Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing Drechterland 2021

De raad van de gemeente Drechterland;

 

Gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2020

besluit:

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING DRECHTERLAND 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2.

    Voor het eigenarendeel wordt, als het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een bedrag per perceel.

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 2 onder a en b, bedraagt voor de na te noemen percelen of gedeelten van percelen per perceel per jaar:

    a.

    voor een perceel of gedeelte daarvan, gebruikt als woning

    167,00

    b.

    voor een perceel of gedeelte daarvan, gebruikt als winkel of ander bedrijf, waarin niet meer dan 5 personen werkzaam zijn

    207,00

    c.

    voor een perceel of gedeelte daarvan, gebruikt als winkel of ander bedrijf, waarin meer dan 5, doch niet meer dan 10 personen werkzaam zijn, benevens eigendommen van instellingen van openbaar nut

    413,75

    d.

    voor een perceel of gedeelte daarvan, gebruikt als winkel of ander bedrijf, waarin meer dan 10 personen werkzaam zijn, benevens voor een perceel, gebruikt als hotel, café of café-restaurant

    832,35

    e.

    voor een perceel, gebruikt als klooster, verpleeginrichting, bejaarden- of ander tehuis, waarin als regel meer dan 10 personen nachtverblijf hebben

    1.111,25

  • 2.

    Een perceel, waaraan een bestemming wordt gegeven, welke niet is genoemd in het eerste lid, wordt gerangschikt onder de groep, waarmee dit perceel wat betreft zijn bestemming overeenkomt.

  • 3.

    Belastingaanslagen van minder dan € 5,-- worden niet opgelegd.

  • 4.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het derde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt op de laatste dag van de maand, zijnde de tweede maand na de dagtekening die in het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Overgangsrecht

De “Verordening rioolheffing Drechterland 2020” wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    De Verordening rioolheffing Drechterland 2021 treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rioolheffing Drechterland 2021”.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Drechterland in zijn openbare vergadering van 14 december 2020.

De raad voornoemd,

de griffier,

J.N.M. Commandeur

de voorzitter,

M. Pijl

Naar boven