Verordening tot wijziging van de ‘Algemene plaatselijke verordening Zandvoort 2017’

De raad van de gemeente Zandvoort;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2020;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

rekening houdend met de gemeentelijke handhavingsdoelen;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de ‘Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Zandvoort 2017’.

ARTIKEL I

 

De ‘Algemene plaatselijke verordening Zandvoort 2017’ wordt gewijzigd als volgt:

 

A

Artikel 2:15 komt te luiden:

 

Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp

Het is verboden beplanting, een voorwerp of reclame aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er op andere wijze voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.

 

B

Na artikel 2:49 wordt een artikel ingevoegd, luidende

 

2:49b Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten

Het is verboden zich zonder redelijk doe en op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen: portalen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.

 

C

Artikel 2:51 komt te luiden:

 

Artikel 2:51 Hinderlijk parkeren van fietsen, bromfietsen, motorfietsen, snorfietsen e.d.

  • 1.

    Het is verboden een fiets, bromfiets of snorfiets te plaatsen of te laten staan als daardoor:

    • a.

      op de weg de doorgang wordt gehinderd of belemmerd;

    • b.

      de veiligheid of de doorstroming van of het uitzicht voor het verkeer wordt gehinderd;

    • c.

      schade wordt veroorzaakt aan de openbare ruimte of aan het uiterlijk aanzien van de gemeente;

    • d.

      voor een bewoner of gebruiker van het gebouw of dat portiek waartegen of waarvoor de fiets, bromfiets, motorfiets of de snorfiets wordt geplaatst of staat, de doorgang of het uitzicht wordt belemmerd en dit tegen de uitdrukkelijk verklaarde wil van die bewoner of gebruiker is.

  • 2.

    In het belang van de veiligheid en ter voorkoming van hinder en het toebrengen van schade aan de openbare ruimte of aan het uiterlijk aanzien van de gemeente is het verboden in door het college aangewezen gebieden fietsen, bromfietsen, motorfietsen of snorfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde voorziening te parkeren.

D

Aan artikel 2:57 Loslopende honden wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

 

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen aan het gebruik van het in het tweede lid bedoelde plaatsen.

E

Het vierde lid van artikel 2:58 Verontreiniging door honden komt als volgt te luiden:

Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel bepaalde, is eenieder die een of meerdere honden bij zich heeft binnen de bebouwde kom en het strand verplicht een deugdelijk hulpmiddel als een plastic zakje ter onmiddellijke verwijdering van hondenuitwerpselen op openbare plaatsen binnen de bebouwde kom en het strand bij zich te hebben en dit hulpmiddel op eerste aanvraag van een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar te tonen.

 

F

Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren komt te luiden:

 

Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren

  • 1.

    Het college kan buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer plaatsen aanwijzen waar het ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid verboden is daarbij aangeduide dieren;

    • a.

      aanwezig te hebben, of

    • b.

      aanwezig te hebben anders dan met in achtneming van de door hen gestelde regels of

    • c.

      aanwezig te hebben tot een groter aantal dan in die aanwijzing is aangegeven

    • d.

      of te voeren.

  • 2.

    Het is verboden op een krachtens het eerste lid aangewezen plaats daarbij aangeduide dieren aanwezig te hebben, dan wel aanwezig te hebben anders dan met in achtneming van de door het college gestelde regels, dan wel aanwezig te hebben in een groter aantal dan door het college is aangegeven dan wel te voeren.

  • 3.

    Het college kan de rechthebbende op een onroerende zaak gelegen binnen een krachtens het eerste lid aangewezen gedeelte van de gemeente ontheffing verlenen van het in het tweede lid gestelde verbod.

G

Artikel 2:67 komt te luiden:

 

Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister

  • 1.

    De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register, en daarin onverwijld op te nemen:

    • a.

      het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

    • b.

      de datum van verkoop of overdracht van het goed;

    • c.

      een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voor dat mogelijk is - soort, merk en nummer van het goed;

    • d.

      de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed; en

    • e.

      de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.

  • 2.

    De burgemeester kan vrijstelling verlenen van de verplichtingen uit het eerste lid.

H

Aan artikel 2:73 Bezigen van vuurwerk, wordt een lid toegevoegd luidende:

 

  • 4.

    Het college kan, in het belang van de voorkoming van gevaar, schade of overlast nadere regels stellen aan het bezigen van vuurwerk.

Na artikel 2:73 wordt een artikel ingevoegd, luidende

 

Artikel 2:73A Carbid

  • 1.

    Het is verboden om in de openlucht met gebruikmaking van carbidgas, een ander soort gas of (vloei)stof een busdeksel, blikdeksel of ander projectiel af te schieten.

  • 2.

    Het is verboden om een vat, bus, fles, of een ander voorwerp dat er kennelijk toe dient om carbidgas, een ander soort gas of (vloei)stof tot ontploffing te brengen op de weg te vervoeren of voorhanden te hebben.

I

Na (vervallen) artikel 4:9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 4:9a Oplaten van ballonnen

  • 1.

    Het is verboden ballonnen, van welk materiaal dan ook, door middel van hete lucht afkomstig van vuur, dan wel door middel van helium of andere gassen, op te laten stijgen.

  • 2.

    Onder een ballon wordt in ieder geval verstaan: herdenkingsballon, biologisch afbreekbare ballon, vuurballon, gelukslampion, alle wensballonen, papierballon en geluksballon.

J

Artikel 5:12 komt te luiden:

Artikel 5:12. Weesfietsen, fietswrakken, bromfietsen, snorfietsen en weesbromfietsen en weessnorfietsen e.d.

Het is verboden in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid:

  • a.

    op of aan de weg fietsen, bromfietsen, motorfietsen of snorfietsen langer dan één maand onbeheerd op dezelfde locatie te laten staan;

  • b.

    een fiets, bromfiets, motorfiets of snorfiets te parkeren in een door het college daarvoor aangewezen parkeervoorziening, langer dan een door het college aangewezen periode;

  • c.

    fietsen, bromfietsen, motorfietsen of snorfietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren op of aan de weg te laten staan.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel III

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Zandvoort 2017’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 december 2020

De griffier,

De voorzitter,

Toelichting

Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp

Dit artikel was vervallen. Op sommige plaatsen in Zandvoort overwoekert een deel van de tuinen de openbare weg. Hierdoor kunnen verkeersonveilige situaties ontstaan, of kan het onmogelijk worden om over trottoirs te lopen. Nu kan in geval van daadwerkelijk gevaar opgetreden worden op grond van artikel 2:10 APV (oneigenlijk gebruik van openbare weg of plaats). De minder zware vorm van hinder voor de omgeving kan niet worden aangepakt. Door weer een artikel 2:15 op te nemen is betere handhaving mogelijk, waardoor excessen worden voorkomen.

 

2:49a Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten

Deze bepaling is opgesteld om het misbruik van bepaalde, voor het publiek toegankelijke ruimten zoals parkeergarages en wachtlokalen voor een openbaar vervoermiddel tegen te gaan. In deze bepaling wordt het woord “ruimte” gebruikt ter onderscheiding van het in de APV voorkomende begrip “weg”. Om een indicatie te geven bij het beantwoorden van de vraag op welke voor het publiek toegankelijke ruimten de bepaling het oog heeft, is bij wijze van voorbeeld een aantal ruimten concreet genoemd.

 

Aan deze bepaling bestaat behoefte omdat op basis van artikel 138 van het Wetboek van Strafrecht, betreffende het wederrechtelijk vertoeven (in een woning, besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik), slechts kan worden opgetreden indien er sprake is van een handelen van de rechthebbende. De politie of bijzonder opsporingsambtenaren kunnen niet zonder tussenkomst van de rechthebbende optreden. In het belang van de handhaving van de openbare orde is het wenselijk dat de politie en/of de bijzonder opsporingsambtenaren bij baldadig of orde verstorend gedrag in parkeergarages en in andere soortgelijke voor het publiek toegankelijke ruimten, onmiddellijk kan ingrijpen, mede om de eigendommen van derden te beschermen.

 

2:51 Hinderlijk parkeren van fietsen, bromfietsen, snorfietsen e.d.

Naast wrakken en weesfietsen zijn er ook nog gewone fietsen, bromfietsen en snorfietsen (scooters) die zodanig worden geplaatst dat er hinder optreedt, of dat er sprake is van gevaar doordat bijvoorbeeld de hulpdiensten er niet meer langs kunnen of voetgangers niet kunnen oversteken, bv bij de Albert Heyn Prinsesseweg op marktdagen.

De huidige APV kent geen bepaling op basis waarvan je tegen deze ongewenste situaties kan optreden. Alleen het “hinderlijk tegen een raam/portiek plaatsen” is handhaafbaar. Voor de rest niet.

 

Door in de APV een bepaling op te nemen dat “hinderlijk of overlastgevend neerzetten van fietsen /brom- en snorfietsen niet is toegestaan kan wel handhavend worden opgetreden.

 

De opname van het tweede lid maakt het mogelijk om gebieden zoals strandafgangen aan te wijzen waar het verboden is om buiten de daarvoor bestemde voorzieningen te parkeren. Hierdoor kan handhavend worden opgetreden.

 

2:57 Loslopende honden

Op grond van het huidige artikel is het college alleen bevoegd gebieden aan te wijzen waar het toegestaan is honden zonder dat dezen zijn aangelijnd te laten verblijven. Dit kan een probleem opleveren als meerdere honden door een eigenaar of houder worden uitgelaten in het losloopgebied.

De aanvulling van het tweede lid biedt het college de bevoegdheid om in een losloopgebied nadere regels te stellen en de aanwezigheid van eigenaren en houders met meerdere honden te reguleren. Hierdoor kan handhavend worden opgetreden.

 

Artikel 2:58 Verontreiniging door honden, vierde lid

Het strand behoort op grond van de door gedeputeerde staten vastgestelde grenzen niet tot de bebouwde kom. Momenteel is in de APV geen bepaling opgenomen, die eigenaren op het strand verplicht om een hulpmiddel zoals een zakje ter verwijdering van hondenuitwerpselen bij zich te hebben. Dit verkleint de opruimkans.

De aanvulling in het artikel stimuleert/bevordert het voldoen aan de opruimplicht. Dit draagt bij aan het streven van de gemeente Zandvoort om het strand schoon te houden en daarmee te voldoen aan een van de criteria om de jaarlijkse milieuonderscheiding de Blauwe Vlag voor het strand te verkrijgen. Bovendien kan handhavend worden opgetreden.

 

Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren

In de Raadsvergadering van 23 april 2019 is door OPZ een amendement ingediend om het bestaande artikel 2:60 zodanig te wijzigen dat het voeren van dieren verboden is bij in het door college genomen aanwijsbesluit aangeduide dieren. Het amendement is vorig jaar verworpen.

 

Echter in de praktijk lopen de boa’s en de politie tegen situaties aan waarbij inwoners van Zandvoort ondanks verzoeken van de opsporingsambtenaren toch dieren blijven voeren waardoor er overlast en schade voor de gezondheid ontstaat. De voedselresten trekken ongedierte aan. Omdat dit nu niet verboden is kan er niet tegen worden opgetreden. Met aanpassing van het artikel en het daarbij behorende aanwijsbesluit kan de overlast en gezondheidsschade worden tegengegaan. De wijzigingen/toevoegingen zijn in het artikel onderstreept.

 

2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister

In het kader van aanpak van heling, als onderdeel van de aanpak High impact crimes is het wenselijk een digitaal opkopersregister verplicht te stellen voor branches in Zandvoort die regelmatig tweedehands goederen in- en verkopen. Hiertoe is het noodzakelijk in de APV een artikel op te nemen waarin die verplichting wordt geregeld.

 

2:73 Bezigen van vuurwerk

De opname van het vierde lid, maakt het mogelijk om ter voorkoming van overlast in nadere regels onder andere tijden en duur waarop vuurwerk mag worden afgestoken op dagen buiten de jaarwisseling om te reguleren. Dit speelt met name in de gevallen waarbij vuurwerk wordt afgestoken bij gebeurtenissen die niet vallen onder de begripsbepaling van evenementen in artikel 2:24 van de APV of gebeurtenissen waarvoor geen evenementenvergunning is vereist. Hierdoor kan handhavend worden opgetreden.

 

2:73A Carbid

Carbidschieten heeft zich in een aantal regio’s in Nederland ontwikkeld tot een traditie. Het aangekondigde vuurwerkverbod heeft tot gevolg dat carbidschieten een alternatief wordt voor het afsteken van vuurwerk. Carbid (calciumcarbide) is namelijk geen vuurwerk valt daarom niet onder het vuurwerkverbod. Carbidschieten is gevaarlijk en gaat gepaard met letsel. Bovendien gaat het gepaard met grote geluidsoverlast voor de omgeving.

Er zijn signalen dat de vraag naar carbid en melkbussen op dit moment aan het toenemen is. Carbidschieten wint ook aan populariteit bij mensen die daar geen ervaring mee hebben. Mede gelet op de overige risico’s en nadelen die aan carbidschieten kleven, is het noodzakelijk in het belang van de openbare orde en veiligheid om carbid schieten te verbieden. Voorkomen dient te worden dat met het vuurwerkverbod het carbid schieten als vervanging wordt gebruikt. Dit levert een toename op van de openbare orde problemen rond de jaarwisseling en kan tot letsel leiden.

 

4:9a Oplaten van ballonnen

Het oplaten van ballonnen staat maatschappelijk al enige jaren ter discussie. Met name het oplaten van grote aantallen ballonnen bij publieke bijeenkomsten en feestelijkheden. De ballonnen en bijbehorende restanten (linten, ijzerdraad, touwtjes, et cetera) komen onvermijdelijk, op enig moment, weer naar beneden met als gevolg: zwerfvuil (ook in beschermd natuurgebied), overlast, milieuverontreiniging, dierenleed (vogels eten de restanten op en stikken in het plastiek) en brandgevaar. Het opnemen van een verbod tot het oplaten van ballonnen in de APV sluit aan op en draagt bij aan het verwezenlijken van de ambities om van Zandvoort een gezonde en duurzame gemeente te maken zoals neergelegd in het Beleidsplan Duurzaamheid 2019-2022.

 

5:12 Weesfietsen, fietswrakken, bromfietsen, motorfietsen, snorfietsen en weesbromfietsen en wees snorfietsen

Wrakken zijn niet meer bruikbaar als voertuig. Weesfietsen en weesscooters (bromfietsen en snorfietsen) zijn op zichzelf nog wel bruikbaar, maar blijven langdurig op dezelfde plek staan, waardoor ze publieke ruimte innemen en waardoor er hinder of overlast kan ontstaan doordat er zwerfvuil in blijft hangen en de buurt een verloederde aanblik krijgt.

 

De APV bevat met artikel 5:12 de mogelijkheid om alleen op de weg gelegen plaatsen aan te wijzen waar het verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

Dit artikel biedt echter op dit moment geen mogelijkheid om op te treden tegen langdurig gestalde fietsen en bromfietsen en snorfietsen of deze nu wel of niet in de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen staan. Door in de APV een bepaling op te nemen dat het verboden is je fiets/bromfiets langer dan 1 maand op dezelfde plek te laten staan, kan dit wel.

De bepaling in het oude artikel 5.12 is als tweede lid opgenomen in het nieuwe artikel 2.51 van de APV.

 

 

Naar boven