Verordening beschikkingstermijn schuldhulpverlening Veendam 2021

 

De raad van de gemeente Veendam;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2020.

 

gelet op de artikelen

artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet,

gelet op artikel 4a derde lid van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

gelet op artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

B e s l u i t

 

Vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening beschikkingstermijn schuldhulpverlening Veendam 2021

 

Artikel 1. Begrippen

College: college van burgemeester en wethouders;

Schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

Eerste gesprek: het eerste gesprek waarin de schriftelijke of mondelinge hulpvraag wordt vastgesteld.

 

Artikel 2. Beschikkingstermijn

De beschikking tot schuldhulpverlening zoals bedoeld in artikel 4a, eerste lid van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, dan wel de afwijzing of beëindiging ervan, wordt door het college gegeven binnen maximaal 8 weken na het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening beschikkingstermijn schuldhulpverlening Veendam 2021

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Veendam d.d.

14 december 2020.

 

De voorzitter,

 

De griffier,

 

 

Toelichting

 

Algemene toelichting Verordening beschikkingstermijn schuldhulpverlening 2021

Per 1 januari 2021 wijzigt de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Gemeenten krijgen hierdoor nadrukkelijk en expliciet de opdracht om een beschikking af te geven voor schuldhulpverlening. De maximale beschikkingstermijn is volgens de Algemene wet bestuursrecht acht weken.

 

De Tweede Kamer nam op 10 maart 2020 een amendement aan (Kamerstuk 35 316, vergaderjaar 2019-2020) met daarin het voorstel om het advies van de Nationale ombudsman op te volgen en een wettelijke termijn in de gemeentelijke verordening op te nemen, waarbinnen de gemeente na het eerste gesprek over de hulpvraag moet besluiten of iemand voor een schuldenregeling in aanmerking komt. In de toelichting stellen de indieners: ‘Niet alleen burgers dienen zich aan wettelijke termijnen te houden. Ook van een dienende overheid mag verwacht worden dat zij op een verzoek van een burger binnen een redelijke, door de gemeenteraad in een gemeentelijke verordening vastgestelde, termijn reageert.’

 

Artikelsgewijze toelichting Verordening beschikkingstermijn schuldhulpverlening 2021

Artikel 1. Begrippen

Begrippen die al zijn omschreven in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, de Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze verordening.

 

Artikel 2. Beschikkingstermijn

In de gewijzigde Wet gemeentelijke schuldhulpverlening krijgen gemeenten nadrukkelijk en expliciet de opdracht om een beschikking af te geven voor schuldhulpverlening. De maximale beschikkingstermijn is volgens de Algemene wet bestuursrecht acht weken.

 

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Vanaf die datum is in artikel 4a, derde lid van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening de verordeningsopdracht voor de gemeenteraad neergelegd om een beschikkingstermijn vast te stellen van maximaal acht weken.

2. In dit artikel is de citeertitel van deze verordening neergelegd.

 

Naar boven