Gemeenteblad van Diemen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Diemen | Gemeenteblad 2020, 346153 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Diemen | Gemeenteblad 2020, 346153 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021 (Legesverordening 2021)
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 5 - Maatstaven van heffing en tarieven
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere structuur.
Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb. 1993, 611) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 - Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van de verordening, indien de wijzigingen:
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Tarieventabel leges 2021, Gemeente Diemen
Titel 1 Algemene dienstverlening
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567 - https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-1567.html), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|||
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567 - https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-1567.html), voor het uit te voeren werk. |
|||
Voor zover deze ontbreekt wordt onder de bouwkosten verstaan een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen. |
|||
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. |
|||
De bouwkosten zijn niet lager dan het referentiebedrag dat voortvloeit uit een berekening aan de hand van de kengetallen voor soortgelijke bouwwerken in het Bouwkostenkompas, zoals deze ten tijde van het indienen van de aanvraag golden. De berekening wordt uitgevoerd aan de hand van de benchmark ‘laag’. Indien het in de aanvraag opgegeven bedrag lager is dan het referentiebedrag, wordt het bedrag aan bouwkosten vastgesteld op het referentiebedrag, tenzij de afwijking met de benchmark “laag” kleiner is dan 10%. In dat geval worden de door de aanvrager opgegeven bouwkosten vastgesteld. Indien het Bouwkostenkompas niet voorziet in kentallen voor de aangevraagde werkzaamheden, wordt een onderbouwing opgevraagd die beoordeeld wordt op aannemelijkheid. Als grondslag voor de legesheffing worden de bouwkosten gemaximeerd op € 15.000.000 |
|||
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|||
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|||
om vooroverleg, niet zijnde een principe verzoek, in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zou worden vastgesteld |
|||
Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag om principeverzoek voor een bestuurlijke uitspraak over de wenselijkheid van een voorgenomen ruimtelijk project: |
|||
Indien voor de uitvoering artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 1 of artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2 of artikel 2.12, eerste lid onder b van de Wabo wordt toegepast (reguliere procedure) |
|||
Indien voor de uitvoering artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3 van de Wabo wordt toegepast (uitgebreide procedure |
|||
Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, het bedrag van de bouwkosten, vermeerderd met: |
|||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
|||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld: |
|||
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1, 2.3.9, 2.3.11.1, 2.3.11.2, 2.3.11.3, 2.3.11.4 wordt het tariefverhoogd met, |
|||
indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van € 10.000 |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b van de Wabo, bedraagt het tarief |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wabo bedraagt het tarief |
|||
indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 1°, artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° of artikel 2.12, eerste lid onder b van de Wabo wordt toegepast |
|||
indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
|||
Het tarief als bedoeld in artikel 2.3.3.1 en 2.3.3.3 wordt verhoogd met de voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde (externe) kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in (resp.) 2.3.3.3a is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
indien de aanvraag het provinciaal belang raakt, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid onder c van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) of artikel 2.12, eerste lid onder d van de Wabo(afwijking van voorbereidingsbesluit) |
|||
Het tarief bedoeld in 2.3.3.6 wordt verhoogd met de externe legeskosten. |
|||
indien de aanvraag het nationaal belang raakt, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) |
|||
Het tarief bedoeld in 2.3.3.7 wordt verhoogd met de externe legeskosten. |
|||
In gebruik nemen of in gebruik houden van bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|||
1. Indien het indienen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder d van de Wabo, bedraagt het tarief : |
|||
a. een basisbedrag voor een gebouw met een oppervlakte tot en met 100 m² |
|||
een basisbedrag voor een gebouw met een oppervlakte groter den 100 m² tot en met 500 m² |
|||
een basisbedrag voor een gebouw met een oppervlakte groter dan 500 m² |
|||
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2008 gemeente aangewezen monument, waarvoor op grond van de provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief |
|||
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van de bomenverordening, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief |
|||
indien het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt als bedoeld in artikel 2.5 eerste lid van de Wabo bedraagt het tarief: |
|||
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk vermeerderd met |
|||
van de totaalsom voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|||
voor het in behandeling nemen van de aanvraag met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk vermeerderd met |
|||
van de totaalsom voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|||
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
|||
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeving: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
indien de aanvraag om omgevingsvergunning en de bijbehorende bijlagen niet volledig digitaal via www.omgevingsloket.nl zijn ingediend, wordt het verschuldigde legesbedrag zoals bepaald in Titel 2 verhoogd met 10% tot een maximum van € 250,00 |
|||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning, op grond van artikel 2.1.2 van de Huisvestingsverordening, bedraagt |
|||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning voor een Bed and Breakfast, op grond van artikel 3.1.2 van de Huisvestigingsverordening, bedraagt |
|||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning om woningvorming, op grond van artikel 3.1.2 van de Huisvestigingsverordening, bedraagt |
|||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning om woningsplitsing, op grond van artikel 3.5.1 van de Huisvestigingsverordening, bedraagt |
|||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning om woningdelen, op grond van artikel 3.1.2 van de Huisvestigingsverordening, bedraagt |
|||
Hoofdstuk 4 Vermindering in verband met vooroverleg en principe verzoek |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of een principe verzoek als bedoeld in artikel 2.2.1 respectievelijk 2.2.2, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3 mits de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend binnen zes maanden na afhandeling van het vooroverleg of principe verzoek |
|||
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag om omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten: |
|||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt bestaat aanspraak op terugaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||
Indien de aanvraag niet verder in behandeling kan worden genomen omdat de bescheiden niet voldoen aan de indieningsvereisten 40% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, waarbij het genoemde minimum legestarief gehandhaafd blijft |
|||
indien de aanvraag wordt ingetrokken nadat de aanvraag in behandeling is genomen, maar voordat de vergunning is verleend of wordt geweigerd 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, waarbij het genoemde minimum legestarief gehandhaafd blijft |
|||
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|||
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 10% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|||
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak |
|||
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|||
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend |
|||
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. |
|||
Het tarief als bedoeld in 2.8.1 wordt verhoogd met de voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde (externe) kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld. |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening |
|||
Het tarief als bedoeld in 2.8.2 wordt verhoogd met de voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde (externe) kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld. |
|||
Hoofdstuk 9 In deze titel niet genoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet genoemde beschikking: |
|||
Indien het verzoek wordt ingetrokken, geweigerd of buiten behandeling wordt gesteld wordt 25% teruggaaf verleend van de onder 2.9 geheven leges. |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-346153.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.