Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.a
|
aanlegkosten:
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Onder aanlegkosten vallen alle kosten die gemoeid zijn met het uitvoeren van het werk of werkzaamheden, overeenkomstig de ingediende aanvraag omgevingsvergunning. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.1
|
bouwkosten:
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, dan wel een raming van alle kosten (exclusief BTW) die gemoeid zijn met de volledige uitvoering van het werk, overeenkomstig de ingediende aanvraag omgevingsvergunning. Onder bouwkosten vallen in ieder geval de kosten van omgevingsvergunningplichtige bouwkundige werken, installaties die een wezenlijk onderdeel van het bouwwerk uitmaken om het bouwwerk aan haar doel te laten beantwoorden (bijv. verlichting, verwarming, ventilatie, roltrappen, liften en dergelijke) en vaste inrichtingen. De bouw- en materiaalkosten moeten marktconform worden opgegeven, ook wanneer een deel van de werkzaamheden door middel van zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, of wanneer hergebruikte materialen worden gebruikt.
Als minimale ondergrens van de bouwkosten wordt gehanteerd de door het Nederlands Bouwkosten Instituut (NBI) bepaalde basisbedragen voor gebouwen provincie Gelderland, zoals benoemd in het Onderzoeksrapport Basisbedragen Gebouwen 4de kwartaal 2020, of zoals dit laatstelijk is gewijzigd of vervangen. Een exemplaar daarvan is in te zien bij de gemeente.
|
|
2.1.1.2
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning :
|
€ 113,90
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten: bestaande uit de handelingen: toets bestemmngsplan, toets bouwbesluit, toets bouwverordening (en de toets welstand zoals wordt geregeld in artikel 2.3.1.2)
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, indien de bouwkosten
|
|
2.3.1.1.1
|
minder bedragen dan € 500.000,-, 2,5% van de bouwkosten met een minimum van € 185,00
|
|
2.3.1.1.2
|
€ 500.000,- bedragen of meer, maar minder dan € 1.000.000,-, 2,2% van het deel van de bouwkosten tussen de € 500.000,- en € 1.000.000,-, vermeerderd met € 12.500,00;
|
|
2.3.1.1.3
|
€ 1.000.000,- bedragen of meer, maar minder dan € 5.000.000,-, 1,9% van het deel van de bouwkosten tussen € 1.000.000,- en € 5.000.000,-, vermeerderd met € 23.500,00;
|
|
2.3.1.1.4
|
€ 5.000.000,- bedragen of meer, 1,6 % van de bouwkosten boven de € 5.000.000,- vermeerderd met € 99.500,00.
|
|
|
|
|
|
Welstandstoets
|
|
2.3.1.2
|
Indien een aanvraag als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1 en onderdeel 2.3.15 moet worden getoetst aan de eisen van welstand waaraan het bouwplan moet voldoen, door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van het Gelders Genootschap, worden de tarieven van genoemde commissie gehanteerd, zoals die blijken uit de bijgevoegde tariefregeling vermeerderd met BTW.
|
|
|
|
|
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.2.1
|
Indien aanlegkosten minder bedragen dan € 1.000.000,00
|
€ 498,30
|
2.3.2.2
|
indien de aanlegkosten meer dan € 1.000.000 bedragen € 498,30, verhoogd met € 183,05 per € 1.000.000 of deel daarvan waarmee die aanlegkosten € 999.999 te boven gaan, met een maximum van € 96.716,70.
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 686,45
|
2.3.3.1.1
|
indien de afwijking bedoeld onder 2.3.3.1, betreft het toepassen van de 10% regeling
|
€ 0,00
|
2.3.3.1.2
|
indien de afwijking bedoeld onder 2.3.3.1 betrekking heeft op artikel 39 van het bestemmingsplan Buitengebied Zevenaar Noord (2018) en de aanvraag past qua bouw en gebruik in de hoofdbestemming:
|
€ 0,00
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 686,45
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) 2,5 % van de bouwkosten met een minimumtarief van € 477,95 en een maximum van € 6.071,45,-
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 427,10
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 427,10
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 427,10
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 427,10
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 427,10
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 686,45
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 686,45
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 1.032,25
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 422,05
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 422,05
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 422,05
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 422,05
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 422,05
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.a
|
De bruto vloeroppervlakte (BVO) van een ruimte of van een groep van ruimten, is de oppervlakte gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.
Ter aanvulling op het bovengenoemde geldt het volgende:
• Indien een binnenruimte aan een andere binnenruimte grenst, moet worden gemeten tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie;
• Indien een gebouw gebonden buitenruimte aan een binnenruimte grenst, moet het grondvlak van de scheidingsconstructie volledig worden toegerekend aan de BVO van de binnenruimte.
Bij de bepaling van de BVO wordt niet meegerekend een schalmgat of een vide, indien de oppervlakte daarvan groter is dan of gelijk is aan 4 m².
Bij de bepaling van de grenslijn, dient een incidentele nis of uitsparing en een incidenteel uitspringend bouwdeel te worden genegeerd, voor zover het grondvlak daarvan kleiner is dan 0,5 m².
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief met een bruto vloeroppervlakte:
|
|
2.3.5.1.1
|
tot en met 100 m2
|
€ 1,62 per m2 plus € 594,90
|
2.3.5.1.2
|
van 101 tot en met 500 m2
|
€ 1,42 per m2 plus € 645,75
|
2.3.5.1.3
|
van 501 tot en met 2.000 m2
|
€ 0,71 per m2 plus € 986,45
|
2.3.5.1.4
|
van 2.001 tot en met 5.000 m2
|
€ 0,30 per m2 plus € 1.189,85
|
2.3.5.1.5
|
van 5.001 tot en met 50.000 m2
|
€ 0,02 per m2 plus € 3.173,00
|
2.3.5.1.6
|
meer dan 50.000 m2
|
€ 0,01 per m2 plus € 3.671,35
|
2.3.5.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een gebruiksvergunning voor het brandveilig gebruik van een bouwwerk met een bruto vloeroppervlakte
|
|
2.3.5.2.1
|
tot en met 100 m2
|
€ 0,78 per m2 plus € 274,55
|
2.3.5.2.2
|
van 101 tot en met 500 m2
|
€ 0,69 per m2 plus € 294,90
|
2.3.5.2.3
|
van 501 tot en met 2.000 m2
|
€ 0,35 per m2 plus € 462,70
|
2.3.5.2.4
|
van 2.001 tot en met 5.000 m2
|
€ 0,14 per m2 plus € 849,15
|
2.3.5.2.5
|
van 5.001 tot en met 50.000 m2
|
€ 0,01 per m2 plus € 1.505,15
|
2.3.5.2.6
|
meer dan 50.000 m2
|
€ 0,01 per m2 plus € 1.922,10
|
2.3.5.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een gebruiksvergunning voor het brandveilig gebruik van een bouwwerk, welke een beperkte administratieve handeling vergt
|
€ 49,80
|
2.3.5.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ingevolge de voorwaarde in de vergunning van degene op wiens naam de vergunning is gesteld, of op aanvraag van de rechtverkrijgende, tot het overschrijven op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld, voor zover er geen wijzigingen zijn opgetreden in het gebruik van het bouwwerk waarvoor de vergunning is verleend
|
€ 238,95
|
2.3.5.5
|
Indien een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, als bedoeld in de subonderdelen 2.3.5.1 of 2.3.5.2 wordt geweigerd, dan wel de aanvraag door de aanvrager wordt ingetrokken, worden de volgens dat onderdeel berekende leges met 50 % verminderd.
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Zevenaar 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 12, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 91,50
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 91,50
|
2.3.6.1.3
|
Voor de toetsing van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.6.1 door de monumentencommissie van het Gelders Genootschap, worden de tarieven van genoemde commissie gehanteerd, zoals die blijken uit de bijgevoegde tariefregeling.
|
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of een gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 91,50
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 503,40
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 274,55
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 84,40
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2, eerste lid, van de Bomenverordening Zevenaar een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 47,25
|
2.3.10A
|
Handelsreclame
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor het maken of voeren van handelsreclame (artikel 4:16 Algemene Plaatselijke verordening gemeente Zevenaar)
|
€ 211,50
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Zevenaar of artikel 10 van de Parkeerverordening Zevenaar een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 58,95
|
2.3.12
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 164,75
|
2.3.13
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 164,75
|
2.3.14
|
Handelingen in het kader van de Tracéwet of het Tracébesluit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de Tracéwet of het Tracébesluit, bedraagt het tarief 2,5 % van de bouw- of aanlegkosten, met een minimum van € 505,40 en een maximum van € 6468,10
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 120 % van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, waarbij het bedrag aan leges dat is vastgesteld voor de eerste fase in mindering wordt gebracht
|
|
2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 191,15
|
2.3.16.2
|
voor de beoordeling van een plan van aanpak betreffende archeologisch (voor)onderzoek
|
€ 191,15
|
2.13.16.3
|
voor de beoordeling van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek op grond van de artikelen 39, tweede lid, 40, eerste lid of 41, eerste lid van de Monumentenwet
|
€ 531,85
|
2.3.17
|
Verplicht advies
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Kennisgevingen
|
|
2.3.19
|
De bedragen van de artikelen 2.3.1 t/m 2.3.10A en 2.3.15, worden verhoogd met € 53,90. Indien men de 'start werkzaamheden' minimaal 7 dagen voor de aanvang ervan én vervolgens 'gereed werkzaamheden' maximaal 7 dagen na de voltooiing ervan schriftelijk meldt bij de gemeente, ontvangt men die € 53,90 terug.
|
|
|
Dit artikel geldt niet voor de activiteiten genoemd in de artikelen 2.3.9 en 2.3.10 voor zover de gemeente de aanvrager is
|
|
2.3.20
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3, mits de omgevingsvergunning is aangevraagd binnen zes maanden na het verleende advies.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, monumenten-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.1.1
|
Indien de aanvraag voor een omgevingsvergunning, welke wordt voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt ingetrokken binnen 4 weken na indiening van de aanvraag, is een restitutie mogelijk van
|
50%
|
2.5.1.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt voorbereid met de uitgebreide procedure, zoals bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wabo, wordt ingetrokken binnen 8 weken na indiening van de aanvraag, is een restitutie mogelijk van
|
50%
|
2.5.2.
|
Verrekening in geval van een nieuwe aanvraag
|
|
|
De leges die geheven zijn voor een al verleende bouwvergunning of omgevingsvergunning waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden verrekend met het bedrag dat verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een nieuwe vergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit die beperkt afwijkt van de al verleende vergunning, met dien verstande dat zij niet minder zullen bedragen dan het in subonderdeel 2.3.1.1.1 genoemde minimumbedrag. De leges voor verhogingen/aanvullende leges worden niet verrekend. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een geheel nieuw bouwplan.
|
|
2.5.3
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan het in subonderdeel 2.3.1.1.1 genoemde minimumbedrag wordt niet teruggegeven.
|
|
2.5.4
|
Geen teruggaaf legesdeel externe adviezen of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van subonderdelen 2.3.1.2, 2.3.6.1.3 en de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
€ 55,90
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een verleende vergunning waarvan nog geen gebruik is gemaakt, als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: 5% van de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van de onderliggende vergunning waarop de te wijzigen aanvraag ziet met een minimum van
|
€ 181,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.
De leges zijn exclusief onderzoeken en opstellen bestemmingsplan.
|
€ 7.332,55
|
2.8.1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.8.1. op het moment dat deze aanvraag wordt meegenomen in een door de gemeente geïnitieerde bestemmingsplanprocedure (actualisatie) voor dat perceel/gebied
|
€ 5.166,35
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 5.166,35
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Reserveren
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 58,95
|
|
|
|
Hoofdstuk 11 Diversen
|
2.11
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een stikstofdepositieberekening
|
€ 274,55
|
|
|
|