Gemeenteblad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2020, 340267 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2020, 340267 | Beleidsregels |
Nadere regel Verordening Jeugdhulp gemeente Utrecht 2021
Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;
gelet op de artikelen 3, 4, en 5, Verordening Jeugdhulp Utrecht 2020 gemeente Utrecht;
overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp 2020 gemeente Utrecht met betrekking tot:
- de voorwaarden die gelden bij het indienen van een aanvraag voor een individuele voorziening
- de methodiek en procedure waarmee het gesprek wordt gevoerd en het gezinsplan tot stand komt;
- de criteria voor een individuele voorziening en de methodiek waarmee de noodzaak tot het bieden van een individuele voorziening wordt vastgesteld;
- de wijze van indienen van een verzoek voor gebruik van het persoonsgebonden budget tijdens een vakantie en het afwegingskader bij een dergelijk verzoek;
besluit vast te stellen de Nadere regel Verordening jeugdhulp gemeente Utrecht 2021.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Cao: Collectieve arbeidsovereenkomst
Verordening: Verordening Jeugdhulp 2020 gemeente Utrecht
Zorgcategorie: Indeling op hoofdlijnen van de verschillende categorieën jeugdhulp die
aangemerkt wordt als individuele voorziening.
Gebruikelijke zorg: De dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende kinderen of andere
Artikel 2 Toegang tot jeugdhulp
Een mondelinge aanvraag voor een individuele voorziening in natura kan door de jeugdige of zijn ouders met ouderlijk gezag (hiermee wordt tevens een voogd bedoeld) worden ingediend in een gesprek met een medewerker van het buurtteam. De aanvraag wordt in het gesprek door de jeugdi-ge of zijn ouders met ouderlijk gezag ondubbelzinnig bevestigd en met dagtekening door de mede-werker van het buurtteam in het gezinsplan vastgelegd.
Alle niet in bijlage 1 genoemde persoonlijke verzorging door de ouder / verzorger aan het kind is gebruikelijke zorg als er sprake is van een kortdurende zorgsituatie met uitzicht op herstel van het (gezondheids)probleem en de daarmee samenhangende zelfredzaamheid van de jeugdige. Daar-bij gaat het over het algemeen over een periode van maximaal drie maanden. Het aanleren van han-delingen op het gebied van persoonlijke verzorging aan jeugdigen valt ook aan te merken als ge-bruikelijke zorg.
Het uitvoeren van verpleegkundige handelingen door ouders van een thuiswonend kind is gebrui-kelijke zorg, wanneer deze handelingen aan te leren zijn. Verpleegkundige handelingen door ouders aan kinderen, die aan te leren zijn, vallen onder gebruikelijke zorg als er sprake is van een kortdu-rende zorgsituatie. Daarbij gaat het over het algemeen over een periode van maximaal drie maan-den. Verpleegkundige handelingen, door ouders aan kinderen, die aan te leren zijn, zijn in chroni-sche situaties wel indiceerbare zorg.
Een partner of ouder geobjectiveerde beperkingen heeft en/of kennis/vaardigheden mist om gebruikelijke persoonlijke verzorging, begeleiding of verpleegkundige handelingen uit te voeren en deze vaardigheden niet kan aanleren. In dit geval wordt van hem of haar daarin geen bijdrage ver-wacht. Wat wel lukt, wordt bij het plan betrokken.
Artikel 5 Toekenning van individuele voorzieningen
Bij een voornemen tot toekenning van een individuele voorziening in de vorm van een pgb, door-loopt de jeugdige of zijn ouders met ouderlijk gezag of de daartoe gemachtigde budgetbeheerder, de 10-punten-pgb-vaardigheden. Het gaat om: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/zorg-en-ondersteuning-thuis/documenten/publicaties/2019/08/26/10-punten-pgb-vaardigheden .
Ingangsdatum toewijzing: Voor alle besluiten die worden genomen geldt dat de datum van besluit de datum van toewijzing van de toegekende individuele voorziening is. In uitzonderlijke gevallen kan het besluit terugwerkende kracht hebben en kan worden gekozen voor een toewijzingsdatum in het verleden, echter nooit eerder dan de meldingsdatum.
Hoofdstuk 3 Persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 6 In geval van een pgb zijn verschillende zorgcategorieën benoemd in het Financieel besluit Jeugdhulp
Als een jeugdige op grond van de Jeugdwet jeugdhulp ontvangt en in verband met een medische noodzaak of zijn gebrek aan zelfredzaamheid niet in staat is om zelfstandig van en naar de locatie te komen waar de jeugdhulp wordt gegeven, kan voorzien worden in groepsvervoer naar en van de locatie waar de jeugdhulp gegeven wordt. Individueel vervoer is alleen van toepassing als groepsver-voer niet mogelijk is (ook zorg in natura als bijzonder vervoer is dan voorliggend) en dat redelijker-wijs niet verwacht kan worden van anderen in de omgeving van de jeugdige.
Het logeren van een persoon met een aandoening, beperking of een handicap in een instelling gedurende maximaal drie etmalen per week, als de zorg voor die persoon noodzakelijkerwijs ge-paard gaat met permanent toezicht. Kortdurend verblijf draagt er dus aan bij dat de persoon met een aandoening, beperking of handicap thuis kan blijven wonen en niet in een instelling hoeft te worden opgenomen.
De zorg voor mensen met lichte tot matige psychische aandoeningen valt onder de Basis GGZ. Een behandeling binnen de Basis GGZ kan bestaan uit gesprekken met bijvoorbeeld een psycholoog of psychotherapeut. Behandeling kan ook gegeven worden bij opvoedondersteuning of een vorm van jeugdhulp en bestaat dan uit gesprekken met een orthopedagoog, psycholoog of psychotherapeut.
Indien de jeugdige of zijn ouders het pgb nodig hebben om tijdens de vakantie te kunnen functi-oneren is de maximale vakantietermijn 13 weken per toekenningsperiode van 12 maanden. Ech-ter hiervan mag maximaal 6 weken aaneengesloten worden opgenomen. Deze termijn is bepaald om te kunnen aansluiten op de lengte van de zomervakantie van basisscholen. Indien het pgb voor een kortere periode wordt toegekend, wordt het aantal van 13 weken naar rato berekend.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Utrecht, gehouden op 8 december 2020.
De secretaris, De burgemeester,
Drs. G.G.H.M. Haanen P.E.J. den Oudsten
De vastgestelde Verordening Jeugdhulp 2019 gemeente Utrecht biedt in lijn met Jeugdwet de mo-gelijkheid om op specifieke onderdelen bevoegdheden te delegeren aan het college om nadere re-gels te stellen binnen de kaders van de Verordening. Met de nadere regels Jeugdhulp geeft het col-lege invulling aan deze bevoegdheid. Het gaat om: de aanvraag en de toegang tot jeugdhulp, de voorwaarden voor toekenning van een individuele voorziening, en de wijze waarop de hoogte van het pgb wordt berekend. De tarieven waarmee het pgb wordt berekend zijn vastgelegd in het Financieel besluit Jeugdhulp.
Hierin worden een aantal begrippen uit de nadere regels nader toegelicht (begrippen die ook in de Jeugdwet of Verordening Jeugdhulp staan worden niet toegelicht).
Dit artikel geeft aan op welke wijze een aanvraag kan worden ingediend voor een individuele voor-ziening in natura en op welke wijze wordt gehandeld indien een aanvraag niet gehonoreerd wordt.
Uitgangspunt is dat een aanvraag voor een individuele voorziening in natura mondeling kan worden ingediend, en dat jeugdige en ouders, en de professional zo min mogelijk administratieve last on-dervinden van de aanvraag. Daarom wordt de aanvraag in het gezinsplan opgenomen. Vastleggen van de datum van aanvraag is van belang vanwege beslistermijnen zoals benoemd in de Awb.
Dit artikel geeft ook aan wanneer sprake is van de gebruikelijke zorg; de dagelijkse zorg die part-ners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden. In een tabel, die bij deze nadere regels is opgenomen als bijlage 1, wordt het begrip gebruikelijke zorg op basis van verschillende leeftijdscategorieën nader gespecificeerd.
Geeft nadere regels voor toekenning van Jeugdhulp bij Dyslexie
Hierin is nader uitgewerkt welke onderdelen in een toekenning en beschikking voor een individuele voorziening in natura of beschikking voor een individuele voorziening in de vorm van een pgb moeten worden opgenomen.
De vaststelling of een individuele voorziening nodig is, vergt een professionele en eenduidige afwe-ging. Van belang is daarom dat de medewerkers van het buurtteam werken volgens de wettelijke norm van verantwoorde hulp (voor zowel jeugdhulp als toegang). Deze verplichting uit de Jeugdwet is door de VNG in overleg met de brancheorganisaties uitgewerkt in een norm voor verantwoorde werktoedeling die uit drie onderdelen bestaat:
a. De norm verplicht de Stichting Lokalis (verder te noemen: Buurtteam Jeugd en Gezin) (als ook andere jeugdhulpaanbieders) tot het werken met geregistreerde professionals uit het Kwaliteitsre-gister Jeugd of het BIGregister.
b. Bij het toedelen van taken moet Buurtteam Jeugd en Gezin rekening houden met de specifieke kennis en vaardigheden van de geregistreerde professional. De kennis en vaardigheden van de pro-fessionals dienen passend te zijn bij de hulpvraag van de jeugdige en ouders.
c. Buurtteam Jeugd en Gezin moet ervoor zorgen dat deze geregistreerde professionals kunnen werken volgens hun professionele standaarden (beroepscodes, vakinhoudelijke richtlijnen).
Leidend bij het toepassen van de norm van verantwoorde werktoedeling is het principe “comply or explain”. Dat betekent dat de Buurtteamorganisatie Jeugd en Gezin het werk moet toebedelen aan geregistreerde professionals, tenzij deze kan motiveren waarom dat niet wordt gedaan.
Zowel in de Wmo 2015 als in de Jeugdwet worden drie voorwaarden beschreven waaraan een aanvra-ger moet voldoen. De medewerker van het buurtteam maakt een inschatting van:
- de bekwaamheid van de aanvrager om zorg in te kopen met een pgb en dit pgb te beheren
- de motivering door de aanvrager waarom een pgb beter voldoet dan zorg in natura
- de gewaarborgde kwaliteit van de dienstverlening die wordt ingekocht met een pgb.
Op basis van de aanvraag van de jeugdige of zijn ouders komt de medewerker van het buurtteam tot een gewogen oordeel of de jeugdige of zijn ouders in aanmerking komt voor een individuele voorzie-ning in de vorm van een pgb. De handreiking PGB geeft een beeld van de aspecten die de medewer-ker van het buurtteam betrekt in zijn oordeel.
Deze artikelen beschrijven wanneer en onder welke titel deze regels in werking treden.
BIJLAGE 1: Richtlijnen ten aanzien van gebruikelijke zorg
• hebben bij alle activiteiten zorg van een ouder nodig;
• ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig;
• zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen.
• hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
• hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaar-borgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
• kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehooraf-stand (bijv. ouder kan was ophangen in andere kamer);
• hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
• kunnen zelf zitten, en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen;
• ontvangen zindelijkheidstraining van ouders/verzorgers;
• hebben gedeeltelijk hulp en volledig stimulans en toezicht nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen;
• hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding;
• zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven.
• hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaar-borgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
• kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur/week;
• kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand (bijv. kind kan buitenspelen in directe omgeving van de woning als ouder thuis is);
• hebben toezicht nodig en nog maar weinig hulp bij hun persoonlijke verzorging;
• hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
• zijn overdag zindelijk, en 's nachts merendeels ook; ontvangen zonodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers;
• hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, acti-viteiten ter vervanging van school of vrije tijdsbesteding gaan.
• hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaar-borgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
• hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen;
• kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden;
• kunnen vanaf 16 jaar dag en nacht alleen gelaten worden;
• kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen;
• hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig;
• hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding;
• hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (bv. huiswerk of het zelf-standig gaan wonen).
• hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaar-borgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-340267.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.