Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Dinkelland houdende regels omtrent de heffing en invordering van leges (Legesverordening 2021)

De raad van de gemeente Dinkelland,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020

 

gelet op het advies van de raadscommissie van 8 december 2020;

 

gelet op het bepaalde in artikel 156, eerste en tweede lid aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aan-hef en onderdeel b van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2021 (Legesverordening 2021)

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a.

"dag":

de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b.

"week":

een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c.

"maand":

het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

d.

"jaar":

het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1e) dag in het volgende kalenderjaar;

e.

"kalenderjaar":

de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

     

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

 

  • a.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers door ambtenaren in de uitoefening van hun functie;

  • b.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4. van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • c.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • d.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • e.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

     

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

     

    • a.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • b.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • c.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • d.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);

    • e.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • f.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2020 van 17 december 2019, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 22 september 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, derde lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de op grond van het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De bekendmaking van het in onderdeel 2.1.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde normblad geschiedt door terinzagelegging.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2021.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2020

De raadsgriffier,

mr. O.J.R.J. Huitema

De voorzitter

MPM, J.G.J. Joosten

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Dinkelland 2021

 

 

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE LEGESVERORDENING DINKELLAND 2021

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Tarief

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte:

1.1.1.1

in het “Gemeentehuis” te Denekamp en het “Voormalig gemeentehuis te Weerselo”

1.1.1.1.1

op maandag en dinsdag van 10.00 tot 21.00 uur

570,00

1.1.1.1.2

op woensdag tot en met zaterdag van 09.00 uur tot 21.00 uur

570,00

1.1.1.2

vervallen

1.1.1.2.1

vervallen

1.1.1.3

in overige locaties in de gemeente op

1.1.1.3.1

maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 21.00 uur

470,00

1.1.1.4

budgethuwelijk in het “Gemeentehuis” te Denekamp

1.1.1.4.1

maandag tot en met donderdag van 9.00 tot 16.00 uur

300,00

1.1.1.4.2

vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur

300,00

1.1.2

vervallen

1.1.3

Het tarief bedraagt

370,00

voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

1.1.4

Het tarief bedraagt

370,00

voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.5.1

een trouwboekje of partnerschapsboekje

30,00

1.1.5.2

vervallen

1.1.6

vervallen

1.1.6.1

vervallen

1.1.6.2

vervallen

1.1.7

vervallen

1.1.7.1

vervallen

1.1.7.2

vervallen

1.1.8

vervallen

1.1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

1.1.10

Het tarief bedraagt.

220,00

ter zake van het op verzoek benoemen van een buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand voor één dag

1.1.11

Het tarief per ambtenaar bedraagt wanneer bij de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap een ambtenaar van de gemeente op verzoek optreedt als getuige volgens art. 1:63 BW

54,00

1.1.12

Het tarief bedraagt

47,50

voor het tussentijds wijzigen van een reservering voor een datum, tijdstip, locatie of een ambtenaar burgerlijke stand van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

72,50

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

55,00

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

72,50

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

55,00

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

72,50

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

55,00

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

55,00

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

57,50

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

30,00

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

49,50

1.2.7

voor een reisdocument als bedoeld in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5.1 met een geldigheidsduur van 2 jaar (tweede reisdocument) 

55,00

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

40,00

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt:

1.3.2.1

bij een spoedlevering vermeerderd met

34,00

1.3.2.2

Het tarief genoemd onder 1.3.1 wordt, indien de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet kan worden overgelegd, verhoogd met

16,00

1.3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

6,00

1.3.4

De verhogingen genoemd in onderdeel 1.3.2 zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

6,00

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

5,00

1.4.2.3

vervallen

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

5,00

1.4.4.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

5,00

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen.

7,50

1.4.6

vervallen

1.4.7

In afwijking van onderdeel 1.4.2.1 bedraagt het tarief indien de dienst is aangevraagd en betaald door middel van het internetloket op de gemeentelijke website

5,00

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister (Vervallen)

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens (Vervallen)

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken (Vervallen)

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie (Vervallen)

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

41,30

1.9.2

vervallen

1.9.3

tot het legaliseren van een handtekening

6,00

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief (Vervallen)

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet (Vervallen)

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

20,00

1.12.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

4,00

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie (Vervallen)

Hoofdstuk 14 Markten (Vervallen)

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet (Vervallen)

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

136,00

1.16.2

vervallen

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

76,00

Hoofdstuk 17 Ondergrondse infrastructuur

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming of vergunning omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) 2016

260,00

1.17.1.1

Vervallen

1.17.1.2

Vervallen

1.17.1.3

Vervallen

1.17.1.4

Vervallen

1.17.1.5

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.17.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.17.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

43,00

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

43,00

1.18.3.1

voor een gehandicaptenparkeerkaart waarbij een onafhankelijk medisch advies noodzakelijk is

76,00

1.18.3.2

(vervallen)

1.18.3.3

voor een gehandicaptenpaarkeerkaart waarbij geen onafhankelijk medisch advies noodzakelijk is

38,00

1.18.4

tot het verkrijgen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats door middel van plaatsing van bord E6 van bijlage 1 van het R.V.V. 1990

130,00

1.18.4.1

tot het verkrijgen van een nieuw onderbord met kenteken onder een reeds aanwezig bord E6 van bijlage I van het RVV1990

135,00

1.18.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een:

1.18.5.1

vergunning voor parkeren op een parkeerplaats van een motorvoertuig langs daartoe aangewezen straten en op daartoe aangewezen parkeervoorzieningen

76,00

1.18.5.2

vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op een vergunninghouderparkeerplaats:

76,00

1.18.5.3

vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op een vast gereserveerd parkeervak voor vergunninghouders

76,00

1.18.5.4

doorlopende parkeerontheffing voor een motorvoertuig dat tijdens het parkeren uitsluitend wordt gebruikt in verband met reparatie-, bouwen c.q. verbouwingswerkzaamheden

76,00

1.18.5.5

vervallen

1.18.6

vervallen

1.18.7

vervallen

1.18.8

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.8.1

voor het verlenen van een éénmalige ontheffing als bedoeld in artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

43,00

1.18.8.2

voor het verlenen van een ontheffing voor drie jaren als bedoeld in artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

43,00

1.18.8.3

voor het verlengen van een verleende ontheffing voor drie jaren als bedoeld in artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

43,00

1.18.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.9.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 (ontheffing verbod wedstrijd op de weg)

26,00

1.18.9.2

voor het nemen van verkeersmaatregelen als bedoeld in artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 bij evenementen

het instellen van kleine verkeersmaatregelen (alleen parkeerverbod)

65,00

het instellen van grotere verkeersmaatregelen (parkeerverbod en afsluitingen)

110,00

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Vervallen

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een fotokopie, een print op papier of het verzenden van een bestand langs elektronische weg:

1.19.2.1

starttarief

5,00

vermeerderd met :

1.19.2.2

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

0,50

1.19.2.3

in formaat A3, per bladzijde

1,10

1.19.2.4

in formaat A2, per bladzijde

13,20

1.19.2.5

in formaat A1, per bladzijde

17,50

1.19.2.6

in formaat A0, per bladzijde

29,20

1.19.2.7

per langs elektronische weg verzonden bestand

29,20

1.19.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

18,00

1.19.4

vervallen

1.19.5

vervallen

1.19.6

Het tarief bedraagt

300,00

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het opgraven en herbegraven van een lijk of de overbrenging op dezelfde of een andere begraafplaats, dan wel tot ontleding

Hoofdstuk 20 Algemene Plaatselijke Verordening

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van :

1.20.1.1

vervallen

1.20.1.2

vervallen

1.20.1.3

vervallen

1.20.1.4

vervallen

1.20.1.5

een vergunning om een standplaats in te nemen, als bedoeld in de artikel 5.18 van de Apv

76,00

1.20.1.6

een ontheffing van het verbod om incidentele asverstrooiing op verharde delen van de weg, een en ander als bedoeld in artikel 5.36 lid 3, van de Apv

57,00

1.20.1.7

vervallen

1.20.2

Indien de aanvraag niet verder in behandeling wordt genomen wegens het niet voldoen aan enig wettelijk voorschrift in de zin van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, bedraagt het tarief 50% van de leges zoals in deze titel genoemd voor het wel in behandeling nemen van de aanvraag

Hoofdstuk 21 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

1.21

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

76,00

Hoofdstuk 22 Teruggaaf

1.22

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning, als bedoeld in titel 1, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

50

%

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699 (2013), of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

Wabo: 

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/verzoek principe-aanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek

2.2.1

om een vooroverleg omtrent een omgevingsvergunning (schetsplan) inzake een advies over de haalbaarheid van een bouwplan.

200,00

2.2.2

Verzoek om principe-uitspraak

Het tarief bedraagt

200,00

ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om een principe-uitspraak omtrent het verlenen van medewerking door de gemeente voor een afwijking van, wijzigen van of het verkrijgen van een afwijking van een geldend bestemmingsplan.

2.2.3

(Rechts)oordeel

Het tarief bedraagt

200,00

ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om een oordeel te geven over het omgevingsvergunningvrij zijn van een voorgenomen bouwactiviteit, een voorgenomen planologische gebruiksactiviteit of een voorgenomen activiteit met betrekking tot een beschermd monument.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project:

de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten niet meer dan € 25.000 bedragen:

250,00

voor elke € 5.000 aan bouwkosten of gedeelte daarvan;

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 25.000 maar niet meer dan € 250.000,00 bedragen:

250,00

voor elke € 25.000 aan bouwkosten of gedeelte daarvan, vermeerderd met een bedrag van € 1.500;

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten meer dan € 250.000 maar niet meer dan € 5.000.000 bedragen

250,00

voor elke € 25.000 aan bouwkosten of gedeelte daarvan, vermeerderd met een bedrag van € 1.750;

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 bedragen

51.750,00

2.3.1.2

Extra welstandstoets

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief :

50,00

indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is

2.3.1.3

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3.1

Indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in subonderdeel 2.3.1.1 bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, wordt het verschuldigde bedrag, verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.

2.3.1.3.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.1.4

Landschappelijke inpassing

Het tarief bedraagt

178,00

voor het begeleiden en adviseren ter zake van de landschappelijke inpassing van vergunningsplichtige bouwwerken

2.3.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief :

100,00

voor het in behandeling nemen van een wijziging van een in dat subonderdeel bedoelde aanvraag, die is aangebracht nadat de aanvraag al in behandeling is genomen

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

500,00

2.3.2.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, met als enige doel het vellen of doen vellen van een houtopstand, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

100,00

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast

(binnenplanse afwijking):

614,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse kleine afwijking):

799,00

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse afwijking): met bouwkosten van ten hoogste € 150.000,00

1.500,00

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse afwijking): met bouwkosten groter dan € 150.000,00

4.985,00

2.3.3.4

Vervallen

2.3.3.5

Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 derde lid, van de

Wet Ruimtelijke ordening en artikel 2.12 eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsgunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving ), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsgunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast

(binnenplanse afwijking):

614,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse kleine afwijking):

799,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse afwijking):

4.985,00

2.3.4.4

vervallen

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van exploitatieplan), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsgunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsgunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van nationale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsgunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast

(afwijking van voorbereidingsbesluit), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsgunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

875,00

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumenten- /erfgoedverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of gemeentelijke monumenten-/erfgoedverordening een vergunning of ontheffing is vereist,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

984,00

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, of het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumenten-/erfgoedverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

984,00

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

300,00

2.3.8

vervallen

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

250,00

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2 van de gemeentelijke kapverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

100,00

2.3.11

Vervallen

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

2.3.12.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit)

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

75,00

2.3.12.2

(vervallen)

2.3.13

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit)

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

75,00

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

75,00

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft:

75,00

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:

75,00

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld;

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

296,00

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

296,00

voor de beoordeling uitsluitend van een vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid

296,00

voor de beoordeling van een verkennend onderzoek volgens NEN 5740, uitgave 1999 naar de bodemgesteldheid

296,00

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten.

2.3.17.2

Advies gemeentelijke kwaliteitsteam

Het tarief voor het aanvragen van een advies van het kwaliteitsteam bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, per beoordeling:

250,00

met een maximum van

750,00

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

430,00

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten.

2.3.19

Vervallen

2.3.20

Aanvraag niet verder in behandeling nemen

2.3.20.1

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.1 (bouw), 2.3.2 (aanleg), 2.3.4 (planologisch strijdig gebruik), 2.3.5 (gebruik) , 2.3.7 (sloop), 2.3.8 (aanleg/veranderen weg) of 2.3.9 (uitweg) niet verder in behandeling wordt genomen (niet-ontvankelijk verklaren) wegens het niet voldoen aan enig wettelijk voorschrift in de zin artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht,

bedraagt het tarief

10

%

van de leges hiervoor genoemde activiteiten met een minimum van € 50,00

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg, beoordeling van een conceptaanvraag of beoordeling vergunningsvrij bouwen als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg, de beoordeling van de conceptaanvraag of beoordeling vergunningsvrij bouwen geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- en sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

50

%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 3 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt:

30

%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

vervallen

2.5.4

Teruggaaf in verband met het realiseren van duurzaamheidsmaatregelen

Als een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit of activiteit planologisch strijdig gebruik als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3 en 2.3.4 is verleend en na het gereedkomen van de activiteit of activiteiten door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat een of meer van onderstaande duur¬zaamheidsmaatregelen is genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.4.1

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het isoleren van bestaande woningen en andere gebouwen

50

%

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

10.000,00

2.5.4.2

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het renoveren van een bestaande woning waardoor die woning een NOM-woning wordt:

50

%

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

10.000,00

2.5.4.3

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de plaatsing van zonnepanelen voor de dekking van het eigen verbruik op het dak, aan de gevel of in de eigen tuin:

100

%

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

10.000,00

2.5.4.4

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het aanbrengen van een begroeid/sedum dak:

50

%

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

10.000,00

2.5.4.5

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het plaatsen van een buitenunit voor een warmtepomp met een geluidsproductie van de luchtunit van maximaal 40 dB

50

%

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

10.000,00

2.5.4.6

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit plaatsing van zonnecollectoren voor een zonneboiler

100

%

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel, met een maximum van

10.000,00

2.5.4.7

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de bouw van zelfstandige, grondgebon­den zonnepanelen:

50

%

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel worden de leges beperkt tot een maximum van

51.750,00

2.5.4.9

indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit de bouw van een of meer windturbines:

50

%

van het op grond van de in de aanhef genoemde onderdelen verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel worden de leges beperkt tot een maximum van

51.750,00

2.5.5

Voor de toepassing van onderdeel 2.5.4 wordt verstaan onder:

[dB: decibel, de maat voor een hoeveelheid geluid;]

EPC: Energie Prestatie Coëfficiënt;

[Gj: Gigajoule;]

K: temperatuur uitgedrukt in Kelvin;

m2: vierkante meter oppervlakte;

NOM-woning: nul-op-de-meter-woning, zijnde een woning waarin gedurende een jaar gemiddeld net zoveel energie wordt geproduceerd (door zon, wind of warmtepompen) als wordt verbruikt (voor verwarming, warm tapwater en huishoudelijk gebruik);

Rc: warmteweerstand (R) van een constructie (c);

W: hoeveelheid energie uitgedrukt in Watt;

[Wp: Wattpiek, het energievermogen aan elektriciteit dat met een zonnepaneel kan worden opgewekt;]

zonnecollector: apparaat dat zonlicht (direct licht bij zonnig weer en diffuus licht bij bewolkt weer) omzet in warmte.

zonnepaneel: paneel dat bestaat uit meerdere zonnecellen waarmee zonlicht omgezet wordt in elektriciteit.

2.5.6.

De in onderdeel 2.5.4 opgenomen maximumteruggaafbedragen gelden per project. Onder project wordt verstaan een bouwplan dat of ontwikkeling die als een eenheid moet worden beschouwd, gelet op de bouwkundige en perceelindeling, het opdracht­geverschap, de eigendom, functie(s), bedoeling en het karakter van het bouwplan. Verschillende omgevingsvergunningen of aanvragen voor omgevingsvergunning kunnen deel uitmaken van één project.

2.5.7

De in onderdeel 2.5.4 opgenomen teruggaafbepalingen zijn uitsluitend van toepassing op aanvragen voor omgevingsvergunningen die in de periode vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 worden ingediend.

2.5.8

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning (vervallen)

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt:

43,00

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

Hoofdstuk 8 Bestemmingsherzieningen of -wijzigingen

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, met het oogmerk bouwactiviteiten vergunbaar te maken:

2.8.1.2

indien de bouwkosten tot en met € 25.000 bedragen:

250,00

voor elke € 5.000 aan bouwkosten of gedeelte daarvan, vermeerderd met een bedrag van € 250

2.8.1.3

indien de bouwkosten meer dan € 25.000 tot en met € 5.000.000 bedragen:

250,00

voor elke € 25.000 aan bouwkosten of gedeelte daarvan, vermeerderd met een bedrag van € 1.500

2.8.1.4

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

51.500,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening anders dan met het oogmerk om bouwactiviteiten vergunbaar te maken, indien het plangebied kleiner is dan 5.000 m2

5.000,00

2.8.2.1

verhoogd met: per 1.000 m2 of een gedeelte daarvan

250,00

2.8.2.2

met een maximum van

15.000,00

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

1.845,00

2.8.4

Verplicht advies agrarische commissie

2.8.4.1

Indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in onderdelen 2.8.1, 2.8.2 en 2.8.3 bedoelde aanvragen een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, wordt het verschuldigde bedrag, verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag middels een begroting aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.

2.8.4.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.8.4.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

Advies gemeentelijk kwaliteitsteam

2.8.5

Het tarief voor het aanvragen van een advies van het kwaliteitsteam bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, per beoordeling:

250,00

met een maximum van:

750,00

2.8.6

Advies

2.8.6.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag als bedoeld in 2.8.1, 2.8.2 of 2.8.3 : het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een daartoe opgestelde begroting.

2.8.6.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.8.6.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.8.7

Teruggaaf

Als een aanvrager zijn aanvraag om vaststelling of wijziging van een bestemmingsplan voor een project als bedoeld in 2.8.1, 2.8.2 en 2.8.3 intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Deze teruggaaf bedraagt 50%

Hoofdstuk 9 (Vervallen)

Hoofdstuk 10 (Vervallen)

Hoofdstuk 11 (Vervallen)

Hoofdstuk 12 Diversen

2.12

Het tarief bedraagt: .

215,00

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gedoogbeschikking voor het (in strijd met de voorschriften van het ter plaatse geldende bestemmingsplan) bewonen van een recreatiewoning

Hoofdstuk 13 Verhoging

2.13

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning niet via het ‘Om gevingsloket online’ wordt ingediend worden de in deze titel berekende leges met 10% verhoogd. Het bedrag van de leges wordt naar beneden afgerond op hele euro’s.

Hoofdstuk 14 In deze titel niet benoemde beschikking

2.14

Het tarief bedraagt

215,00

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

340,00

3.1.2

vervallen

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening

150,00

3.1.4

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet

150,00

3.1.5

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

76,00

3.1.6

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

76,00

3.1.7

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

26,00

3.1.8

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 6 van de Drank- en Horecaverordening

76,00

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Begripsomschrijving

3.2

Het tarief bedraagt:

76,00

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.3.1

tot het verlenen van een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

750,00

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

750,00

3.3.2

vervallen

3.3.3

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3.1, maar voor het verlenen van de vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van het in artikel 3.3.1 genoemde tarief verleend.

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte (Vervallen)

Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen

3.5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Marktverordening gemeente Dinkelland:

3.5.1

tot het verlenen van een vaste-standplaatsvergunning (artikel 5):

76,00

3.5.2

tot het verlenen van een dagplaatsvergunning (artikel 14), die leidt tot vergunningverlening:

76,00

3.5.3

tot het verlenen van een standwerkvergunning (artikel 15), die leidt tot vergunningverlening:

76,00

3.5.4

tot het inschrijven op de wachtlijst (artikel 9, lid 1):

76,00

3.5.5

tot het verlengen van de inschrijving op de wachtlijst (artikel 9, lid ):

26,00

3.5.6

tot het overschrijven van een vaste-standplaatsvergunning op naam van een ander (artikel 12):

76,00

3.5.7

tot het toestaan van vervanging van de vergunninghouder (artikel 19 tweede lid):

76,00

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.6.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

76,00

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

76,00

Hoofdstuk 8 Aanvraag niet verder in behandeling nemen

3.8

Indien de aanvraag niet verder in behandeling wordt genomen wegens het niet voldoen aan enig wettelijk voorschrift in de zin van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, bedraagt het tarief 50% van de leges zoals in deze titel genoemd voor het wel in behandeling nemen van de aanvraag

 

Behorende bij het raadsbesluit van 15 december 2020.

 

De griffier van de gemeente Dinkelland,

 

 

{ROBH}

mr. O.J.R.J. Huitema

 

Naar boven