Gemeenteblad van Brummen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brummen | Gemeenteblad 2020, 338356 | Verordeningen |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brummen | Gemeenteblad 2020, 338356 | Verordeningen |
TREASURYSTATUUT GEMEENTE BRUMMEN
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020 met kenmerk D342549;
Gelet op artikel 16, eerste lid, van de Financiële verordening gemeente Brummen;
Gezien het advies van de Auditcommissie van 10 november 2020;
1. Het Treasurystatuut gemeente Brummen (D343426) vast te stellen met inachtneming van de volgende punten:
a. Er worden geen nieuwe leningen en/of garanties verstrekt als de netto schuldquote (inclusief verstrekte leningen) groter is dan 100% en als de solvabiliteitsratio lager is dan 20%.
- Artikel 2. Doelstellingen van de treasuryfunctie
- Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer
- Artikel 4. Renterisicobeheer
- Artikel 5. Kredietrisicobeheer
- Artikel 6. Intern liquiditeitsrisicobeheer
- Artikel 7. Valutarisicobeheer
- Artikel 9. Langlopende uitzettingen
- Artikel 11. Geldstromenbeheer
- Artikel 12. Saldo- en liquiditeitenbeheer
Administratieve organisatie en interne controle
- Artikel 13. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
- Artikel 14. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
- Artikel 15. Informatievoorziening
- Artikel 16. Intrekking oude Treasurystatuut
In de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. De Wet Fido definieert de treasuryfunctie daarbij als alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op:
1. de financiële vermogenswaarden;
4. de hieraan verbonden risico’s.
De gemeente Brummen onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Zij wenst haar activiteiten op het gebied van treasury op een zo transparant en beheersbaar mogelijke wijze in te richten.
Om te komen tot boven geformuleerde doelstellingen heeft de gemeente de volgende twee instrumenten op het gebied van treasury ingevoerd: allereerst het voor u liggende treasurystatuut. In dit statuut wordt de “beleidsmatige infrastructuur” van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het statuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk.
Naast het treasurystatuut neemt de gemeente jaarlijks een verplichte paragraaf Financiering op in zowel de begroting als in de jaarrekening. Hierin worden de specifieke beleidsvoornemens, respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury besproken.
Bij het opstellen van het treasurystatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders in de Gemeentewet, Wet Fido, Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden en de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden en het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (BBV).
In het treasurystatuut worden allereerst het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente geformuleerd. Deze doelstellingen worden vervolgens geconcretiseerd voor de verschillende deelgebieden van treasury: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Daarna worden de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie weergegeven. Daarbij ligt het accent op de eenduidigheid omtrent de verdeling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Tot slot worden de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden. In de Toelichting worden waar nodig de in het treasurystatuut opgenomen artikelen toegelicht.
In dit statuut wordt verstaan onder:
a. Concern Controller: De functionaris verantwoordelijk voor:
· Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury;
· Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen;
· Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het college van B&W.
b. Derivaten: Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.
c. Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.
d. Garantie: Waarborg waarbij de gemeente zich tegenover een geldverstrekker gedurende een bepaalde looptijd krachtens een overeenkomst verbindt tot nakoming van de aan een geldlening verbonden rente- en aflossingsverplichtingen voor zover de geldnemer in gebreke blijft hiermee.
e. Geldstromenbeheer: Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te verschuiven zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).
f. Huisbankier: Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
g. Intern liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.
h. Kasbeheer: Het zo doelmatig mogelijk inrichten van de ingaande en uitgaande geldstromen, zodat zo min mogelijk renteverlies optreedt.
i. Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.
j. Kredietrisico: De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.
k. Liquiditeitenbeheer: Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.
l. Liquiditeitenplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid.
m. Liquiditeitsrisico: Het risico dat de gemeente loopt, om niet aan haar korte termijn betalingsverplichting te kunnen voldoen.
n. Paragraaf Financiering: Het begrotingsonderdeel dan wel rekeningonderdeel waarin het beleid voor het komende jaar wordt vastgelegd respectievelijk waarin verantwoording wordt afgelegd over de realisatie van het voorgenomen beleid.
o. Rating: Taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land, bepaald door tenminste één van de drie ratingagencies: Moody’s, Standard en Poor’s en Fitch.
p. Rentecompensatiecircuit: Systeem waarbij de (valutaire) debet- en creditsaldi van alle rekeningen van een organisatie worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover de rente wordt berekend.
q. Renterisico: Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.
r. Renterisiconorm: Een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar, dat aangeeft welk deel van de vaste schuld maximaal in aanmerking komt voor aflossing en/of renteherziening.
s. Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
t. Rentevisie: Toekomstverwachting van de gemeente over de renteontwikkeling.
u. Risicobeheer: Risicobeheer is erop gericht om de gevolgen van diverse risico’s, welke de gemeente loopt, binnen bepaalde aanvaardbare grenzen te houden, of om bepaalde risico’s geheel uit te sluiten.
v. Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.
w. Solvabiliteitsratio van 0%: Status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend.
x. Schatkistbankieren: Tegoeden van decentrale overheden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten waardoor de staatsschuld zal dalen.
y. Treasurer: Functionaris belast met de uitvoering van de treasuryfunctie en gerelateerde activiteiten volgens dit treasurystatuut en de paragraaf Financiering.
z. Treasuryactiviteiten: De financieringsactiviteiten, het bijbehorende risicobeheer en alle activiteiten die erop gericht zijn huidige en toekomstige financiële risico’s in kaart te brengen en te beheersen.
aa. Treasurybeleid: Vastlegging van de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie en interne controle ter uitvoering van de treasuryfunctie.
bb. Treasuryfunctie: Omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, uitzettingen en kasbeheer.
cc. Treasurystatuut: Beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van
doelstellingen, randvoorwaarden en richtlijnen. Het statuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk.
dd. Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen
condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.
Artikel 2. Doelstellingen van de treasuryfunctie
Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
Het beheersbaar houden van financiële risico’s, zoals renterisico, kredietrisico en intern liquiditeitsrisico;
Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
Het optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten binnen de wettelijke kaders respectievelijk de richtlijnen en limieten van dit statuut;
Het waarborgen dat de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de treasuryfunctie duidelijk worden geregeld.
Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer
Bij de uitvoering van alle treasuryactiviteiten dienen de regels en bepalingen van dit treasurystatuut, de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Rudo) en de Regeling verplicht schatkistbankieren in acht te worden genomen.
De gemeente hanteert een terughoudend beleid om leningen of garanties te verstrekken of financiële participaties te hebben uit hoofde van de publieke taak.
Bij een netto schuldquote, inclusief verstrekte leningen, groter dan 100%, en een solvabiliteitsratio lager dan 20%, worden geen nieuwe leningen en garanties verstrekt.
Nieuwe leningen en garanties worden afgestemd op de bestaande financiële positie van de gemeente. Vooraf dient advies te worden gevraagd aan de Treasurer en de Concern Controller over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.
De gemeente verstrekt alleen leningen of garanties na goedkeuring van de raad.
Het is niet toegestaan middelen aan te trekken met het enkele doel de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten.
De gemeente houdt haar overtollige liquide middelen in ’s Rijks schatkist aan. Deze middelen blijven beschikbaar voor de uitoefening van de publieke taak.
De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet Fido. Incidenteel zijn tijdelijke overschrijdingen, die in het belang van de gemeente zijn, toegestaan;
De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet Fido;
Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;
De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;
Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de gemeente naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen.
Artikel 5. Kredietrisicobeheer
Bij het uitzetten van middelen in de schatkist van het rijk doen zich geen kredietrisico’s voor uit hoofde van treasury.
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de publieke taak bedingt de gemeente zoveel mogelijk zekerheden.
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Financieringsmiddelen worden uitsluitend aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak;
Het aantrekken van financieringsmiddelen wordt uitsluitend gedaan met inachtneming van de voorwaarden in artikel 4;
Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren;
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn: onderhandse leningen en kasgeldleningen;
De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. De offertes en de opdrachtbevestigingen worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd. Bij gelijke prijs wordt gekozen voor de huisbankier van de gemeente.
Artikel 9. Langlopende uitzettingen
Het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer wordt uitsluitend gedaan onder de in artikel 4, 5 en 7 genoemde voorwaarden.
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige dan wel marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
Bank relaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die gesteld zijn aan een AA_rating;
Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EU-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer;
Tussenpersonen dienen geregistreerd te zijn bij de Autoriteit Financiële Markten en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.
Om de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:
Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen;
Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;
Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd bij één bank.
Artikel 12. Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende richtlijnen:
De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank als bedoeld onder artikel 11, lid 3;
Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken, conform artikel 4 lid 1;
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;
Het aantrekken van kortlopende middelen vindt plaats conform artikel 11;
De gemeente vraagt in ieder geval offertes op bij minimaal 2 instellingen alvorens middelen worden aangetrokken. De offertes en de opdrachtbevestigingen worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd;
Vorderingen op debiteuren dienen conform het invorderingsbeleid zo effectief en efficiënt mogelijk te worden omgezet in ontvangen liquiditeiten.
Artikel 13. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;
De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:
De uitvoering rechtmatig en doelmatig is;
De treasuryactiviteiten goed kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;
De juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn.
Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd en terug te vinden in de mandaatregeling;
Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:
iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogenprincipe);
de uitvoering en controle geschieden door afzonderlijke functionarissen;
de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschieden door afzonderlijke functionarissen.
Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie, zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties;
Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten;
Na ontvangst van de transactiebevestiging wordt de transactie direct gecontroleerd door een medewerker die niet betrokken is geweest bij het afsluiten van de transactie. Bovendien worden transacties gecontroleerd via de verbijzonderde controle.
Artikel 14. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente zijn als volgt:
Artikel 15. Informatievoorziening
In de begroting en jaarstukken geeft het college van burgemeester en wethouders inzicht in de berekening van de kasgeldlimiet, de renterisiconorm, de financieringsbehoefte en de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.
Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 17 december 2020.
De gemeente raad van gemeente Brummen,
De burgemeester A.J. van Hedel
Griffier D.D. Balduk
In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid van de gemeente op hoofdlijnen vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasuryfunctie (in artikel 2). Vervolgens geeft de gemeenteraad in het statuut aan binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelswijze die gevolgd moet worden en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft. Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald door de Wet Fido. Middels de limieten en richtlijnen wordt het “risicoprofiel” van de gemeente bepaald, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd.
De paragraaf Financiering in de begroting geeft de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar weer. Het bevat onder meer gegevens over de algemene ontwikkelingen en de concrete beleidsplannen binnen de kaders van het statuut. Het gaat hierbij vooral om de plannen voor het risicobeheer, de gemeentefinanciering (analyse financieringspositie, leningen- en garantieportefeuille en uitzettingsportefeuille) en het kasbeheer. Uit de toelichting zal moeten blijken dat de plannen binnen de kaders van de Wet Fido en het treasurystatuut blijven. De paragraaf Financiering in het jaarverslag geeft in het bijzonder een verschillenanalyse tussen de plannen zoals deze zijn opgenomen in de begroting en de realisatie in het verslagjaar.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-338356.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.