Gemeenteblad van Nijmegen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2020, 338540 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2020, 338540 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Nijmegen 2021
De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 16 december 2020;
burgemeester en wethouders van 10 november 2020;
artikel 225, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Nijmegen 2021 (Verordening parkeerbelastingen 2021)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Centrale computer: computer van het bedrijf c.q. de bedrijven waarmee de gemeente Nijmegen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;
zelfstandige woning: woning welke een eigen toegang heeft, voorzien is van een toilet en keuken en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning, dan wel een woning waarvan met van een notariële acte wordt aangetoond dat sprake is van een zelfstandige woning. Voor deze verordening wordt onder woning mede verstaan: woonwagen op een daartoe aangewezen centrum en woonboot op een reguliere ligplaats:
zorginstelling: instellingen in de curatieve zorg die beschikken over een erkenning van het College van Ziekenhuisvoorzieningen (CvZ), sectoren Verpleging en Verzorging, de geestelijke en gezondheidszorg (ggz) en gehandicaptenzorg volgens de Awbz-zorg, alsmede professionele organisaties voor stervensbegeleiding.
bezoekersregeling: de regeling waarbij een bezoeker van een belanghebbende, die in een betaald parkeren gebied woont, tegen een gereduceerd uurtarief kan parkeren. De regeling geldt voor een maximaal aantal uren per kalenderjaar. Urenregistratie vindt digitaal plaats middels een digitale aan- en afmelding van het parkeertijdstip;
parkeerregeling mantelzorg: de regeling waarbij een bewoner die mantelzorg ontvangt en die in aanmerking komt voor het mantelzorgcompliment, zijn mantelzorgers tegen gereduceerd uurtarief kan laten parkeren. De regeling geldt voor een maximaal aantal uren per kalenderjaar. Urenregistratie vindt digitaal plaats middels een digitale aan- en afmelding van het parkeertijdstip.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belastingen, bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd, geschiedt door het college bij openbaar te maken besluit.
Artikel 8 Kosten naheffingsaanslag
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedragen €62,-.
Artikel 9 Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen
Het parkeren van de volgende gebruikers wordt niet gereguleerd en is derhalve vrijgesteld van het parkeren van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2 van deze verordening:
De "Verordening Parkeerbelastingen 2020" zoals deze is vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2019 en gepubliceerd onder nr. Gmb-2020-193, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Parkeerbelastingen 2021".
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2020.
Tarieventabel, behorende bij de verordening parkeerbelastingen 2021
II Tarieven voor parkeren bij parkeerapparatuur 2021
A. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per parkering voor de straten en terreinen:
B. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor zover gelegen binnen het gebied dat wordt begrensd door de denkbeeldige lijn gelegen tussen de spoorlijn Nijmegen- Arnhem (ter hoogte van de van Schaeck Mathonsingel) en de van Schaeck Mathonsingel, de spoorlijn Nijmegen-Arnhem, de Waalkade en de Lindenberghaven, het aansluitende stuk weg van het Keizer Traianusplein, de denkbeeldige lijn door het midden van het Keizer Traianusplein, de St. Canisiussingel, de Oranjesingel, het Keizer Karelplein én de van Schaeck Mathonsingel (met inbegrip van voornoemde straten, wegen en/of straatdelen en wegdelen);
in het gebied dat bestaat uit de straten Zwanenveld 54e, 56e, 80e, 82e en 83e, Spijkerhofplein, Van Schuylenburgweg, het parkeerterrein gelegen tussen Zwanenveld 5301 t/m 5319, 5401 t/m 5493 en het Winkelcentrum Dukenburg, het parkeerterrein gelegen tussen Zwanenveld 6615 en het Winkelcentrum Dukenburg, de parkeervakken tegenover Zwanenveld 6601: € 3,00 per uur.
C. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor zover gelegen binnen het gebied dat wordt begrensd door de spoorlijn Nijmegen-Venlo ter hoogte van Stationsplein 26 tot en met de St. Stephanusstraat, St. Stephanusstraat, St. Annastraat gelegen tussen St. Stephanusstraat en Fransestraat, Fransestraat, Groesbeekseweg gelegen tussen Fransestraat en Guyotstraat, Guyotstraat, Waldeck Pyrmontsingel, Jacob Canisstraat, Berg- en Dalseweg gelegen tussen Jacob Canisstraat en Mariaplein, Mr. Franckenstraat, Regentessestraat, Graadt van Roggestraat, Keizer Traianusplein gelegen tussen de Terwindstraat en de Sint Jorisstraat, de buitenzijde van de singels vanaf de St.Canisiussingel, de Oranjesingel, het Keizer Karelplein, de van Schaeck Mathonsingel én de denkbeeldige lijn gelegen tussen de spoorlijn Nijmegen- Arnhem (ter hoogte van de van Schaeck Mathonsingel) en de van Schaeck Mathonsingel (met inbegrip van voornoemde straten, wegen en/of of straatdelen en wegdelen): €2,40 per uur.
D. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b. gelegen in de nabijheid van en bestemd voor parkeren bij McDonald’s ten zuiden van de Wijchenseweg: € 0,25 per 45 minuten of gedeelte daarvan;
E. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b voor zover gelegen binnen:
- het gebied dat bestaat uit de straten Valkenaerhof en de ventweg van de Wijchenseweg aan de zijde van de Valkenaerhof gelegen tussen de Spijkerhofweg en de Viaductweg;
- het gebied dat bestaat uit de Wijchenseweg gelegen tussen de Viaductweg en het Maas-Waalkanaal;
- het gebied dat bestaat uit de straten Zwanenveld 50e t/m 56e, 80e, 82e en 83e, Spijkerhofplein, Van Schuylenburgweg, het parkeerterrein gelegen tussen Zwanenveld 5301 t/m 5319, 5401 t/m 5493 en het Winkelcentrum Dukenburg, het parkeerterrein gelegen tussen Zwanenveld 6615 en het Winkelcentrum Dukenburg, de parkeervakken tegenover Zwanenveld 6601;
- het gebied dat bestaat uit de straten Zwanenveld 60e t/m 63e, 66e, 70e t/m 75e;
- behalve het gebied dat is omschreven onder punt A en D: € 2,60 per uur;
F. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b voor zover gelegen buiten de onder punt A. tot en met E. omschreven gebieden: € 1,80 per uur;
G. Voor parkeren in geheel Nijmegen voor een onbeperkt aantal parkeringen (dag- meerdagenkaart):
H. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur in het gebied dat bestaat uit de Willemsweg gelegen tussen de kruising van de Willemseweg met de Tollenstraat en de kruising van de Willemsweg met de Jan Luykenstraat en de Génestetlaan: €0,50 voor het eerste uur en €1,80 per uur voor ieder volgend uur.
Toelichting Verordening parkeerbelastingen
In de verordening parkeerbelastingen is de toepassing van betaald parkeren geregeld, zoals bedoeld in artikel 225 van de gemeentewet. In artikel 2 van deze verordening zijn de vormen van parkeerbelastingen zoals die in de gemeentewet zijn opgenomen letterlijk weergegeven.
Parkeerbelastingen hebben uitsluitend betrekking op wegen die openbaar zijn in de zin van de Wegenwet. Dit zijn wegen die niet zijn afgesloten voor het verkeer door fysieke maatregelen (slagboom) of het bord “verboden toegang, art 461 wetboek van strafrecht”.
Een parkeervergunning wordt twee keer per jaar betaald voor een periode van 6 maanden: van april tot oktober en van oktober tot april.
De restitutieregeling zoals opgenomen in het vierde lid van dit artikel geldt niet bij tussentijdse beëindiging van de hulpverlenersvergunning.
Artikel 7 regelt de bevoegdheden van het College van B&W. Het aanwijzen van parkeerplaatsen waar een fiscaal regime geldt, de tijden dat betaald parkeren van kracht is en de wijze waarop moet worden betaald is geregeld in het Besluit tot aanwijzing en uitvoering betaald parkeren.
Er bestaat behoefte aan een product waarmee gebruikers voor langere tijd kunnen parkeren in het gebied waar betaald parkeren van kracht is. Denk bijvoorbeeld aan aannemers, incidentele werknemers of bedrijven die op meerdere plaatsen in de stad moeten parkeren op 1 dag. Voor deze groep is onder 2G de mogelijkheid opgenomen om voor langere tijd een parkeerkaart aan te schaffen. De tarieven daarvoor zijn gelijkgesteld aan de tarieven voor de parkeerontheffing uit de Legesverordening.
Artikel 10 gaat in op de mogelijkheid van kwijtschelding. Bij parkeerbelastingen die worden geheven bij wege van voldoening op aangifte is het verlenen van kwijtschelding niet aan de orde. De van hogerhand gegeven regels geven geen ruimte om voor deze belasting de rijksregels zonder meer toepassing te laten vinden. Derhalve is een uitsluiting in deze verordening opgenomen.
Omdat het bezoekersparkeertegoed van maximaal 585 uren per jaar in centrum, maximaal 500 uren per jaar in de 1e Ring en maximaal 400 uren per jaar in de 2e Ring te weinig kan zijn voor bewoners die mantelzorg ontvangen, kunnen deze bewoners in plaats van of naast een bezoekersregeling gebruik maken van de mantelzorgregeling. Voor deze regeling geldt een maximaal tegoed van 400 uren per jaar. De criteria om voor de parkeerregeling mantelzorg in aanmerking te komen zijn opgenomen in het vigerende Uitwerkingsbesluit parkeren.
Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Bekendmaking geschiedt door middel van publicatie in het Gemeenteblad. Het Gemeenteblad moet elektronisch worden uitgegeven. Dit gebeurt op www.Overheid.nl. De dag van bekendmaking is de dag van publicatie op www.Overheid.nl . Dit is de datum waarop de tekst van de verordening daadwerkelijk beschikbaar is voor de burger. De datum van inwerkingtreding van de heffing is vastgelegd in het tweede lid van artikel 12.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-338540.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.