Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Gulpen-Wittem houdende regels omtrent de heffing en invordering van forensenbelasting (Verordening forensenbelasting Gulpen-Wittem 2021)
De raad van de gemeente Gulpen-Wittem
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2020 inzake bovengenoemd onderwerp.
Gelet op Artikel 223 van de gemeentewet
Besluit
Vast te stellen de:
“Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting Gulpen-Wittem 2021”
Artikel1 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:
Een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Artikel2 Belastbaar feit en belastingplicht
1.
Onder de naam “forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
2.
Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel3 Vrijstellingen
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel4 Maatstaf van heffing
1.
De belasting wordt berekend naar een vast bedrag per gemeubileerde woning, bedoeld in artikel 1.
2.
De belasting wordt tevens berekend naar de waarde welke aan de gemeubileerde woning wordt toegekend en wel als volgt:
a.
De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.
b.
Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.
c.
De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet bedoelde belastingen met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e. van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
Artikel5 Belastingtarief
1.
De belasting bedraagt € 280,00 per jaar per gemeubileerde woning.
2.
Boven dit bedrag wordt per jaar geheven 0,56% van de waarde als bedoeld in artikel 4, lid 2.
Artikel6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel6a Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
Artikel7 Aanslaggrens
1.
Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.
2.
Voor de toepassing van het vorige lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel8 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel9 Termijnen van betaling
1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
2.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.
3.
Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).
4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel10 Overgangsrecht
De “Verordening forensenbelasting Gulpen-Wittem 2020” van d.d. 19 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel11 Inwerkingtreding
1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
Artikel12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening forensenbelasting Gulpen-Wittem 2021'.
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Gulpen-Wittem in zijn vergadering van 17 december 2020.
de plv. raadsgriffier,
drs. F.J. van den Bos.
de voorzitter,
ing. N.H.C. Ramaekers-Rutjens.
Staatsblad, Staatscourant en Tractatenblad worden met ingang van 1 juli 2009 als pdf-bestanden uitgegeven. De hier aangeboden pdf-bestanden van deze bladen vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Grondwet. Voor publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.