Besluit tot wijziging van de Leidraad Participatiewet Steenwijkerland

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Steenwijkerland;

 

gelet op de Participatiewet;

besluit vast te stellen het volgende:

 

Besluit tot wijziging van de Leidraad Participatiewet Steenwijkerland

Artikel I

In hoofdstuk 3 van de Leidraad Participatiewet Steenwijkerland wordt het onderdeel ‘’Vermogensvaststelling tijdens de verlening van de algemene bijstand” als volgt gewijzigd:

 

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. Als tijdens de periode van bijstand, door een vermogenstoename, de vermogens-aanwasruimte wordt overschreden dan vindt er een nieuwe vermogensvaststelling plaats. Dit gebeurt op dezelfde manier als de vermogensvaststelling bij aanvang van de algemene bijstand. Het college kijkt dus naar de actuele vermogenssituatie en neemt ook de schulden zoals hierboven omschreven daarin mee.

 

a. Is het vermogen lager dan de vermogensgrens dan hoeft de cliënt niet in te teren.

b. Is het vermogen hoger dan de vermogensgrens dan moet de cliënt interen.

 

2. Als er vermogenstoename lager is dan de vermogensvrijlating dan heeft dit wel gevolgen voor de vermogensaanwasruimte. Deze wordt dan wel tussentijds aangepast. Er vindt in deze situatie geen nieuwe vermogens-vaststelling plaats. De klant moet hiervan op de hoogte gebracht worden en het moet ook administratief in het systeem verwerkt worden.

 

Bij aanvang van de bijstand is het resterende vrij te laten vermogen vastgesteld. Neemt tijdens de bijstandsverlening het vermogen toe? Bepaal dan eerst het resterend vrij te laten vermogen opnieuw, zodat rekening gehouden wordt met de indexering van de vermogensgrens. De vermogenstoename trekken we af van het nieuw berekende resterend vrij te laten vermogen. Zie voor de details de werkinstructie.

 

1. Als de vermogenstoename tijdens de bijstand hoger is dan het nieuw berekende resterende vrij te laten vermogen dan is er sprake van oververmogen. De werkwijze van de beoordeling hangt af van de soort vermogenstoename, zoals erfenis, boedelscheiding etc. Zie voor details de werk-instructie.

 

Wel dient bij een vermogenstoename te worden uitgevraagd of er schulden zijn ontstaan sinds de aanvang van de bijstand. Zijn er aantoonbare schulden ontstaan dan wordt de vermogenstoename verminderd met de hoogte van deze schulden. Aantoonbare schulden zijn schulden waarop daadwerkelijk wordt afgelost. Op deze manier wordt het aflossen van schulden aangemoedigd.

 

2. Is het vermogen lager dan het nieuw berekende resterende vrij te laten vermogen dan hoeft de cliënt niet in te teren. Wel wordt er dan een nieuw resterend bedrag aan vrij te laten vermogen vastgelegd.

Artikel II

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking op 1 januari 2021.

Burgemeester en wethouders van Steenwijkerland,

de secretaris,

Judith de Groot

de burgemeester,

Rob Bats

Naar boven