Gemeenteblad van Renkum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Renkum | Gemeenteblad 2020, 345641 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Renkum | Gemeenteblad 2020, 345641 | Verordeningen |
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2021
De raad van de gemeente Renkum;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2020
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.4a en 2.1.4b, (2.1.5, eerste lid,) 2.1.6, (2.1.7, 2.3.6) en 2.6.6, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
gelet op de kadernota Sociaal Domein gemeente Renkum 2019;
gezien het advies van Commissie inwoners;
het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van de kadernota 2019 als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
besluit vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2021
HOOFDSTUK 1: Begripsbepalingen
De begripsbepalingen uit de wet maatschappelijke ondersteuning, hierna (wet) en het daarop berustende landelijke uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (hierna ‘uitvoeringsbesluit’), de landelijke uitvoeringsregeling Wmo 2015 (hierna ‘uitvoeringsregeling’) en de nadere regels maatschappelijke ondersteuning Renkum (hierna besluit) en de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Renkum (hierna beleidsregels) zijn van overeenkomstige toepassing op deze verordening. Voorts wordt in deze verordening verstaan onder:
persoonlijk plan: schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek, waaronder het gesprek, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 lid 8 van de wet, inclusief een door het college noodzakelijk geachte maatwerkvoorziening en de daarmee beoogde resultaten; of een door de cliënt in het door het college aangewezen format ingediend eigen persoonlijk plan.
professionele aanbieder: tot deze groep behoren personen die:
werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de uit het pgb te voeren taken of werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007), en die in het bezit zijn van de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken;
aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel, die in het bezit zijn van zowel de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken als een beschikking geen loonheffingen (BGL) en die ten aanzien van de uit het pgb te voeren taken of werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007);
HOOFDSTUK 2: Melding, gesprek en aanvraag
Artikel 3. Gesprek en onderzoek
In het kader van het onderzoek naar de factoren genoemd in artikel 2.3.2 lid 4 van de wet kan het college een gesprek voeren met de cliënt of zijn wettelijk vertegenwoordiger. Voor zover mogelijk zijn de mantelzorgers van de cliënt en desgewenst zijn familie hierbij aanwezig. Als de hulpvraag, de beperkingen en de ondersteuningsbehoefte genoegzaam bekend zijn, kan het college besluiten om af te zien van een gesprek. De factoren genoemd in artikel 2.3.2 lid 4 van de wet zijn:
HOOFDSTUK 3: Maatwerkvoorziening
Artikel 7. Criteria voor een maatwerkvoorziening
De cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
Ter compensatie van de beperkingen, chronische psychische of psychosociale problemen, als gevolg waarvan de cliënt niet voldoende in staat is tot zelfredzaamheid of participatie en voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen:
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het voorgaande hoofdstuk bedoelde gesprek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
In de vorm van opvang of beschermd wonen als de cliënt door chronische psychische of psychosociale problemen zich niet kan handhaven in de samenleving; of de cliënt de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld; Voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen met:
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het voorgaande hoofdstuk bedoelde gesprek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Het college kan maatregelen treffen voor een soepele overgang van de cliënt naar het zich weer op eigen kracht kunnen handhaven in de samenleving.
Het college verstrekt een maatwerkvoorziening ter vervanging van een eerder door het college verstrekte voorziening slechts na het verstrijken van de afschrijvingstermijn. Deze afschrijvingstermijn is opgenomen in het besluit maatschappelijke ondersteuning. Het college kan een vervangende maatwerkvoorziening eerder verstrekken indien:
Artikel 8. Maatwerkvoorziening vervoer
De cliënt kan in aanmerking komen voor een collectieve voorziening voor regionaal sociaal-recreatief vervoer vanaf een afstand van 1 kilometer tot een afstand van 25 kilometer vanaf zijn woonadres of naar een puntbestemming. Deze maatwerkvoorziening bestaat uit een door het college aangewezen vervoersvoorziening voor maximaal 1500 kilometer per kalenderjaar. De cliënt is hiervoor een ritbijdrage verschuldigd conform het in het besluit opgenomen tarief. Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd.
Indien het college eerder een individuele voorziening vervoer, bijvoorbeeld een scootmobiel, aan de cliënt heeft verstrekt bedraagt het maximale aantal kilometers waarvoor de collectieve voorziening voor regionaal sociaal-recreatief vervoer wordt verstrekt 750 kilometer per kalenderjaar. Het gaat hierbij om regionaal sociaal-recreatief vervoer vanaf een afstand van 5 kilometer tot een afstand van 25 kilometer vanaf het woonadres of naar een puntbestemming. De cliënt is hiervoor een ritbijdrage verschuldigd conform het in het besluit opgenomen tarief. Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd.
Artikel 9. Maatwerkvoorziening opvang en beschermd wonen
Het college heeft voor het verstrekken en het uitvoeren van de maatwerkvoorziening beschermd wonen, de centrumgemeente Arnhem gemandateerd. Centrumgemeente Arnhem verstrekt de maatwerkvoorziening beschermd wonen overeenkomstig het daartoe vastgestelde beleid van de centrumgemeente, waaronder de vigerende verordening maatschappelijke ondersteuning, het vigerende besluit maatschappelijke ondersteuning, de regels omtrent het pgb in relatie tot beschermd wonen, de regels voor bijdrage in de kosten van beschermd wonen en de overige nadere regels en beleidsregels van de centrumgemeente.
Het verstrekken en het uitvoeren van de maatwerkvoorziening beschermd wonen waarbij de primaire noodzaak tot ondersteuning gelegen is in een lichtverstandelijke beperking met een ondergeschikte psychiatrische aandoening en/of ernstige psychosociale problemen wordt in afwijking van het in het eerste lid van dit artikel bepaalde door het college uitgevoerd.
Artikel 10. Weigeringsgronden maatwerkvoorzieningen
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:
indien het een maatwerkvoorziening betreft die de cliënt na de melding en vóór datum waarop het college een besluit neemt, heeft getroffen. Dit geldt niet als het college voor het treffen van de maatwerkvoorziening schriftelijk toestemming heeft verleend of de noodzaak achteraf nog kan worden vastgesteld;
De cliënt kan voor een periode van maximaal 13 weken per kalenderjaar, tijdens verblijf buiten Nederland, voor een pgb in aanmerking komen, indien dit pgb een voortzetting is van een reeds binnen Nederland aangevangen pgb. Wanneer de cliënt tijdens verblijf in het buitenland, zorgverleners betrekt die niet onder de Nederlandse belastingwetgeving vallen, dan wordt het pgb voor de hele periode waarin deze inwoner in het buitenland verblijft verlaagd op grond van het voor dat land geldende aanvaardbaarheidspercentage van het Zorginstituut Nederland.
Artikel 15. Pgb woonvoorziening
De hoogte van het pgb voor een woonvoorziening geleverd door een professionele aanbieder wordt vastgesteld op maximaal 80% van het tarief van de door het college gecontracteerde leveranciers van de betreffende maatwerkvoorziening in natura. Indien geen leveranciers zijn gecontracteerd, dan verstrekt de cliënt minimaal twee door hem opgevraagde offertes aan het college en hanteert het college de goedkoopst compenserende offerte.
Artikel 16. Pgb dienstverlening
HOOFDSTUK 4: Bijdrage in de kosten en ritbijdrage
Artikel 18. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over het kind.
Artikel 18a. Ritbijdrage voor collectief vraagafhankelijk vervoer
Voor collectief vraagafhankelijk vervoer is de cliënt, in afwijking van artikel 18 lid 2, een ritbijdrage verschuldigd. Deze ritbijdrage is niet hoger dan het Openbaar Vervoer-tarief voor vervoer met een OV-chipkaart en wordt jaarlijks geïndexeerd. Deze ritbijdrage wordt jaarlijks door de gecontracteerde vervoersorganisatie gepubliceerd.
Artikel 19. Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen
Voor de algemene voorziening, anders dan de algemene voorzieningen zoals opgenomen in lid 1 en lid 2 van dit artikel, wordt de hoogte van de bijdrage door de aanbieder duidelijk kenbaar gemaakt. Het gaat hierbij om een bijdrage voor het gebruik maken van een maaltijd of materiaal bij een activiteit. Deze bijdrage is maximaal € 10,00 per maaltijd of activiteit. De precieze hoogte van de verschuldigde bijdrage is afhankelijk van de keuze van de cliënt.
HOOFDSTUK 5: Kwaliteit en veiligheid
Artikel 21. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Artikel 22. Verhouding prijs en kwaliteit dienstverlening door derden
HOOFDSTUK 6: Toezicht en handhaving
Artikel 24. Bestrijding oneigenlijk gebruik, misbruik en niet-gebruik van een maatwerkvoorziening of een pgb
Het college onderzoekt, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen en persoonsgebonden budgetten met het oog op de beoordeling van de kwaliteit en recht- en doelmatigheid daarvan en rapporteert periodiek aan de gemeenteraad over de uitvoering, de resultaten en de effecten op het gebied van handhaving in realiteit tot de beleidsuitgangspunten en –prioriteiten zoals vastgelegd in het handhavingsbeleidskader.
HOOFDSTUK 7: Herziening, intrekking en terugvordering
Artikel 25. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, opschorting, intrekking, terugvordering
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet de cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beschikking als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beschikking op grond van het tweede lid, onder a, d en e heeft herzien of ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening in natura of het ten onrechte genoten pgb.
HOOFDSTUK 9: Klachten, medezeggenschap en inspraak
Aanbieders dienen te beschikken over een regeling voor de afhandeling van klachten van inwoners met een ondersteuningsvraag ten aanzien van geleverde diensten of voorzieningen.
Aanbieders dienen te beschikken over een regeling voor de medezeggenschap van inwoners met een ondersteuningsvraag over voorgenomen besluiten van de aanbieder die voor de gebruikers van belang zijn ten aanzien van geleverde diensten of voorzieningen.
Artikel 31. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval inwoners met een ondersteuningsvraag of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
HOOFDSTUK 10: Overgangsrecht en slotbepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het College indexeert jaarlijks de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende besluit geldende bedragen aan de hand van de daartoe contractueel vastgelegde prijsindex.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-345641.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.