Gemeenteblad van Capelle aan den IJssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Capelle aan den IJssel | Gemeenteblad 2020, 341299 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Capelle aan den IJssel | Gemeenteblad 2020, 341299 | Beleidsregels |
Handelingskader Tijdelijke wet maatregelen COVID-19
In Nederland, maar ook wereldwijd, is er een uitbraak van het coronavirus. Ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid worden er maatregelen genomen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.
De maatregelen ter bestrijding van de covid-19 epidemie waren tot 1 december 2020 voor een belangrijk deel gebaseerd op aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De voorzitters van de veiligheidsregio’s vertaalden deze aanwijzingen in noodverordeningen. Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (hierna: TWM) per 1 december 2020 is een einde gekomen aan deze structuur van aanwijzingen en noodverordeningen.
Met de TWM is een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg). Dit hoofdstuk bevat de wettelijke grondslag voor aanvullende maatregelen die nodig zijn ter bestrijding van het covid-19 virus. Deze aanvullende maatregelen zijn verder uitgewerkt in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 en de Regeling aanvullende mondkapjesverplichtingen covid-19 van 1 december 2020. De handhaving van de in hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regelingen genoemde maatregelen is voor een groot deel belegd bij de burgemeester.
In de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 heeft een zoveel mogelijk beleidsneutrale vertaling plaatsgevonden van de maatregelen die waren opgenomen in de noodverordeningen die op het moment van invoering van de Twm zijn ingetrokken. Gepaste handhaving van de maatregelen ter bestrijding van de epidemie blijft essentieel. Die handhaving ziet zowel op meer toezicht en waarschuwen, maar – in voorkomende gevallen – ook op verbaliserend optreden. Daar waar aanspreken en waarschuwen onvoldoende resultaat geeft om naleving van de regels te bevorderen en te waarborgen, wordt strenger opgetreden. Dit geldt bijvoorbeeld bij evidente gevallen van overtreding en gevallen waarbij na een waarschuwing of aanwijzing de overtreding niet wordt beëindigd.
We blijven een groot beroep doen op de burger en de ondernemers bij de naleving van de maatregelen. Er is daarom nog steeds een belangrijke rol en (eigen) verantwoordelijkheid weggelegd bij de exploitanten en/of verantwoordelijken en/of eigenaren van de verschillende voorzieningen die nog bezocht mogen worden en/of de samenkomsten die door hen worden georganiseerd. Deels door het opstellen en naleven van sectorspecifieke protocollen, zo nodig met behulp van de afwegingskaders van het RIVM (en de adviezen van de GGD), deels door bezoekers/burgers aan te spreken op de naleving daarvan. Met branches en bedrijven worden afspraken gemaakt over strikte naleving van de maatregelen en daar waar nodig worden protocollen aangescherpt.
Hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regelingen vormen de juridische basis voor de in de sectoren en branches zelf opgestelde protocollen in het kader van de ‘anderhalve meter samenleving’ en voor de handhaving door de sector of brancheorganisaties zelf, indien zij daarin voorzien. Dergelijke protocollen vormen daarmee een nuttige invulling van de zorgplichten.
De bestuursrechtelijke handhaving van Hoofdstuk Va en de bijbehorende ministeriele regelingen is in veel gevallen de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Dat is het geval op openbare plaatsen en op publieke plaats. Op besloten plaatsen is zowel de burgemeester bevoegd als de minister van VWS. Indien het gaat om een besloten plaats waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld: een kantoorpand) is de minister bevoegd om handhavend op te treden. Op overige besloten plaatsen is de burgemeester bevoegd.
De burgemeester heeft per locatie (besloten plaats1, publieke plaats2, openbare plaats3) verschillende bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden. Het kan, afhankelijk van het soort locatie, gaan om een aanwijzing aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een spoedbevel aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom en een bevel. Welke bevoegdheid het meest geschikt is, hangt in grote mate af van de concrete omstandigheden van het geval.
Daarnaast kan ook strafrechtelijk worden gehandhaafd op de maatregelen. In het algemeen geldt dat afhankelijk van de aard van de bepaling (en de specifieke omstandigheden van het geval) wordt gekozen voor bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke handhaving. Sommige overtredingen lenen zich meer voor bestuursrechtelijke handhaving (herstel) en andere meer voor een strafrechtelijke aanpak. Zo ligt het bestuursrechtelijk optreden meer in de rede als er handhavend opgetreden moet worden richting bedrijven, exploitanten en organisatoren of degenen die verantwoordelijk zijn voor de naleving van genomen maatregelen. Nadruk ligt dan immers op de naleving en het herstel en in overeenstemming brengen van de situatie met de geldende noodverordening. Strafrechtelijk optreden ligt meer in de rede als bestuursrechtelijke handhaving richting organisatoren en/of verantwoordelijken geen effect heeft of als sprake is van een exces. Strafrechtelijke handhaving is ook aangewezen in gevallen dat de verbodsbepaling gericht is tot de individuele burger en snelle normhandhaving een onmiddellijk effect dient te realiseren. In dergelijke gevallen zijn bestuursrechtelijke maatregelen minder aangewezen en/of effectief.
De burgemeester blijft bovendien bevoegd om op basis van andere lokale handhavingsarrangementen (aanvullende) maatregelen te treffen indien noodzakelijk. Hierbij kan worden gedacht aan handhavingsarrangementen op het gebied van horeca, evenementen, standplaatsen, markten etc. Zo kunnen overtredingen ook gevolgen hebben voor vergunningen.
Het toezicht op hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regelingen berust bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de door de bij besluit van de minister van VWS aangewezen ambtenaren. Toezichthouders beschikken hierbij altijd over een discretionaire bevoegdheid.
Onderstaand volgt een handelingskader. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden kan de burgemeester besluiten van een maatregel af te zien, over te gaan tot een verzwaring of ook besluiten een of meerdere stappen over te slaan (en bijvoorbeeld een maatregel te treffen waar normaliter eerst een waarschuwing zou volgen).
Op grond van artikel 58f Wpg jo. hoofdstuk 2 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 dient degene die zich buiten een woning ophoudt, een veilige afstand te houden tot andere personen. De veilige afstand bedraagt 1,5 meter.
voor een opsporingsambtenaar, toezichthouder, beveiligingsmedewerker, zorgverlener, mantelzorger of geestelijke bedienaar of persoon die werkzaam is bij een justitiële inrichting, bij de politie, de brandweer, de krijgsmacht of in de kinderopvang of die eerste hulp biedt bij een het leven of de gezondheid bedreigende situatie, voor zover deze zijn taak niet op gepaste wijze kan uitoefenen met inachtneming van de veilige afstand;
voor personen die een onderwijsactiviteit in het voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs of hoger onderwijs verzorgen dan wel daaraan deelnemen, voor zover deze werkzaamheden niet op gepaste wijze kunnen worden uitgevoerd met inachtneming van de veilige afstand en voor zover voor de beroepsmatige werkzaamheden waartoe de betreffende leerlingen of studenten worden opgeleid, een uitzondering op de veiligeafstandsnorm geldt;
Ten aanzien van dit verbod geldt dat de veiligeafstandsnorm wordt gehandhaafd vanaf drie personen.
In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd op grond van artikel 58u, vierde lid Wpg4.
Indien het in specifieke gevallen wenselijk is om de organisator of verantwoordelijke van een besloten plaats, niet zijnde beroep of bedrijf, of van een publieke ruimte aan te spreken, dan is dat mogelijk op grond van de zorgplicht. De handhavingslijn daarvoor is te vinden in paragraaf 2.10 van dit kader.
Op grond van artikel 58g Wpg jo. hoofdstuk 3 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is het niet toegestaan om zich in een openbare plaats, een erf behorende bij een publieke plaats, een erf behorende bij een besloten plaats, niet zijnde een woning, op te houden met meer dan vier personen. Daarnaast is het in besloten binnenruimten5 niet toegestaan zich in groepsverband op te houden met meer dan dertig personen per zelfstandige ruimte.
Deze verboden geldt niet voor:
Voor het groepsverbod boven de vier personen gelden naast deze algemene uitzonderingen ook de volgende uitzonderingen:
Voor het groepsverbod boven de dertig personen gelden naast de algemene uitzonderingen ook de volgende uitzonderingen:
In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling of bij herhaaldelijke overtreding) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom op grond van artikel 58u, vierde lid Wpg6 of gebiedsontzegging kunnen worden opgelegd.
Indien het in specifieke gevallen wenselijk is om de organisator of verantwoordelijke van een besloten binnenruimte, niet zijnde beroep of bedrijf, aan te spreken, dan is dat mogelijk op grond van de zorgplicht. De handhavingslijn daarvoor is te vinden in paragraaf 10.1.2 van dit kader.
2.3.1. Algemene voorwaarden voor openstelling publieke plaatsen
Een publieke plaats wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat:
Daarnaast geldt dat een publieke binnenruimte slechts voor publiek mag worden opengesteld, indien per zelfstandige ruimte ten hoogste dertig personen als publiek aanwezig zijn.
Voor doorstroomlocaties geldt, met uitzondering van een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften, winkel en warenmarkt, dat deze slechts voor publiek mag worden opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat het publiek vooraf reserveert voor aankomst in een bepaald tijdvak en alleen wordt toegelaten in het vooraf gereserveerde tijdvak.
Een supermarkt mag slechts voor publiek worden opengesteld, indien de beheerder zich inspant om de toegang ten minste twee keer per dag een uur te beperken tot mensen die zichzelf beschouwen als oudere of als kwetsbare persoon.
2.3.2. Eet- en drinkgelegenheden
Een eet- en drinkgelegenheid en daarbij behorende dansvoorziening mag niet voor het publiek worden opengesteld.
eet- en drinkgelegenheden waar uitsluitend sprake is van verkoop, aflevering of verstrekking van etenswaren of dranken voor gebruik anders dan ter plaatse, mits de inrichting tussen 01.00 uur en 07.00 uur gesloten is en de duur van het verblijf van publiek in de inrichting zoveel mogelijk wordt beperkt;
Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer opgedragen om de overtreding direct te beëindigen. Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van de overtreding. Bij de eerste overtreding volgt tevens een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;
Op grond van artikel 58i Wpg jo. hoofdstuk 5 tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt er een verbod op het organiseren van evenementen.
Deze evenementen, met uitzondering van de warenmarkten, evenementen waarbij sprake is van doorstroom van publiek en de sportwedstrijden, dienen wel te voldoen aan de volgende voorwaarden:
Voor evenementen waarbij sprake is van doorstroom van publiek gelden de volgende voorwaarden:
Handhavingslijn organiseren verboden evenement:
Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement op grond van artikel 58n (voor besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (voor publieke plaatsen) of artikel 58m (voor openbare plaatsen). Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, tweede lid, onder b, Wpg;
Handhavingslijn overtreden voorwaarden organiseren evenement:
Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement op grond van artikel 58n (voor besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (voor publieke plaatsen) of artikel 58m (voor openbare plaatsen). Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, tweede lid, onder b, Wpg;
Sportwedstrijden en andere sportactiviteiten zijn alleen zonder toeschouwers toegestaan.
Een publieke plaats die een sportaccommodatie is, mag slechts voor publiek worden opengesteld, indien de douches en kleedkamers gesloten zijn.
Dit verbod geldt niet voor de openstelling van:
Handhavingslijn toeschouwers (organisator):
Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel op grond van artikel 58n Wpg (bij besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) of 58m Wpg (bij openbare plaatsen) en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 2 onder b Wpg met een boete van de tweede categorie;
Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 58n Wpg (bij besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) of 58m Wpg (bij openbare plaatsen) en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 2 onder b Wpg met een boete van de tweede categorie;
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) op grond van artikel 58n Wpg (bij besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) of 58m Wpg (bij openbare plaatsen) worden overgegaan en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 2 onder b Wpg met een boete van de tweede categorie.
Handhavingslijn geopend houden douches en kleedkamers:
Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel op grond van artikel 58n Wpg (bij besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) of 58m Wpg (bij openbare plaatsen) en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 2 onder b Wpg met een boete van de tweede categorie;
Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 58n Wpg (bij besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) of 58m Wpg (bij openbare plaatsen) en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 2 onder b Wpg met een boete van de tweede categorie;
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) op grond van artikel 58n Wpg (bij besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) of 58m Wpg (bij openbare plaatsen) worden overgegaan en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 2 onder b Wpg met een boete van de tweede categorie.
2.6.1 Uitzondering op veiligeafstandsnorm, groepsvorming en max 30 in publieke binnenruimtes
De veiligeafstandsnorm geldt niet voor personen in het openbaar vervoer en ander bedrijfsmatig personenvervoer, mits:
Bovendien gelden in het openbaar vervoer en ander bedrijfsmatig vervoer niet het verbod op groepsvorming boven dertig personen in besloten binnenruimten en de max van 30 personen per zelfstandige ruimte in een publieke binnenruimte.
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a, Wpg jo. artikel 6.6 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt in het openbaar vervoer of ander bedrijfsmatig personenvervoer voor personen van dertien jaar en ouder de plicht om een mondkapje te dragen.
personen die vanwege een beperking of een ziekte geen mondkapje kunnen dragen;7
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. Regeling aanvullende mondkapjesverplichtingen covid-19 geldt de mondkapjesplicht voor personen van dertien jaren en ouder ook in een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften, met uitzondering van de daar gelegen besloten plaatsen.
enkel bij excessen (passagier die voertuig of andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening niet wenst te verlaten en geen mondkapje wil dragen) zal de toezichthouder ter plaatse worden gevraagd. Primair zal de toezichthouder de passagier uit het voertuig verwijderen en in het uiterste geval wordt proces-verbaal opgemaakt o.g.v. artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.8
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder b Wpg jo. artikel 6.8 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 dient de beoefenaar van een contactberoep klanten en patiënten in de gelegenheid te stellen de volgende gegevens beschikbaar te stellen ten behoeve van de mogelijke uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst:
De beoefenaar van een contactberoep dient toestemming te vragen voor de verwerking en overdracht van deze gegevens ten behoeve van de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD. Daarbij dient te worden vermeld dat het geven van deze toestemming vrijwillig is.
De registratieplicht geldt niet voor zorgverleners, sekswerkers en mantelzorgers.
De gegevens worden op zodanige wijze verwerkt dat daarvan geen kennis kan worden genomen door andere klanten. De gegevens dienen uitsluitend te worden verwerkt voor de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD, dienen veertien dagen te worden bewaard en dienen daarna te worden vernietigd door de beoefenaar van het contactberoep.
2.8 Alcoholhoudende drank op openbare plaatsen
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder e, Wpg jo. artikel 6.9 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is het verboden tussen 20.00 uur en 06.00 uur alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet te gebruiken of voor consumptie gereed te hebben op openbare plaatsen. Dit verbod geldt niet in woongedeelten van voertuigen of vaartuigen.
Indien geen gehoor wordt gegeven aan de mondelinge waarschuwing, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van de overtreding. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg.9 De alcoholhoudende drank zal in beslag worden genomen ter vernietiging;
2.9.1 Excessen bij openbare plaatsen
Indien de burgemeester van oordeel is dat de omstandigheden op een openbare plaats zodanig zijn dat de daar aanwezige personen het bepaalde bij of krachtens de artikelen 58f tot en met 58j van de Wpg niet in acht kunnen nemen, of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, kan hij op grond van artikel 58m Wpg de bevelen geven die nodig zijn om de naleving van deze artikelen op een openbare plaats te verzekeren.
De burgemeester kan op grond van dit artikel onder andere de sluiting van openbare plaatsen voor het publiek bevelen.
Handhavingslijn verboden/gesloten gebied:
2.9.2 Excessen bij besloten plaatsen
Indien door een gedraging of activiteit in of vanuit een besloten plaats, niet zijnde een woning, een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van het covid-19 virus ontstaat, kan de burgemeester op grond van artikel 58n Wpg de bevelen geven die nodig zijn voor de beëindiging van de gedraging of activiteit en de daar aanwezige personen bevelen zich onmiddellijk te verwijderen.
Indien zich in of vanuit een besloten plaats een exces voordoet, kan de burgemeester op grond van dit artikel overgaan tot sluiting van de besloten plaats.
2.10.1 Zorgplicht publieke plaatsen
Op grond van artikel 58k Wpg dient degene die bevoegd is tot het aan een publieke plaats treffen van voorzieningen of tot het openstellen van een publieke plaats voor publiek, ten aanzien van die publieke plaats zorg te dragen voor zodanige voorzieningen of openstelling dat de daar aanwezige personen de bij of krachtens de artikel 58f t/m 58j Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen.
Deze bevoegdheid kan worden ingezet als publieke plaatsen zoals supermarkten niet of in onvoldoende mate maatregelen treffen die ervoor zorgen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen. Een indicatie hiervoor kan zijn dat de locatie geen duidelijk toegangsbeleid hanteert, geen crowdmanagement heeft ingezet of geen zichtbare hygiënemaatregelen heeft getroffen.
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 58k, vierde lid, Wpg (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68k, vierde lid, Wpg.10
Bij publieke plaatsen die gekoppeld worden aan meerdere besmettingen of clusters van besmettingen via het bron- en contactonderzoek van de GGD, kan de burgemeester op grond van artikel 174 Gemeentewet over gaan tot sluiting van deze plaatsen.
2.10.2 Zorgplicht besloten plaatsen (niet zijnde beroep of bedrijf)
Op grond van artikel 58l dient degene die bevoegd is tot het aan een besloten plaats, niet zijnde een woning, treffen van voorzieningen of tot het toelaten tot een besloten plaats van personen, ten aanzien van die besloten plaats zorg te dragen voor zodanige voorzieningen of toelating dat de daar aanwezige personen de bij of krachtens de artikelen 58f t/m 58j gestelde regels in acht kunnen nemen.
Deze bevoegdheid kan worden ingezet als de verantwoordelijke voor een besloten plaats niet of in onvoldoende mate maatregelen treft die ervoor zorgen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen. Een indicatie hiervoor kan zijn dat de locatie geen maatregelen heeft getroffen waardoor de aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden.
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 58k, vierde lid, Wpg (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68k, vierde lid, Wpg.11
2.11 Mondkapjes publieke binnenruimten, luchthavens, onderwijsinstellingen en contactberoepen12
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. Regeling aanvullende mondkapjesverplichtingen covid-19 dienen personen van dertien jaar en ouder een mondkapje te dragen in:
Deze verplichting geldt niet voor:
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. Regeling aanvullende mondkapjesverplichtingen covid-19 geldt ook een mondkapjesplicht voor personen in een onderwijsinstelling of een andere ruimte die door een onderwijsinstelling voor onderwijsactiviteiten wordt gebruikt.
indien het dragen van een mondkapje een belemmering vormt voor deelname aan dan wel verzorging van een onderwijsactiviteit;13
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. Regeling aanvullende mondkapjesverplichtingen covid-19 geldt daarnaast een mondkapjesplicht voor de beoefenaar van een contactberoep en de klant of patiënt aan wie diensten worden verleend, gedurende het contact.
Algemene uitzonderingen mondkapjesplicht:
Voor de volgende gevallen geldt in het geheel geen mondkapjesplicht:
Handhavingslijn publieke binnenruimten en contactberoepen:
Indien het in specifieke gevallen wenselijk is om de organisator of verantwoordelijke van een publieke binnenruimte of van een ruimte waar een contactberoep wordt uitgeoefend aan te spreken, dan is dat mogelijk op grond van de zorgplicht. De handhavingslijn daarvoor is te vinden in paragraaf 2.10 van dit kader.
Handhavingslijn luchthavens en onderwijsinstellingen:
Demonstraties worden gereguleerd door de WOM en zijn niet gereguleerd in de Wpg.
Specifieke uitgangspunten inzake demonstraties zijn:
In het kader van de bestrijding van de pandemie, neemt de lokale overheid daar bovenop ook maatregelen. Daarbij geldt:
Indien een kennisgeving wordt gedaan, volgt de reguliere procedure van de WOM. De burgemeester kan naar aanleiding van een kennisgeving beperkingen of voorschriften stellen of een verbod geven (met inachtneming van de doelcriteria uit artikel 2 WOM).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-341299.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.