Tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Haaksbergen (7.1b2)

Samenvatting

Deze verordening bevat een wijziging van artikel 2:73a van de Algemene plaatselijke verordening over carbidschieten.

 

De gemeenteraad van Haaksbergen;

Voorstel van het college van: 1 december 2020

 

Wettelijke basis:

Bepalingen van de Gemeentewet (artikelen 108, 147, 149 en 156) en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Besluit:

Vast te stellen de Tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening.

 

 

 

Artikel I Wijziging artikel 2:73a Carbidschieten

Artikel 2:73a van de op 21 februari 2018 vastgestelde en op 4 juli 2018 gewijzigde Algemene plaatselijke verordening vervalt en wordt vervangen door:

 

Afdeling 13a. Carbidschieten

 

Artikel 2:73a Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bus: een al dan niet originele melkbus, of een andere bus van staal of ijzer, een container, een opslagvat, een buis of een ander daarmee gelijk te stellen voorwerp;

  • b.

    carbidschieten: het in een bus op explosieve wijze verbranden van acetyleengas afkomstig van een reactie tussen carbid (calciumacetylide) en water of van een gasmengsel met vergelijkbare eigenschappen.

 

Artikel 2:73b Verbod en algemene vrijstelling

  • 1.

    Carbidschieten in de open lucht is verboden.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde geldt niet indien carbidschieten plaatsvindt op 31 december tussen 10.00 en 16.00 uur buiten de bebouwde kom en buiten natuurgebieden, mits:

    • a.

      daarbij gebruik wordt gemaakt van een bus met een inhoud van ten hoogste 30 liter;

    • b.

      daarbij geen handelingen worden verricht of nagelaten waarvan degene die het carbidschieten verricht weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat daardoor gevaar, schade of hinder kan optreden voor personen of voor de omgeving;

    • c.

      degene die het carbidschieten verricht, een schriftelijke toestemming daartoe kan overleggen van de eigenaar van het terrein van waaraf wordt geschoten;

    • d.

      de plaats op het terrein van waaraf wordt geschoten is gelegen:

      • 1.

        op een afstand van ten minste 75 meter van woonbebouwing;

      • 2.

        op een afstand van ten minste 150 meter van inrichtingen voor de intramurale zorg;

      • 3.

        op een afstand van ten minste 150 meter van in gebruik zijnde voorzieningen voor het houden van dieren;

      • 4.

        op een afstand van ten minste 500 meter van een natuurgebied;

    • e.

      er niet wordt geschoten in de richting van de dichtstbijzijnde woonbebouwing;

    • f.

      het vrijschootsveld ten minste 75 meter is en hierin geen verharde openbare wegen of paden liggen;

    • g.

      er geen busdeksels of andere gevaarzettende voorwerpen worden weggeschoten;

    • h.

      het gebruik van (voet)ballen of andere afsluitingen zodanig is dat daardoor geen schade aan mens, dier of goed kan worden veroorzaakt;

    • i.

      het terrein van waaraf wordt geschoten is afgezet met linten of ander vergelijkbaar materiaal;

    • j.

      binnen een cirkel met een straal van 100 meter rond de plaats waar het carbidschieten plaatsvindt, in totaal niet meer dan zes bussen voor het carbidschieten worden gebruikt dan wel gebruiksklaar voor carbidschieten aanwezig worden gehouden;

    • k.

      de bussen zodanig stevig in de bodem, in een frame of op andere wijze zijn verankerd, dat terugslag wordt voorkomen;

    • l.

      het carbidschieten plaatsvindt door een persoon van ten minste 16 jaar oud die niet verkeert onder invloed van alcohol of andere psychotrope stoffen;

    • m.

      teneinde de veiligheid van het publiek en de eigen veiligheid te waarborgen, toezicht op het carbidschieten wordt gehouden door ten minste één persoon van ten minste 18 jaar oud die niet verkeert onder invloed van alcohol of andere psychotrope stoffen;

    • n.

      hiervan ten minste voor 29 december melding is gedaan aan het college met het door het college vastgestelde meldingsformulier.

Artikel 2:73c Bij zich hebben van carbid

  • 1.

    Het is verboden op of aan de weg carbid bij zich te hebben op andere dagen dan op 31 december tussen 10.00 en 16.00 uur.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degenen aan wie carbid is afgeleverd, gedurende de tijd die nodig is om thuis te komen, noch op degene die aannemelijk maakt dat hij het carbid nodig heeft in de uitoefening van beroep of bedrijf.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 23 december 2020.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 16 december 2020

 

mr. G. Raaben

griffier

 

mr. drs. R.G. Welten

burgemeester

Naar boven