Gemeenteblad van Leidschendam-Voorburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leidschendam-Voorburg | Gemeenteblad 2020, 345110 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leidschendam-Voorburg | Gemeenteblad 2020, 345110 | Verordeningen |
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van Leidschendam-Voorburg 2021
de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;
gezien het voorstel van het college d.d. 13 oktober 2020;
gelet op de artikelen 35 en 90 van de Wet op de lijkbezorging en de artikelen 108, 147 en 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van Leidschendam-Voorburg 2021.
HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Artikel 2 Uitbreiding begrip particulier graf
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder particulier graf mede verstaan: particulier kindergraf, urnenkelder, een plaats op een urnenheuvel, plaats in de urnenvijver, plaats voor een strooi-urn en keuzegraf.
HOOFDSTUK II OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATSEN
Artikel 7 Opgravingen en ruimen
Het opgraven van stoffelijke overschotten en het ruimen van graven is alleen toegestaan als daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. Het college kan, met inachtneming van het voorgaande, voorschriften geven betreffende opgravingen en ruimen.
HOOFDSTUK III VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil laten begraven, as wil laten bijzetten of as wil laten verstrooien, geeft daarvan schriftelijk kennis aan de beheerder. De beheerder moet deze kennisgeving en eventuele wijzigingen daarop, uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag, voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, hebben ontvangen. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Wanneer de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet dat zo tijdig mogelijk aan de beheerder worden meegedeeld.
Artikel 9 Gebouwen en muziekinstallatie
Het gebruik van de aula, de koffiekamer, de muziekinstallatie en het orgel moet bij de beheerder aangevraagd worden. Deze moet de bevestiging van de aanvraag uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt schriftelijk hebben ontvangen. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
HOOFDSTUK IV INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN
Artikel 12 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt, met betrekking tot lid 1, bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke overschotten en hoeveel asbussen met of zonder urnen kunnen worden bijgezet en hoeveel verstrooiingen van as kunnen plaatshebben. Het bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 13 Aantal overledenen in algemene graven
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke overschotten er kunnen worden begraven in de algemene graven. Het bepaalt tevens de afmetingen en uitgifteduur van de algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 14 Volgorde van uitgifte
De particuliere graven, particuliere kindergraven en algemene graven worden slechts voor directe begraving en in door of namens het college bepaalde volgorde uitgegeven. De urnennissen, urnenkelders, plaatsen op een urnenheuvel, plaatsen in de urnenvijver, plaatsen voor een strooi-urn, plaats op de gedenkboom en keuzegraven worden door of namens het college uitgegeven op de daarvoor bestemde gedeelten van de begraafplaats, waarbij een keuze kan worden gemaakt. Deze keuze wordt direct omgezet in een reservering.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 16 Termijnen particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het recht op een particulier graf of een keuzegraf, dan wel voor de tijd van 10 of 20 jaar voor een particulier kindergraf, tegen betaling van het daarvoor verschuldigde recht. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particulier graf is uitgegeven of het keuzegraf is uitgegeven of gereserveerd.
Het in lid 1 van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 5, 10 of 20 jaren, mits de beheerder de schriftelijke aanvraag daarvoor binnen 2 jaar vóór het verstrijken van de lopende termijn heeft ontvangen. De verlenging gaat in op het moment dat bestaande recht zou aflopen, tegen betaling van het op dat tijdstip verschuldigde recht.
Het college verleent, voor zover de bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van 5 of 10 jaar het recht op een urnenkelder of een plaats op een urnenheuvel, tegen betaling van het daarvoor verschuldigde recht. De termijn begint te lopen op de datum waarop de urnenkelder of de plaats op een urnenheuvel is uitgegeven of gereserveerd.
Het in lid 3 van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 5 of 10 jaar, mits de beheerder de schriftelijke aanvraag daarvoor binnen 2 jaar vóór het verstrijken van de lopende termijn heeft ontvangen. De verlenging gaat in op het moment dat bestaande recht zou aflopen, tegen betaling van het op dat tijdstip verschuldigde recht.
Het college verleent, voor zover de bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van 5 jaar het recht op een plaats in de urnenvijver, tegen betaling van het daarvoor verschuldigde recht. De termijn begint te lopen op de datum waarop de plaats in de urnenvijver is uitgegeven of gereserveerd.
Het in lid 5 van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 5 jaar, mits de beheerder van de begraafplaats de schriftelijke aanvraag daarvoor binnen 2 jaar vóór het verstrijken van de lopende termijn heeft ontvangen. De verlenging gaat in op het moment dat bestaande recht zou aflopen, tegen betaling van het op dat tijdstip verschuldigde recht.
Het college verleent, voor zover de bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van 15 jaar het recht op een plaats voor een strooi-urn, tegen betaling van het daarvoor verschuldigde recht. De termijn begint te lopen op de datum waarop de plaats voor de strooi-urn is uitgegeven of gereserveerd.
Het in lid 7 van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 5 of 10 jaar, mits de beheerder de schriftelijke aanvraag daarvoor binnen 2 jaar vóór het verstrijken van de lopende termijn heeft ontvangen. De verlenging gaat in op het moment dat bestaande recht zou aflopen, tegen betaling van het op dat tijdstip verschuldigde recht.
Begraving of bijzetting van een stoffelijk overschot in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de dan nog resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke grafrusttermijn.
Artikel 16a Termijn herinneringsplaatje aan de gedenkboom en urnennis
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 5 jaar toestemming voor het plaatsen van een herinneringsplaatje aan de gedenkboom, tegen betaling van het daarvoor verschuldigde recht.
De in lid 1 van dit artikel bedoelde toestemming wordt op verzoek van de contactpersoon verlengd telkens met een termijn van 5 jaar, mits de beheerder de schriftelijke aanvraag daarvoor vóór het verstrijken van de lopende termijn heeft ontvangen. De verlenging gaat in op het moment dat bestaande recht zou aflopen, tegen betaling van het op dat tijdstip verschuldigde recht.
De lid 3 van dit artikel bedoelde toestemming wordt op verzoek van de contactpersoon verlengd telkens met een termijn van 5 of 10 jaar, mits de beheerder de schriftelijke aanvraag daarvoor vóór het verstrijken van de lopende termijn heeft ontvangen. De verlenging gaat in op het moment dat bestaande recht zou aflopen, tegen betaling van het op dat tijdstip verschuldigde recht.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf toestemming verlenen tot het daarin voor eigen rekening laten aanbrengen van een grafkelder. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.
Het college kan aan de rechthebbende van een plaats voor een strooi-urn toestemming verlenen tot het daarop voor eigen rekening laten plaatsen van een strooi-urn. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.
Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende/contactpersoon kan het recht op een particulier graf of de toestemming worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits deze een band kan aantonen met de overledenen in het graf of de plaats. De aanvraag hiertoe moet binnen 6 maanden na het overlijden van de rechthebbende/contactpersoon worden gedaan.
Artikel 19 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende/contactpersoon schriftelijk afstand doen van het recht op het particulier graf of van de plaats op de gedenkboom of de urnennis. Het recht of de toestemming vervalt dan. Het college bevestigt de ontvangst van de afstandsverklaring schriftelijk.
Artikel 23 Verplichtingen vergunninghouder betreffende het aanbrengen en onderhoud van grafbedekking
Het (laten) plaatsen, aanbrengen of verwijderen van grafbedekking, geschiedt op afspraak met de beheerder en door of in opdracht van de rechthebbende of contactpersoon. Hierbij moeten de aanwijzingen van de beheerder in acht worden genomen. Het plaatsen van een gedenkteken mag uitsluitend geschieden door een steenhouwer in opdracht van de rechthebbende of contactpersoon. Deze verplichting geldt ook als de rechthebbende of contactpersoon niet de eigenaar is van het gedenkteken.
De rechthebbende is verplicht de grafbedekking goed te onderhouden. Onder dit onderhoud wordt in ieder geval begrepen: het rechtzetten, herstellen, vernieuwen, verven of bijkleuren van de grafbedekking; het regelmatig snoeien van winterharde gewassen en het verwijderen van dode beplanting. Deze verplichting geldt ook voor de rechthebbende als hij/zij niet zelf de eigenaar is van het gedenkteken. Als niet aan de onderhoudsplicht wordt voldaan, zal het college de rechthebbende hiertoe aanschrijven. De aanschrijving houdt in dat rechthebbende een redelijke termijn wordt gegeven om alsnog aan de verplichting te voldoen.
De rechthebbende of contactpersoon, ongeacht of hij/zij de eigenaar van het gedenkteken is, is verplicht een beschadiging aan de grafbedekking op aanschrijven van het college te herstellen als de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of dat de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Als binnen 2 maanden na de dag van aanschrijven als bedoeld in lid 7 geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en/of vernietiging van de grafbedekking over te gaan. Voor deze handeling kan de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld, onverlet het recht van het college tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of contactpersoon over te gaan.
Artikel 25 Grafbedekking en schade
De grafbedekking wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of de contactpersoon te zijn aangebracht. Schade als gevolg van brand, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van grafbedekking ten behoeve van een bijzetting en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening van de rechthebbende of de contactpersoon. Hij/zij dient met de eigenaar van de steen, als hij/zij dat zelf niet is, tot een overeenkomst te komen.
Artikel 26 Nietblijvende grafbeplanting
Nietblijvende beplantingen op een graf die naar het oordeel van de beheerder in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.
Artikel 28 Verwijdering grafbedekking
Grafbedekking dient na het vervallen van een grafrecht of het verstrijken van de graftermijn door respectievelijk de rechthebbende of contactpersoon (of in hun opdracht door de eigenaar) van het graf te worden verwijderd binnen de door het college gestelde termijn. Na het verstrijken van deze termijn kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.
Artikel 29 Onderhoud door de gemeente
Het college kan, op verzoek van een rechthebbende of contactpersoon dan wel als geen gevolg wordt gegeven aan de aanschrijving als bedoeld in artikel 23, lid 5 onderhoud uitvoeren op of om een graf. In dat geval worden de kosten in rekening gebracht bij de rechthebbende of contactpersoon op grond van de in dat jaar vastgestelde tarieventabel behorende bij deze verordening.
HOOFDSTUK VI RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 30 Ruimen, opgraven en samenvoegen
De contactpersoon van een overledene die begraven is in een algemeen graf kan gedurende de in lid 1 bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om het stoffelijk overschot, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraven of cremeren. Herbegraven kan in een particulier graf of eenmalig in een ander algemeen graf op een van de drie begraafplaatsen zoals bedoeld in artikel 1, onder 1.
De rechthebbende op een particulier graf kan voor het verstrijken van de graftermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om het stoffelijk overschot elders opnieuw te laten begraven of te laten cremeren. Het is niet mogelijk het stoffelijk overschot te laten herbegraven in een algemeen graf op een van de drie begraafplaatsen zoals bedoeld in artikel 1, onder 1.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen van stoffelijke overschotten samen te laten voegen en deze weer in dezelfde grafruimte terug te laten plaatsen. Een aanvraag hiervoor dient uiterlijk te worden ingediend bij de reservering van een bijzetting. Een graflaag kan slechts eenmaal gebruikt worden voor het samenvoegen van overblijfselen van stoffelijke overschotten. Asbussen en asverstrooiingen kunnen niet worden samengevoegd.
Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de verordening genoemd in artikel 35, blijven, als en voorzover het onderwerp waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft ook vervat is in deze verordening, van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens verordening bedoeld in artikel 35, blijven - als en voorzover de bepalingen op grond waarvan deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Als voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 35, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van deze verordening toegepast.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 24 november 2020
mr. C.J. de Vries, K. Tigelaar
griffier, voorzitter
Toelichting bij de “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Leidschendam-Voorburg 2021”
In 2017 is de “Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaat¬sen van Leidschendam-Voorburg 2017” (verder: de Beheersverordening) voor het laatst vastgesteld.De redenen om de verordening opnieuw vast te stellen zijn:
Daarnaast is een aantal bepalingen verduidelijkt dan wel in overeenstemming gebracht met de praktijk.
In artikel 147, lid 1, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verorde¬ningen door de raad worden vastgesteld, voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij wet of door de raad krachtens de wet aan het college of burgemeester is toegekend. Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordening die hij in het belang van de ge¬meente nodig acht. Daarnaast moet worden genoemd artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging dat een verordening eist voor de dagen en uren dat de ge¬meente gelegen¬heid moet geven tot begraven.
1. Gemeentelijk begraafplaatsbeleid
De Beheersverordening bevat verschillende regels die de gemeente hanteert voor de instandhouding van en de dienstverlening op de gemeentelijke be¬graafplaat¬sen. Hieronder gaan wij verder in op een aantal van die regels.
2. Gemeentelijke verantwoordelijkheid en regelgeving
Burgers zijn vaak emotioneel betrokken met de begraafplaatsen en alles wat daar gebeurt. Daarom is het belangrijk de rechten en verplichtingen dui¬delijk vast te leggen. Het uitgangspunt daarbij is dat de procedures kort wor¬den gehouden en dat overbodige regelgeving achterwege blijft.
De contacten met burgers lopen zoveel mogelijk via de beheerder. Hij neemt ook diverse aanvragen in ontvangst. Waar in deze verordening wordt gesproken over een ‘schriftelijke aanvraag/kennisgeving’, wordt daaronder ook een ‘digitale aanvraag/kennisgeving’ verstaan. Het indienen van een elektronische aanvraag/kennisgeving is mogelijk als de elektronische weg hiervoor is opengesteld (artikel 2:15 Awb).
De verantwoordelijkheid van de gemeente voor de begraafplaatsen is verge¬lijkbaar met de verantwoordelijkheid die zij heeft voor andere collectieve voor¬zieningen zoals parken en fietspaden. Verschillende aspecten van begraaf¬plaatsen vragen in bestuurlijk opzicht echter om een eigen aanpak.
De verordening noemt een aantal mogelijke voorzieningen, zoals algemene en particuliere graven, bestemmingen voor as en gedenkplaatsen. Op die manier komt de gemeente tegemoet aan de behoeften die de samenleving vraagt in ver¬band met het bezorgen van de doden. In de verordening is vast¬gelegd dat de ge¬meente in beginsel bereid is die voorzieningen binnen haar grondgebied te treffen. Dat hoeft niet altijd in te houden dat alle voorzieningen ook daadwerkelijk op elk van de gemeentelijke begraafplaatsen aanwezig moeten zijn.
Op de begraafplaatsen moet orde, rust en netheid bestaan. De Beheersveror¬de¬ning bevat dan ook voorschriften voor hen die van de begraafplaats gebruik ma¬ken. Dat kunnen onder meer bezoekers, uitvaartondernemers, hoveniers of steen¬houwers zijn. Wie zich niet gedraagt volgens de aanwijzingen van de beheerder kan de toegang tot de begraafplaatsen worden ontzegd. Overtre¬ding van de orde¬bepalingen is strafbaar. Zo nodig kan de politie optreden en proces-verbaal opma¬ken.
Er is uitdrukkelijk bepaald dat bij het opgraven van stoffelijke overschotten of bij ruiming van een of meer graven niemand anders aanwezig mag zijn dan de per¬sonen die met die werkzaamheden zijn belast.
Het komt regelmatig voor dat in particuliere graven begravingen plaatsvinden betrekkelijk kort voordat de termijn van uitgifte afloopt. Voor die gevallen is vastgelegd dat dan gelijktijdig de termijn van uit¬gifte moet worden verlengd zodat deze tenminste gelijk is aan de wettelijke termijn van graf¬rust.
5. Overboeking van een particulier graf
Het recht op een particulier graf wordt verleend door een persoonsgebonden be-schikking van het college. De aanvrager krijgt daarmee het uitsluitend recht om in dat graf te laten begraven, asbussen te laten bijzetten of as te laten verstrooien. Dat recht kan hij niet verkopen. Het recht kan wel op verzoek van de rechtheb¬bende worden overgedragen.
6. Voorschriften grafbedekking
Om te voorkomen dat er gevaarlijke of arbeidsintensieve situaties ontstaan of dat het aanzien van de begraafplaats rommelig wordt moeten er regels zijn waaraan grafbedekking moet voldoen. De invulling van deze regels be¬rust bij het college van burgemeester en wethouders.
Op grond van de Beheersverordening berust het algemeen onderhoud van de be-graafplaatsen bij de gemeente. De gemeente zorgt voor het algemene onder¬houd van de be¬graafplaats. Het aanzien van de begraafplaatsen kan op deze manier gewaar-borgd blijven. De gemeente verhaalt de kosten van dit onder¬houd op de rechtheb-benden via het verschuldigde onderhoudsrecht.
Daarnaast zijn de rechthebbenden verplicht hun grafbedekkingen goed te on¬der¬houden en zo nodig te herstellen. Als er sprake is van verwaarlozing kan de be¬heerder van de begraafplaats de rechthebbende of de contactpersoon daarop aanspreken. Zo nodig kan hij hem sommeren om de gebreken aan de grafbedek¬king te herstellen. Als hier geen gevolg aan wordt gegeven, kan het college dit zelf doen. Het is ook mogelijk dat de rechthebbende of contactpersoon aan het college verzoekt om onderhoud te plegen op of om het graf. In beide gevallen worden de kosten bij de rechthebbende of contactpersoon in rekening gebracht.
2. Artikelsgewijze toelichting
De Wet op de lijkbezorging is niet van toepassing op een menselijke vrucht die na een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken levenloos ter wereld is gekomen dan wel binnen 24 uur na de geboorte is overleden. Omdat deze menselijke vrucht wel kan worden begraven op de begraafplaatsen, is de verordening daar wel op van toepassing verklaard. Alleen de artikelen 8 en 10, met betrekking tot over te leggen documenten, zijn niet van toepassing.
Het is op grond van de Wet op de lijkbezorging niet toegestaan om de as van 2 of meer personen in 1 urn te plaatsen.
Lid 3 is opgenomen om de aanwezigheid van personen die zich op de be¬graaf¬plaats bevinden buiten de uren dat deze is opengesteld voor bezoekers straf¬baar, in de zin van artikel 461 Wetboek van Strafrecht, te kun¬nen stellen.
Steenhouwers en hoveniers moeten er zich steeds van bewust zijn dat hun werk¬zaamhe¬den storend kunnen zijn voor rouwende nabestaanden en tijdens uitvaart¬plechtigheden.
De toestemming om werkzaamheden op de begraafplaats te kunnen verrichten moet vlot gegeven kunnen worden. Daarom is er voor gekozen dat het college het verlenen van die toestemming, onder behoud van zijn eigen verantwoordelijkheid, in mandaat aan de be-heerder opdraagt.
De beheerder heeft de bevoegdheid om personen weg te sturen als zij zich niet aan de re-gels houden of zijn aanwijzingen niet opvolgen. Dat geeft hem voldoende be¬voegdheden om op te treden tegen ongewenste activiteiten.
Dit artikel is bedoeld om plechtigheden ordelijk te laten verlopen. Door de verplichting om de plechtigheid zes werkdagen tevoren te melden kan worden voorkomen dat de plechtig-heid samenvalt met een begrafenis. Volgens de wet moet een begrafenis ui¬terlijk op de 6e werkdag na het overlijden plaatsvinden.
Bijeenkomsten die het karakter van een plechtigheid te buiten gaan kunnen het ka¬rakter hebben van een openbare manifestatie. Hiervan moet vooraf kennisgeving worden gedaan aan de burgemeester op grond van de Wet openbare manifestaties (wet van 20 april 1988, Stb. 1988, 157) en de mogelijk van toepassing zijnde APV-bepalingen, zoals artikel 2.3 van de APV.
De aard van de werkzaamheden bij het opgraven en bij het ruimen van graven maakt dat het bezwaarlijk is om anderen daarbij aanwezig te laten zijn. De praktijk heeft aangetoond dat er behoefte is aan een bepaling op grond waarvan derden kunnen worden geweerd.
Een schriftelijke kennisgeving is nodig omdat duidelijk vast moet liggen wat voor graf er wordt gevraagd.
De as kan volgens de wet worden bijgezet in of op een graf of op een afzonderlijke plaats op een begraafplaats, zoals een urnenkelder, urnennis, een strooi-urn, plaats in de urnenvijver of een plaats op de urnenheuvel.
Bij het begraven van een lijk binnen 36 uur na het overlijden is omwille van de urgen¬tie uit-sluitend toestemming van de burgemeester noodzakelijk.
Dit artikel bevat een aantal voorschriften dat een goed en doelmatig gebruik van de ge-bouwen, muziekinstallatie en het orgel bevordert.
Er zijn verschillende documenten en formulieren noodzakelijk voor het begraven van een stoffelijk overschot dan wel het bezorgen van as. Het verlof tot begraven wordt afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand. In aanvulling hierop is het gewenst dat de beheerder van de begraaf¬plaats een eigen bevoegdheid krijgt om medewerking aan het begraven te weigeren wan¬neer niet aan de wettelijke eisen is voldaan.
De bezorging van as omvat zowel het bijzetten als het verstrooien.
Om te voorkomen dat 1 iemand toestemming geeft voor het begraven van een rechthebbende (en daarmee betaald voor het overschrijven van het grafrecht en eventueel een verplichte verlenging via de uitvaartondernemer) en een ander het grafrecht opeist door als eerste hiervoor een verzoek in te dienen is er voor gekozen om het grafrecht altijd vóór een uitvaart over te laten schrijven. Zeker ook omdat het grafrecht moet worden overgeschreven binnen 6 maanden na het overlijden van de rechthebbende omdat anders het grafrecht vervalt. Daarna kan de grafbedekking worden verwijderd.
De wet schrijft voor dat elke dag, met uitzondering van zondagen en algemeen erkende feestdagen, gedurende een redelijke tijd kan worden begraven. De gemeente moet bij ver-ordeningen aangeven op welke tijdstippen begraven mogelijk is.
Er is voor gekozen het begraven op zondagen en algemeen erkende feestdagen niet toe te staan. In bijzondere gevallen kan het college begraven op die dagen toch toe¬staan. Een dergelijk bijzonder geval kan zich bijvoorbeeld voordoen als de burge¬meester toestemming heeft gegeven om een lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven.
Om misverstanden uit te sluiten is het tijdstip van begraven en/of het bezorgen van as hier nader gedefinieerd.
Naast de particuliere graven noemt dit artikel de verschillende andere soorten van voorzie-ningen op de begraafplaatsen.
Als algemene lijn geldt dat een graf wordt uitgegeven volgens de volgorde van lig¬ging. Bij keuzegraven, particuliere kindergraven, urnennissen, urnenkelders, plaatsen voor strooi-urnen, plaatsen in de urnenvijver en plaatsen op de urnenheuvel kan daarvan worden afgeweken.
Een indeling in categorieën maakt het mogelijk verschillende regels vast te stellen voor de grafbedekking op de graven die liggen op de verschillende delen van de be¬graafplaatsen.
De termijn van uitgifte begint te lopen vanaf het moment van uitgifte of reservering van het graf en dus niet vanaf het moment van de eerste begraving of bijzet¬ting.
De Wet op de lijkbezorging bepaalt dat vanaf 2 jaar voor het verstrijken van de lo¬pende termijn verlenging van de graftermijn kan worden aangevraagd. Uiterlijk 1 jaar voordat de termijn van uitgifte afloopt stuurt de beheerder daarover bericht aan het adres van de rechthebbende, zoals dat in de administratie bekend is. Komt daarop niet binnen 3 maanden een reactie, dan moet dat op grond van de wet be¬kend gemaakt worden bij het desbetreffende graf en bij de ingang van de begraaf¬plaats. Die bekendmaking moet daar blijven tot aan het einde van de termijn van uit¬gifte.
Het is gewenst dat er na het overlijden van een rechthebbende/contactpersoon een nieuwe rechtheb¬bende/contactpersoon wordt aangewezen die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en eventu¬ele grafbe¬dekking en de daaraan verbonden kosten op zich neemt.
Deze bepaling stelt een termijn van 6 maanden. Het vierde lid brengt tot uitdrukking dat de termijn met de nodige soepelheid kan worden gehanteerd.
Het verdient aanbeveling de overschrijving van het uitsluitend recht/toestemming schriftelijk aan de nieuwe rechthebbende/contactpersoon kenbaar te maken.
Dit artikel stelt buiten twijfel dat een rechthebbende/contactpersoon afstand van het uitsluitend recht of de toestemming kan doen. Als de grafrusttermijn nog niet is verstreken, kan alleen afstand worden gedaan indien de onderhoudskosten voor de gehele grafrusttermijn zijn of worden voldaan.
Deze bepaling is opgenomen om duidelijk vast te leggen wanneer grafrechten/toestemmingen komen te vervallen.
Het tweede lid maakt duidelijk dat ook het niet nakomen van de financiële en andere ver-plichtingen door de rechthebbende/contactpersoon ertoe kan leiden dat het grafrecht/de toestemming vervallen wordt verklaard. De rechthebbende/contactpersoon heeft ook de verplichting om een wijziging van zijn adres door te geven. Als niet aan die verplichting is voldaan, wordt de rechthebbende/contactpersoon gedurende een jaar opgeroepen om contact op te nemen met de beheerder: via het mededelingenbord bij de ingang van de begraafplaats en via mededeling bij het graf. De oproep is voor de begraafplaats Noorthey ook digitaal te vinden via de module grafzoeker, voor de andere begraafplaatsen zal dit op termijn ook mogelijk zijn. Het grafrecht/de toestemming vervalt als de rechthebbende/contactpersoon niet binnen een jaar op de oproep heeft gereageerd.
Lid 3 betreft de financiële afhandeling in het geval van het vervallen van graf¬rech-ten/toestemmingen.
Het vereiste van vergunning geldt voor de grafbedekkingen op zowel algemene als parti-culiere graven. De grafbedekking zal op punten als vormgeving, constructie en materiaal-keuze aan bepaalde minimale eisen moeten voldoen. Deze eisen worden verder uitge¬werkt in nadere regels. Het college stelt die vast. Het vereiste van ver¬gunning omvat het gedenkteken en eventuele winterharde beplantingen.
Dit artikel regelt wie als opdrachtgever optreedt voor het aanbrengen dan wel verwijderen van grafbedek¬king en wie die grafbedekking mag plaatsen.
De kosten die met het aanbrengen, herstellen of vernieuwen zijn gemoeid komen voor re-kening van de rechthebbende, respectievelijk de contactpersoon. Deze is er ook verant-woordelijk voor dat de grafbedekking goed wordt onderhouden.
Dit artikel regelt ook de publiekrechtelijke bevoegdheid van het college om de recht¬heb-bende of contactpersoon, die verantwoordelijk is voor de grafbedekking, aan te schrijven om de nodige maatregelen te treffen om de kwaliteit van de grafbedekking te waar¬borgen. Als geen gevolg wordt gegeven aan de aanschrijving heeft het college de bevoegdheid de grafbedekking te verwijderen en de kosten op de rechthebbende of contactpersoon te ver-halen. De aansprakelijkheid van de gemeente wordt hierbij uit¬drukkelijk uitgesloten.
In afwijking op de nadere regels grafbedekking mag men voorafgaand aan het laten plaatsen van een definitief gedenkteken tijdelijke grafmarkering plaatsen om het graf aan te duiden. Voor de tijdelijke grafmarkering is maatvoering opgenomen.Tijdelijke grafmarkering mag maximaal 1 jaar na begraving blijven staan en dient verwijderd te worden wanneer de grafbedekking wordt geplaatst of aangebracht.
De aanwezigheid van de grafbedekking is volledig voor rekening en risico van de rechthebbende of contactpersoon. Alle eventuele schade is voor diens rekening.
Het college kan de grafbedekking tijdelijk wegnemen in het belang van het beheer en onderhoud van de begraafplaats. De kosten zijn dan voor de gemeente.
In verband met het aanzien van de begraafplaats moet de beheerder verwaarloosde eenja-rige beplanting en verwelkte bloemen en dergelijke direct kunnen verwijderen zonder voor-afgaande aanschrijving.
Dit artikel regelt de gevallen waarin het college kan overgaan tot het intrekken van de ver-gunning.
De vergunning vervalt in ieder geval op het moment dat de graftermijn verstrijkt.
De grafbedekking dient te worden verwijderd na het verstrijken van de graftermijn of het intrekken van de vergunning of als niet wordt voldaan aan de voorwaarden van de vergunning of als een vergunning ontbreekt. De rechthebbende of contactpersoon krijgt gedurende een be¬perkte periode de gelegenheid de grafbedekking zelf te (laten) verwijderen.
Dit artikel regelt de gang van zaken rond ruimen van graven en de mogelijkheden van her-begraven. Herbegraven in een algemeen graf op een van de gemeentelijke begraafplaatsen (artikel 1, onder a) is mogelijk, met dien verstande dat dit alleen kan plaatsvinden in een ander algemeen graf.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-345110.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.