Besluit van de raad van de gemeente Eindhoven tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Eindhoven

De raad van de gemeente Eindhoven;

gelezen het voorstel van college van burgemeester en wethouders van 13 oktober 2020;

gelet op de nadere toelichting met herzien ontwerp raadsbesluit van 3 december 2020;

gelet op de behandeling in de meningsvormende vergadering van 8 december 2020;

gelet op de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

ARTIKEL I

 

De Algemene plaatselijke verordening Eindhoven wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

In artikel 1:1 komt de omschrijving van het begrip ‘voertuig’ te luiden:

 

  • voertuig: voertuig als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met uitzondering van kleine wagens, zoals kruiwagens en kinderwagens, en rolstoelen;.

 

B

 

In de artikelen 2:1, zevende lid, 2:6, vijfde lid, 2:6a, vierde lid, 2:22, vierde lid, 2:26h, derde lid, 2:29, zevende lid, 2:40a, achtste lid, 2:41, zesde lid, 2:48b, vierde lid, 2:48c, vierde lid, 2:60, derde lid, 2:78, zevende lid, 4:6, zesde lid, 4:18, vijfde lid, 5:16, vierde lid, 5:33, vijfde lid, wordt ‘Op de ontheffing’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een ontheffing’.

 

C

 

Aan artikel 2:9 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd:

 

i. binnen 24 uur meer dan twee keer binnen een cirkel met een straal van 50 meter wordt opgetreden.

 

D

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. In het vierde lid, onder a, wordt ‘voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan’ vervangen door ‘voor het doelmatig of veilig gebruik daarvan’.

2. In het zevende lid wordt ‘Op de vergunning’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een vergunning’.

 

E

 

In artikel 2:11, vijfde lid wordt ‘Op de vergunning van lid 2 onder b’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een vergunning’.

 

F

 

In de artikelen 2:25, vierde lid, 2:26b, vierde lid, 2:39, vijfde lid, 5:18, derde lid, 5:21a, tweede lid, wordt ‘Op de vergunning’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een vergunning’.

 

G

 

Artikel 2:27 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. De begripsomschrijving van “coffeeshop” vervalt.

2. In de begripsomschrijving van “openbare inrichting” komt onderdeel b te luiden:

b. een hotel, restaurant, café, waterpijpcafé, pension, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis;.

 

H

 

Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. In het tweede lid, onder c, vervalt ‘of is ontzet uit de ouderlijke macht of voogdij’.

2. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van het zesde lid tot vijfde lid.

3. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

 

5. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

I

 

Artikel 2:30 komt te luiden:

 

Artikel 2:30 Aanwezigheid leidinggevende

Het is verboden een openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben zonder dat een op de vergunning vermelde leidinggevende in de inrichting aanwezig is.

 

J

 

In de eerste volzin van artikel 2:52c lid 3 vervalt het zinsdeel ‘die buiten de bepalingen van de APV of andere verordening vallen’.

 

K

 

Aan artikel 2:59, eerste lid, wordt toegevoegd ‘Het is verboden te handelen in strijd met een door de burgemeester opgelegd gebod en de daaraan verbonden voorschriften.’.

 

L

 

Artikel 2:65 komt te luiden:

 

Artikel 2:65 Bedelarij

Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op een openbare plaats te bedelen om geld of andere zaken.

 

M

 

In artikel 2:67, aanhef, wordt na ‘ongeregelde fietsen’ ingevoegd ‘, brom- en snorfietsen’.

 

N

 

Artikel 2:68 komt te luiden:

 

Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht

De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:

 

a. de burgemeester binnen drie dagen door middel van registratie in een doorlopend en door de burgemeester gewaarmerkt register in kennis te stellen:

1 º. dat hij van het opkopen een beroep of gewoonte maakt met vermelding van zijn woonadres, het adres van elke bij zijn onderneming behorende vestiging en de naam van de desbetreffende onderneming;

2 º. van een verandering van de onder 1 º bedoelde adressen of naam;

3 º dat hij van het opkopen niet langer een beroep of gewoonte maakt.

b. aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop diens naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar zijn.

c. indien hij in de gelegenheid is enig goed te verkrijgen waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat het van misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan, hiervan onverwijld kennis te geven aan de burgemeester.

d. zijn administratie op eerste aanvraag ter inzage te geven aan de burgemeester.

 

O

 

Artikel 2:73a komt te luiden:

 

Artikel 2:73a Carbidschieten

1. Het is verboden acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water, of een gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen op explosieve wijze te verbranden.

2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod in de periode van 31 december 10.00 uur en 1 januari 02.00 uur van het daaropvolgende jaar.

3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet wapens en munitie of het Wetboek van Strafrecht.

 

P

 

Na artikel 2:73a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2:73b Vervoeren of bij zich hebben van carbid of soortgelijke stoffen

1. Het is verboden op een openbare plaats carbid of soortgelijke stoffen of voorwerpen als bedoeld in artikel 2:73a te vervoeren of bij zich te hebben, waarvan gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder deze worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze zullen worden gebruikt in strijd met het bepaalde in artikel 2:73a.

2. Het verbod is niet van toepassing op degenen aan wie carbid is afgeleverd gedurende de tijd die nodig is om thuis te komen, noch op degene die aannemelijk maakt dat hij het carbid nodig heeft in de uitoefening van beroep of bedrijf.

3. Dit artikel is niet van toepassing, voor zover de Wet milieubeheer, de Wet wapens en munitie, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen of het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn.

 

Q

 

Artikel 2:74 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot tweede lid.

2. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘Het in het eerste en tweede lid gestelde verbod’ vervangen door ‘Het in het eerste lid gestelde verbod’.

 

R

 

Artikel 3.2.2, eerste lid, onder a, komt te luiden:

 

a. staan niet onder curatele;

 

S

 

Artikel 4:6a vervalt.

 

T

 

Art 4:13 komt te luiden:

 

Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.

1. Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de open lucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

a. onbruikbare of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;

b. bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan;

c. kampeermiddelen als bedoeld in artikel 4:17 of onderdelen daarvan, indien het plaatsen of aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een commercieel doel, of

d. mestopslag, gierkelders of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen;

voor zover daardoor het uiterlijk aanzien van de gemeente wordt aangetast of overlast of schade aan de openbare gezondheid wordt veroorzaakt.

2. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien krachtens de Wet ruimtelijke ordening of door of krachtens de Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010 of de Afvalstoffenverordening Eindhoven.

 

U

 

In artikel 4:17 wordt ‘recreatief nachtverblijf’ vervangen door ‘verblijf’.

 

V

 

Artikel 4:18 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het opschrift van artikel 4:18 komt te luiden:

 

Artikel 4:18 Verblijf buiten kampeerterreinen

 

2. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde lid, wordt een lid ingevoegd:

 

2. Het is verboden voor verblijf een kampeermiddel te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan, de beheersverordening, het exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bestemd of mede bestemd, voor zover daardoor het uiterlijk aanzien van de gemeente wordt aangetast, of schade, hinder of overlast wordt veroorzaakt.

 

3. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘als’ vervangen door ‘, bedoeld in het eerste lid’.

 

W

 

In artikel 5:1 vervalt de begripsomschrijving van ‘voertuigen’.

 

X

 

Artikel 5:3, tweede lid, komt te luiden:

 

2. In afwijking van het eerste lid, is het een particuliere voertuigeigenaar toegestaan ten hoogste drie voertuigen zelf te koop aan te bieden, indien de voertuigen:

a. op het moment van aanvang van de verkoop ten minste zes maanden aaneengesloten op naam van de particuliere voertuigeigenaar staan; en

b. op de weg worden geparkeerd binnen een cirkel met een straal van 25 meter met als middelpunt een van deze voertuigen.

 

Y

 

In artikel 5:5, eerste lid, wordt het woord ‘en’ vervangen door ‘of’;

 

Z

 

In artikel 5:6, eerste lid, onder b, wordt ‘op parkeerterreinen’ vervangen door ‘op voor publiek toegankelijke parkeerterreinen’.

 

AA

 

Artikel 5:7 komt te luiden:

 

Artikel 5:7 Reclamevoertuigen

1. Het is verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op de weg te parkeren met het kennelijk doel om daarmee handelsreclame te maken.

2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.

3. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

 

BB

 

Artikel 5:8, vierde en vijfde lid, vervalt.

 

CC

 

Artikel 5:11, derde en vierde lid, vervalt.

 

DD

 

Artikel 5:13 komt te luiden:

 

Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurwerving

1. Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

 

2. Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het aanvaarden van geld of goederen bij het aanbieden van diensten of goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

 

3. Het verbod geldt niet voor een inzameling of werving die wordt gehouden:

 

a. in besloten kring;

 

b. door een instelling die is ingedeeld in het door het college vastgestelde collecte- en wervingsrooster, mits de inzameling of werving overeenkomstig dat collecte- en wervingsrooster en met inachtneming van de door het college gegeven voorschriften plaatsvindt; of

 

c. door een andere, door het college aangewezen instelling.

 

4. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

 

EE

 

Artikel 5:13a vervalt.

 

FF

 

In artikel 5:14, tweede lid, onder b, wordt ‘als bedoeld in artikel 160, eerste lid onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

 

GG

 

In artikel 5:17, tweede lid, onder a, wordt ‘als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

 

HH

 

De artikelen 5:26 en 5:27 vervallen.

 

II

 

In artikel 5:32, eerste lid, wordt na ‘met een motorvoertuig of een bromfiets’ ingevoegd ‘te crossen buiten wedstrijdverband,’.

 

JJ

 

Artikel 5:34 wordt al volgt gewijzigd:

 

1. In het tweede lid, onder c, wordt na ’gevaar, overlast of hinder voor de omgeving’ vervangen door ‘gevaar, overlast, hinder voor, of schade aan de omgeving’.

2. In het zesde lid wordt ‘Op de ontheffing’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een ontheffing’.

 

KK

 

In artikel 6:2 wordt ‘- de sector Realisatie, Beheer en Toezicht van de gemeente Eindhoven;’ vervangen door ‘- de sector Ruimtelijke Uitvoering van de gemeente Eindhoven;’.

 

ARTIKEL II

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021, met uitzondering van artikel I, onderdeel J, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2020.

 

 

 

J. Verbruggen, griffer.

Naar boven