Verordening op de heffing en invordering van Marktgelden 2021

De raad van de gemeente Enkhuizen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17-11-2020, nummer.

 

gelet op de artikelen 147 en 229, lid 1, onderdeel a en b van de Gemeentewet

besluit:

 

Vaststellen de Verordening op de heffing en invordering van Marktgelden 2021.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening wordt verstaan onder:

1.1

Staanplaats:

een door de marktmeester aan te wijzen plaats op de weekmarkt dan wel jaarmarkt om zaken of voorwerpen te plaatsen, uit stallen of te verkopen;

1.2

Evenemententerrein:

een door het bevoegd gezag vergunde locatie, waar jaarmarkten, braderieën, themamarkten of ander met markten gelijkgestelde evenementen plaats vinden;

1.3

Dag:

tijdvak van 24 uren aanvangend te 0.00 uur.

Artikel 2 Belastbaar feit

Terzake van het innemen van een staanplaats dan wel het in gebruik nemen van een evenemententerrein op openbare gemeentegrond om daarop zaken of voorwerpen te plaatsen, uit te stallen of te verkopen tijdens de weekmarkt of markten bedoeld onder artikel 1.2, worden onder de naam "marktgelden" rechten geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die een staanplaats als vermeld in artikel 2 heeft ingenomen.

Artikel 4 Vrijstellingen

Marktgelden worden niet geheven indien en voor zover uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst voor het innemen van een staanplaats gelden aan de gemeente zijn verschuldigd.

Artikel 5 Belastinggrondslag en belastingtarief

5.1

Grondslag voor de berekening van het recht voor een staanplaats is: het aantal lengte meters dat met de staanplaats wordt ingenomen;

 

5.2

Voor de weekmarkt bedraagt het recht voor het innemen van een staanplaats, per dag;

 

 

per meter lengte,

€ 1,66

 

met een minimum van

€ 6,68

5.3

Voor het in gebruik nemen van een staanplaats op een evenemententerrein bedraagt het recht per dag per 2-meter standplaatslengte;

€ 1,66

5.4

Het tarief voor elektra bedraagt;

 

 

voor een standplaats met kramen per marktdag of een gedeelte daarvan

€ 1,37

 

voor een standplaats met een verkoopwagen per marktdag of een gedeelte daarvan

€ 3,00

5.5

voor de toepassing van sub 5.1 en 5.2 wordt een gedeelte van een dag dan wel van een gedeelte van een lengte meter gerekend voor een gehele.

 

Artikel 6 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 5, is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor een staanplaats wordt ingenomen.

Artikel 7 Aangifte

  • 7.1

    De in artikel 3 genoemde belastingplichtige is verplicht wanneer hij een staanplaats inneemt hiervan terstond aangifte te doen op door burgemeester en wethouders aan te geven wijzen en plaatsen.

  • 7.2

    Bij voortgezet innemen van een staanplaats, na afloop van de termijn waarvoor marktgelden zijn voldaan, ontstaat opnieuw de aangifteplicht.

  • 7.3

    Het model voor het uitnodigen tot het doen van aangifte wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 8.1

    Het recht wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een gedagtekende bon, nota of ander schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld;

  • 8.2

    de modellen van de in het eerste lid genoemde bescheiden worden door burgemeester en wethouders vastgesteld;

  • 8.3

    het recht is verschuldigd zodra een staanplaats wordt ingenomen en moet worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld sub 8.1:

  • 8.3.1

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • 8.3.2

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, in één termijn binnen dertig dagen na dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving;

  • 8.4

    bij voortgezet verblijf, na afloop van de termijn waarover marktgelden zijn betaald, begint een nieuwe termijn en is met betrekking tot deze nieuwe termijn het recht opnieuw verschuldigd. Alsdan moet opnieuw betaling overeenkomstig 8.3 plaatsvinden;

  • 8.5

    abonnementen moeten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de nota.

Artikel 9 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 9.1

    De "Verordening marktgelden Enkhuizen 2020", laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 17 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 9.2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 9.3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 9.4

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening marktgelden 2021".

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Enkhuizen in zijn openbare vergadering van 15 december 2020.

De raad voornoemd,

de griffier,

H.C. Lankman

de voorzitter,

E.A. van Zuijlen

Naar boven