Gemeenteblad van Haarlem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlem | Gemeenteblad 2020, 345997 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlem | Gemeenteblad 2020, 345997 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem houdende regels omtrent het verlenen van hulp bij het aflossen van schulden (Beleidsregel Schuldhulpverlening Haarlem)
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon of een zelfstandige zonder personeel niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede preventie, advies en nazorg;
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Alle inwoners van 18 jaar en ouder van de gemeente Haarlem kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
Het college verleent aan de inwoner schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. De noodzaak is aanwezig als er sprake is van een situatie zoals omschreven in artikel 1 onder f van deze beleidsregel. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.
Het aanbod van het college bestaat uit een schuldhulpverleningstraject van één of meerdere producten:
Crisisdienst: het college probeert een crisissituatie af te wenden door gebruik te maken van bestaande afspraken, uitstel te vragen of betalingsregeling te treffen met de desbetreffende schuldeiser. Onder crisissituaties wordt verstaan gedwongen woningontruiming en/of de beëindiging van de levering van gas, elektriciteit en water of het royement van de zorgverzekering;
Informatie- en adviesgesprek: het college geeft informatie en advies over het zelfstandig bereiken van duurzaam financieel evenwicht zonder gebruik te maken van de producten stabilisatie, betalingsregeling, schuldregeling, budgetbeheer of budget-coaching. Onder informatie en advies wordt ook verstaan het doorverwijzen naar derden.
Schuldregeling: het college bemiddelt tussen de cliënt en zijn schuldeisers om problematische en niet problematische schulden aan te pakken. Het college doet dit volgens de richtlijnen van de Gedragscode Schuldregeling NVVK; een minnelijke schuldregeling kan bestaan uit een schuldbemiddeling of een schuldsanering (saneringskrediet).
De cliënt doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn voor de schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.
Artikel 5. Weigerings- en Beëindigingsgronden
Het college kan besluiten tot het weigeren of beëindigen van de schuldhulpverlening indien:
de cliënt opzettelijk of verwijtbaar fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en hij in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie is opgelegd, tenzij de fraudevordering volledig is betaald.
Artikel 6. Recidive – hernieuwde aanvraag
Toelichting beleidsregel schuldhulpverlening gemeente Haarlem
Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Deze kaderwet biedt een stramien voor de vormgeving en de invulling door gemeenten van hun beleid met betrekking tot schuldhulpverlening. De aanleiding voor het vernieuwen van de huidige beleidsregel is de wijziging van de Wgs die vanaf 1 januari 2021 in werking treedt. Vroegsignalering van schulden is als een nieuwe taak van de gemeente toegevoegd aan deze wet. Dit houdt in dat mensen met financiële problemen in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld worden gebracht om vroegtijdige hulpverlening aan te bieden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van daadwerkelijke signalen van betalingsachterstanden en outreachende hulpverlening.
De gemeenteraad stelt de beleidsvisie ‘In Haarlem meer kans voor financieel kwetsbaren’ vast. In deze beleidsvisie zijn de uitgangspunten van de gemeente Haarlem vastgelegd op het terrein van schuldhulpverlening. Deze beleidsregel is een nadere concretisering hiervan. De inwoner weet hierdoor waaraan hij zich dient te houden en de gemeente weet welke verplichtingen hij aan de inwoner mag opleggen en wanneer hij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.
De gemeentelijke schuldhulpverlening valt per 1 juli 2012 onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Dit artikel bevat de definities van verschillende begrippen uit de Wgs en de beleidsregel.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Conform de visie zoals neergelegd in de beleidsvisie staat schuldhulpverlening open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder van de gemeente Haarlem. Uitgangspunt is de individuele toetsing van iedere aanvraag.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
Alleen indien schuldhulpverlening noodzakelijk is, zal de cliënt door het college tot deze vorm van hulpverlening worden toegelaten. Het uitgangspunt is in beginsel eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van de inwoner, maar dit laat onverlet dat er sprake kan zijn van – al dan niet tijdelijk – ‘ontzorgen’ van de inwoner. Anders gezegd, het college ondersteunt zo veel mogelijk Haarlemmers met geldzorgen. Hierbij hanteert het college een drempelloze toegang tot schuldhulpverlening.
Er wordt bij elke aanvraag een individuele afweging gemaakt en er zijn dus geen algemene c.q. categoriale uitsluitingsgronden. Op deze manier wordt de ondersteuning toegespitst op de mogelijkheden van de inwoner en staat de hulpvraag centraal.
Of er een aanbod schuldhulpverlening zal worden gedaan en vervolgens welk product of combinatie van producten kan worden ingezet, hangt af van de situatie van de inwoner, de doelstelling van de schuldhulpverlening en de voorwaarden van het betreffende product. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Er worden in dit artikel enkele factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt.
Afhankelijk van de persoonlijke situatie wordt maatwerk geboden en voor de cliënt geschikte hulpverlening ingezet.
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid en medewerking van de cliënt vooropgesteld. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van inwoners om tijdig de relevante informatie te geven, medewerking te verlenen en zich in te spannen om inkomsten en uitgaven in evenwicht te brengen en te houden. Dit wordt zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject met de cliënt gedeeld. Een geboden traject kan alleen succesvol zijn bij de inzet van de cliënt. Daarnaast helpen deze verplichtingen bij het volhouden van het traject.
Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.
Bij het nakomen van afspraken kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de opgelegde verplichting om de auto te verkopen. Deze verplichting wordt aan een schuldregeling verbonden vanwege het feit dat het hebben van een auto de kans op nieuwe schulden vergroot (denk aan verzekering, noodzakelijke reparaties, verkeersboetes en dergelijke). Uiteraard wordt er bij het opleggen van de verplichting tot verkoop van de auto een uitzondering gemaakt, indien de auto noodzakelijk is vanwege medische redenen of indien de auto noodzakelijk is voor het verwerven van inkomsten.
Het aangaan van nieuwe schulden is niet toegestaan, omdat het de schuldregeling doorkruist. Indien er sprake is van een nieuwe schuld wordt onderzocht of de nieuwe schuld op andere wijze ingelost kan worden. Is dit niet het geval, dan kan dit reden zijn om de schuldhulpverlening te beëindigen.
Artikel 5. Weigerings- en beëindigingsgronden
In dit artikel wordt beschreven wanneer de gemeentelijke schuldhulpverlening kan worden geweigerd of beëindigd:
Bij een onregelbaar schuldenpakket kan een schuldeiser niet worden gedwongen mee te werken aan een schuldhulpverleningstraject. Onder een onregelbaar schuldenpakket vallen de niet saneerbare vorderingen. Dit zijn onder meer bepaalde verkeersboetes, vorderingen die ontstaan zijn als gevolg van een misdrijf en schulden die zijn ontstaan door opzettelijke of ernstig verwijtbare fraude (bestuurlijke boete).
Bij complexe persoonlijke omstandigheden gaat het om verslavingsproblematiek of andere psychosociale problematiek waarbij de cliënt de benodigde hulpverlening niet wil zoeken en/of aanvaarden. Zonder die hulpverlening is het niet mogelijk om de onderliggende oorzaak van de schulden op te lossen of aan te pakken.
Een voorstel tot schuldbemiddeling of schuldsanering kan aan de schuldeisers worden gedaan als de schulden stabiel en vastgesteld zijn. Als hierin nog veranderingen zijn te verwachten doordat de cliënt een vordering betwist of doordat er nieuwe schulden te verwachten zijn, is het niet mogelijk om te bemiddelen tussen schuldeisers en cliënt. Dit heeft te maken met gelijkberechtiging van schuldeisers.
Het kan voorkomen dat de cliënt is toegelaten tot de schuldhulpverlening op basis van onjuiste of onvolledige gegevens. Aan de hand van de juiste gegevens dient te worden nagegaan of het bestaande aanbod terecht is gedaan. Indien dit niet het geval is, zal het college het traject schuldhulpverlening beëindigen. Bij het verstrekken van onjuiste gegevens of inlichtingen wordt rekening gehouden met de mate waarin dit met opzet of vanwege grove nalatigheid is gebeurd.
Binnen de gemeente wordt ervan uitgegaan dat cliënten met respect worden behandeld en dat de professional in staat wordt gesteld om de taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Dit is bijvoorbeeld vastgelegd in het zogeheten Agressieprotocol. Iedere vorm van agressie die normale boosheid of teleurstelling overstijgt, wordt niet geaccepteerd. Indien een cliënt of bezoeker van de Publiekshal zich schuldig maakt aan een vorm van agressie kunnen maatregelen worden opgelegd. Als een cliënt van schuldhulpverlening zich in ernstige mate schuldig maakt aan agressie, waarbij een pandverbod is opgelegd, kan de hulpverlening worden gestaakt.
Indien de cliënt in staat is om zelf een oplossing te vinden voor de schulden (bijvoorbeeld omdat er voldoende inkomen is) of wanneer er geen sprake is van een problematische schuld, kan de aanvraag voor schuldhulpverlening worden geweigerd. Voorts kan een traject worden beëindigd, bijvoorbeeld omdat er vermogen ontstaan is door een erfenis of loterij.
Voordat het besluit tot afwijzing of beëindiging wordt genomen krijgt de cliënt – in geval er sprake is van een niet nakoming van afspraken door de cliënt zelf – een hersteltermijn aangeboden. Indien de cliënt de afspraken niet nakomt binnen de geboden hersteltermijn, wordt de schuldhulpverlening afgewezen dan wel beëindigd.
Voordat er een negatieve beschikking wordt genomen, wordt de cliënt vooraf gehoord en in kennis gesteld.
Bij een afwijzing of een beëindiging van een aanvraag of een traject kan nog gericht specifieke hulpverlening ingezet worden, bijvoorbeeld een informatie- en/of adviesgesprek. Ook zal er zo nodig een gepaste verwijzing naar andere hulpverlenende instanties gedaan worden.
Artikel 6. Recidive – hernieuwde aanvraag
Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Afhankelijk van de reden van afwijzing dan wel beëindiging wordt één van de drie genoemde recidive termijnen gehanteerd. De recidive termijn in Haarlem bedraagt maximaal vijf jaar.
Een herhaalde aanvraag schuldhulpverlening zal na een afwijzing voor het minnelijk traject dan wel na het Wsnp-traject geen zin hebben als de situatie van de cliënt ongewijzigd is. Schuldeisers zullen dan niet akkoord gaan met het voorstel tot regeling van de schulden.
De beleidsvrijheid (artikel 2 juncto artikel 3 Wgs) zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de inwoner, af te wijken van het bepaalde van artikel 6 indien nodig (ingevolge artikel 7: inherente afwijkingsbevoegdheid). Bijvoorbeeld, als er redenen zijn die de cliënt niet zijn toe te rekenen.
Artikel 7. Inherente afwijkingsbevoegdheid
De inherente afwijkingsbevoegdheid is onlosmakelijk verbonden aan het beleid. Dit artikel noemt expliciet de bevoegdheid aan het college om af te wijken van de beleidsregel in bijzondere en onvoorziene gevallen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-345997.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.