41

 

waarbij bij een meerjarenvergunning of een evenement verspreid over meerdere dagen, het aantal bezoekers wordt berekend per jaar/per dag.

 

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in:

 

3.2.2.1

artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening 2010 gemeente Zevenaar (standplaats)

€ 58,95

 

 

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor vergunning of ontheffing als bedoeld in:

 

3.3.1

artikel 3:4, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Zevenaar (een seksinrichting), per jaar

€ 945,80

3.3.2

artikel 3:4, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Zevenaar (een escortbedrijf), per jaar

€ 640,70

3.3.3

artikel 3:10, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Zevenaar (een sekswinkel), per jaar

€ 159,65

 

 

 

Hoofdstuk 4 reserveren

 

 

 

Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 58,95

 

 

 

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.6.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 58,95

3.6.2

tot het wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing

€ 41,65

 

Behorend bij raadsbesluit van 16 december 2020

De griffier van Zevenaar

Naar boven