Gemeenteblad van Leiderdorp
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiderdorp | Gemeenteblad 2020, 343565 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiderdorp | Gemeenteblad 2020, 343565 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leiderdorp 2021)
Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorzieningen
Artikel 1. Maatwerkvoorzieningen Huishoudelijke ondersteuning
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning luiden per periode van een maand:
Artikel 2. Maatwerkvoorzieningen Begeleiding individueel
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Individuele begeleiding luiden per periode van een maand:
Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (non-professional en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij de totale benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.
Artikel 3. Maatwerkvoorzieningen Begeleiding groep
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor groepsbegeleiding luiden per periode van een maand:
Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (non-professional en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij de totale benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.
Artikel 4. Aanvullende bedragen per dagdeel en uur
Wanneer het resultaat met de bedragen genoemd in artikelen 1, 2 en 3 niet bereikt kan worden binnen de maximaal gestelde uren/dagdelen, kan er op basis van individueel maatwerk tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de pgb-tarieven verhoogd met de volgende tarieven per uur of dagdeel:
* Bij huishoudelijke ondersteuning speciaal en Thuisondersteuning is voor het tarief non-professional en het tarief professional ZZP aangesloten bij het tarief van Huishoudelijke ondersteuning basis. Bij Huishoudelijke ondersteuning basis is gekozen voor een tarief vergelijkbaar met 111% van het wettelijk minimumloon inclusief vakantiegeld en –uren.
Artikel 5. Overige maatwerkvoorzieningen
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen luiden:
**Bij de maatwerkvoorziening maaltijdvoorziening en kindverzorging is aansluiting gezocht bij de additionele tarieven voor huishoudelijke ondersteuning speciaal, omdat dit product wat betreft inhoud het meest aansluit bij de genoemde maatwerkvoorzieningen..
Artikel 6. Bedragen persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel en scootmobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf, inclusief standaard fabrieksopties, en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering. Het persoonsgebonden budget voor aanschaf, verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode bedraagt ten hoogste:
Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag, gedeeld door het aantal gebruiksjaren (voor een hulpmiddel betreft dit 7 jaar).
De restwaarde kan worden teruggevraagd, wanneer een cliënt verhuist of overlijdt binnen de in lid 2 genoemde gebruiksjaren. De restwaarde van het hulpmiddel wordt als volgt bepaald:
Hoofdstuk 2 Overgangsregelingen persoonsgebonden budget
Artikel 7. Overgangsregeling persoonsgebonden budget
Voor cliënten met een indicatie voor:
afgegeven vóór 1 januari 2021 blijft het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2020 van toepassing tot 31 december 2021 of tot zoveel eerder op het moment dat deze indicatie, al dan niet vanwege een nieuwe aanvraag, wordt verlengd, gewijzigd of is komen te vervallen.
Hoofdstuk 3 Bedragen voor vervoer
Artikel 8. Bedragen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
Personen die een (maatwerk)voorziening ontvangen in de vorm van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) moeten een bijdrage betalen in de vorm van een opstaptarief en een tarief per zone. Dit tarief bedraagt € 0,81voor personen jonger dan 65 jaar en € 0,81 voor personen van 65 jaar en ouder.
Op jaarbasis bestaat de (maatwerk)voorziening CVV uit 456 zones voor het gebruik van het CVV.
Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal zones met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet
Artikel 9. Bedragen maatwerkvoorzieningen vervoer
De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor vervoer bedragen op jaarbasis maximaal:
De hoogte van de bedragen wordt voor inwoners tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid
Voor zover levenspartners 1 beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.
Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kunnen de zones en bedragen van artikel 8 en 9 met 25%, 50% of 75% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.
Indien om andere redenen, zoals het nog gedeeltelijk gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, de vervoersbehoefte afwijkt, kunnen de zones en bedragen in artikel 8 en 9 met 25%, 50% of 75% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin in de vervoersbehoefte reeds wordt voorzien.
Hoofdstuk 4 Bijdrage in de kosten van een voorziening
Artikel 11. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend, is een bijdrage verschuldigd.
De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:
De termijn van de inning van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:
De inning van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.
De persoon, aan wie de maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming is verleend, is geen bijdrage verschuldigd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-343565.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.