Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ermelo houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgeld (Verordening Marktgeld 2020)

De raad van de gemeente Ermelo;

 

gelezen het voorstel van het college van 13 oktober 2020, nr. 20e0003672/e200024706;

 

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de: Verordening Marktgelden 2021

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt zoals bedoeld in de Marktverordening;

  • b.

    marktdag: het gedeelte van een dag waarop de markt wordt gehouden;

  • c.

    marktterrein: het terrein waarop de markt, zoals bedoeld in de Marktverordening wordt gehouden;

  • d.

    standplaats: een markt-, incidentele-, tijdelijke- of vaste standplaats;

  • e.

    marktstandplaats: een standplaats op de markt voor onbepaalde of bepaalde tijd volgens het daarvoor geldende inrichtingsplan en de daarvoor bepaalde frontbreedte;

  • f.

    dagstandplaats: een standplaats op de markt die per marktdag beschikbaar wordt gesteld volgens het daarvoor geldende inrichtingsplan en de daarvoor bepaalde frontbreedte;

  • g.

    incidentele standplaats: een standplaats die gedurende een maximum van zes dagen per kalenderjaar zal worden gebruikt, naar de daarvoor bepaalde frontbreedte;

  • h.

    tijdelijke standplaats: een standplaats die gedurende ten hoogste twee aaneengesloten maanden zal worden gebruikt met een maximum van zes dagen per week, naar de daarvoor bepaalde frontbreedte;

  • i.

    vaste standplaats: een standplaats die gedurende een onbepaalde tijd zal worden gebruikt met een minimum van één dag en een maximum van zes dagen per week, naar de daarvoor bepaalde frontbreedte;

  • j.

    frontbreedte: de breedte van de standplaats in volle strekkende meters (m¹), gelegen aan de zijde van de potentiele kopers;

  • k.

    belastingjaar: een kalenderjaar;

  • l.

    kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • m.

    dag: een kalenderdag;

  • n.

    dagdeel: periode van een dag lopend van:

  • 06:00 – 12:00 uur;

  • 12:00 – 18:00 uur;

  • 18:00 – 22:00 uur.

Artikel 2 - Belastbaar feit

Onder de naam "marktgelden” worden rechten geheven voor door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten bestaande uit:

  • a.

    het ter beschikking stellen van een standplaats;

  • b.

    het ter beschikking stellen van een aansluiting op de elektriciteitskasten van de gemeente, gelegen op, onder of in de nabijheid van de standplaats, als bedoeld in lid a, inclusief de levering van elektriciteit.

Artikel 3 - Belastingplicht

Belastingplichtig voor het marktgeld als bedoeld in:

  • 1.

    artikel 2, onder a, is degene aan wie een standplaatsvergunning is verleend;

  • 2.

    artikel 2, onder b, is degene die op grond van de vergunning, bedoeld in lid 1, gebruik maakt van de elektriciteitsaansluiting.

Artikel 4 - Maatstaf van heffing

  • 1.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder a, wordt geheven naar de frontbreedte van de standplaats conform het inrichtingsplan van de markt of de verleende incidentele-, tijdelijke- of vaste standplaatsvergunning, om het even of de standplaats wordt ingenomen door een voertuig, inclusief de lengte van de dissel, de opslag van voorraad, tafels of dergelijke, dan wel niet ten volle wordt benut.

  • 2.

    De frontbreedte, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld met een minimum van 5m¹.

  • 3.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder b, wordt geheven naar het type elektriciteitsaansluiting dat wordt gebruikt.

Artikel 5 - Tarieven

Marktstandplaatsen

  • 1.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt per marktdag per m¹ een bedrag van € 1,00;

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder a, per kwartaal per m¹ een bedrag van € 10,00;

  • 3.

    Het aantal strekkende meters wordt vastgesteld op de frontbreedte van de standplaats volgens het geldende inrichtingsplan voor de warenmarkt;

  • 4.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt per marktdag, bij een aansluiting van:

    • a.

      230V / 1 x 16Ampere € 5,00;

    • b.

      400V / 3 x 16Ampere € 15,00;

    • c.

      400V / 3 x 32Ampere € 30,00.

  • 5.

    In afwijking van het vierde lid bedraagt het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder b, voor een marktstandplaats per kwartaal, bij een aansluiting van:

    • a.

      230V / 1 x 16Ampere € 50,00;

    • b.

      400V / 3 x 16Ampere € 150,00;

    • c.

      400V / 3 x 32Ampere € 300,00.

Overige standplaatsen

  • 6.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt voor de duur van de vergunning per m¹:

    • -

      voor een incidentele standplaats een bedrag van € 10,00;

    • -

      voor een tijdelijke standplaats een bedrag van € 100,00.

  • 7.

    Het aantal strekkende meters wordt vastgesteld op de frontbreedte van de standplaats volgens de verleende vergunning.

  • 8.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt voor een incidentele standplaats, voor de duur van de vergunning, bij een aansluiting van:

    • a.

      230V / 1 x 16Ampere € 50,00;

    • b.

      400V / 3 x 16Ampere € 150,00;

    • c.

      400V / 3 x 32Ampere € 300,00;

  • 9.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt voor een tijdelijke standplaats, voor de duur van de vergunning, bij een aansluiting van:

    • a.

      230V / 1 x 16Ampere € 400,00;

    • b.

      400V / 3 x 16Ampere € 1.200,00;

    • c.

      400V / 3 x 32Ampere € 2.400,00.

  • 10.

    In afwijking van het achtste lid wordt het marktgeld, bij een incidentele standplaats voor minder dan tien dagdelen vastgesteld op het bedrag per marktdag, zoals vermeld onder lid 4.

  • 11.

    In afwijking van het negende lid wordt het marktgeld, bij een tijdelijke standplaats voor minder dan een maand, vastgesteld op de helft.

  • 12.

    Het marktgeld, als bedoeld in artikel 2, onder a en b, voor een vaste standplaats wordt geheven naar de maatstaven en tarieven van de marktstandplaatsen; daarbij wordt marktdag gelezen als dagdeel.

  • 13.

    De tarieven als bedoeld in lid 4, lid 5, lid 8 en lid 9 zijn exclusief btw.

Artikel 6- Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is voor:

  • 1.

    Marktstandplaatsen

    • a.

      een marktdag, voor houders van een dagstandplaatsvergunning;

    • b.

      een kwartaal, voor houders van een marktstandplaatsvergunning.

  • 2.

    Overige standplaatsen

    • a.

      gelijk aan de periode waarvoor de vergunning is verleend, voor een incidentele en een tijdelijke standplaats;

    • b.

      een kwartaal, voor houders van een vergunning voor een vaste standplaats.

Artikel 7 - Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld zoals bedoeld in artikel 5, lid 2 en lid 5, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Het marktgeld zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, lid 4, lid 6, lid 8 en lid 9 wordt geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen, een nota, bon met doorlopende nummering of ander schriftuur.

Artikel 8 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De marktgelden, bedoeld in artikel 2, zijn verschuldigd bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht, zoals bedoeld in artikel 5, lid 2 en lid 5, in de loop van het kwartaal aanvangt, zijn de marktgelden verschuldigd over zoveel derde gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde marktgelden als er in dat kwartaal, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht, zoals bedoeld in artikel 5, lid 2 en lid 5, in de loop van het kwartaal eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde marktgelden als er in dat kwartaal, na de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Van de overige marktgelden vindt geen verrekening naar tijdsgelang of teruggaaf plaats.

Artikel 9 - Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de marktgelden, als bedoeld in:

    • a.

      artikel 7, lid 1, worden betaald uiterlijk een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet;

    • b.

      artikel 7, lid 2, worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 2.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijk gestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag dan wel de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 - Vrijstelling

De marktgelden als bedoeld in artikel 2 worden niet geheven voor een tijdelijke vergunning op de standplaats aan de Chevallierlaan voor onderzoeken ten behoeve van de volksgezondheid.

Artikel 11 - Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stbl. 221).

Artikel 12 – Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Marktgeld 2020", van 27 november 2019, nummer 19e0006028/e190036122, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening Marktgelden 2021".

    Besluit raad:

    Het amendement van de fracties CDA, Progressief Ermelo en ChristenUnie waarbij de raad besluit:

     

    • 1.

      Het concept raadsbesluit “Verordening Leges 2021” voor wat betreft de tarieven voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart en het verstrekken van een duplicaat, in de Tarieventabel genoemd onder titels 1.18.2.1 tot en met 1.18.3, als volgt te wijzigen:

       

      • -

        de tarieven vast te stellen op € 0,00;

    • 2.

      Geen kosten te berekenen voor het aanvragen en dupliceren van een gehandicaptenparkeerkaart, zolang er in Ermelo geen betaald parkeren is.

    wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarbij de fracties van BurgerBelangen Ermelo, SGP en VVD geacht worden te hebben tegen gestemd.

Vastgesteld in de openbare vergadering

van 9 december 2020,

mevrouw A.J. van Meerveld,

griffier,

Mevrouw Th.A.J. Burmanje,

voorzitter,

Deze verordening zal worden/is gepubliceerd op/in:

www.overheid.nl en het Elektronisch

Naar boven