Gemeenteblad van Schiermonnikoog
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schiermonnikoog | Gemeenteblad 2020, 341394 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schiermonnikoog | Gemeenteblad 2020, 341394 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2021
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte.
In zoverre in afwijking van het zesde lid wordt in het geval dat een woning en een niet-woning deel uitmaken van een perceel, het aantal kubieke meters water als volgt bepaald. Voor een woning wordt het aantal kubieke meters bepaald op grond van het zesde lid. Het aantal kubieke meters voor de niet-woning wordt bepaald door de naar het perceel toegevoerde hoeveelheid water te verminderen met het voor de woning in aanmerking te nemen aantal kubieke meters water.
De belasting wordt geheven bij wege van schriftelijke, gedagtekende kennisgeving. Als kennisgeving wordt mede aangemerkt de voorschotnota c.q. eindafrekening van het waterbedrijf waarop het voorlopige gevorderde bedrag onderscheidenlijk het definitief gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
De aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet kan na de aanvang van het belastingjaar aan de belastingplichtige een voorlopig bedrag vorderen, naar het bedrag waarop het gevorderde bedrag vermoedelijk zal worden vastgesteld, indien zulks naar zijn mening rechtvaardigt.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt en de belasting wordt bij wege van aanslag geheven, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt en de belasting wordt bij wege van aanslag geheven, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Het voorlopig gevorderde bedrag en het definitief gevorderde bedrag van de heffing als bedoeld in artikel 2 moeten worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop de voorschotnota's c.q. eindafrekening van het waterbedrijf waarop het voorlopig gevorderde bedrag c.q. definitief gevorderde bedrag is vermeld, moeten worden betaald.
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid en in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het gevorderde bedrag dat blijkt uit een aanslag, worden betaald in twee gelijke termijnbedragen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later.
In afwijking van het tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnbedragen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnbedragen telkens een maand later.
In afwijking van het tweede en derde lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, € 50,00 of minder bedraagt, dat de aanslag moet worden betaald in één termijn en wel één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn de leden 2, 3, 4, 5 en 6 van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
De 'Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2020” van 5 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-341394.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.