Wijzigen Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Hardenberg 2019

 

De raad van de gemeente Hardenberg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2020;

gelet op artikel 149 en 151a van de Gemeentewet;

besluit:

 

 

Artikel I  

 

De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Hardenberg 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

In artikel 1:1 wordt in de definitie van Voertuig’ de zinsnede ‘met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen’ vervangen door ’met uitzondering van kleine wagens, zoals kruiwagens en kinderwagens, en rolstoelen’.

 

B

 

In de titel van artikel 1:6 wordt na “Intrekking” ingevoegd: “, schorsing” en in de tekst van dit artikel wordt na “ingetrokken” ingevoegd: “, geschorst”.

 

C

 

In de artikelen 2:29, tiende lid,, 5:2, vijfde lid, 5:3, derde lid, 5:6, vierde lid, 5:7, derde lid, 5:8, zesde lid, 5:15, zesde lid en 5:36, vierde lid, wordt ‘Op de ontheffing’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een ontheffing’.

 

D

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden als volgt: Voorwerpen op of aan de weg of een openbare plaats

  • 2.

    Het eerste lid komt te luiden als volgt: ‘Het is verboden zonder vergunning van het college of de burgemeester de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, ook indien het een gebruik als terras betreft behorende bij een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:27’.

  • 3.

    In het tweede lid wordt ‘het bevoegd gezag’ gewijzigd in ‘het college’.

  • 4.

    Er wordt een nieuw derde lid ingevoegd dat komt te luiden als volgt: ‘Het college kan in het belang van de openbare orde en veiligheid en/of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen voor terrassen, uitstallingen en reclameborden.’

  • 5.

    De leden 3 tot en met 8 worden vernummerd tot: 4 tot en met 9.

  • 6.

    In het vijfde lid (nieuw) wordt onderdeel b geschrapt en worden de onderdelen c tot en met j geletterd tot onderdelen b tot en met i.

  • 7.

    In het zesde, zevende en achtste lid (nieuw) wordt ‘derde lid’ gewijzigd in: ‘vierde lid’.

  • 8.

    In het negende lid (nieuw) wordt ‘Op de vergunning’ vervangen door: ‘Op de aanvraag om een vergunning’.

 

E

 

In de artikelen 2:11, vijfde lid, 5:13, zevende lid, en 5:18, vierde lid, wordt ‘Op een vergunning’ vervangen door ‘Op een aanvraag om een vergunning’.

 

F

 

In de artikelen 2:24, eerste lid, onder b, 5:14, tweede lid, onder b, 5:17, tweede lid, en 5:22, tweede lid, onder a, wordt ‘artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

 

G

 

Artikel 2:25 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het zevende lid, wordt ‘slecht levensgedrag’ vervangen door ‘in enig opzicht van slecht levensgedrag’.

  • 2.

    In het achtste lid wordt ‘Op de vergunning’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een vergunning’.

 

H

 

Er wordt een nieuw artikel 2:25a ingevoegd dat luidt als volgt:

Artikel 2:25a Voetbalwedstrijden 

  • 1.

    De organisator van een voetbalwedstrijd stelt de burgemeester minimaal zes weken vóór de wedstrijddatum in kennis van zijn voornemen tot het houden van de wedstrijd, indien:

    • a.

      bij de betreffende wedstrijd een betaald voetbalorganisatie is betrokken; of

    • b.

      bij de betreffende wedstrijd meer dan 1500 toeschouwers worden verwacht.

  • 2.

    Een kennisgeving kan meerdere wedstrijden betreffen.

  • 3.

    De kennisgeving gaat in ieder geval vergezeld van een draaiboek veiligheid volgens een door de burgemeester vastgesteld model.

  • 4.

    Als een kennisgeving, gelet op het tijdstip, waarop de wedstrijddatum door de KNVB (competitie- en bekerwedstrijden) wordt vastgesteld, niet zes weken tevoren kan worden gedaan, geeft de organisator hiervan kennis aan de burgemeester uiterlijk zeven dagen vóór de wedstrijddatum.

  • 5.

    De in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt gedaan met gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld formulier.

  • 6.

    De voorgeschreven kennisgeving is gedaan, zodra het in het vijfde lid bedoelde formulier volledig en naar waarheid ingevuld is ingediend.

  • 7.

    Al dan niet in verband met de bij de kennisgeving verstrekte gegevens kan de burgemeester voor de organisatie van de betreffende wedstrijd(en) voorschriften geven ter beveiliging van personen en goederen, en ter voorkoming van wanordelijkheden, ernstige verkeersbelemmeringen of ernstige hinder voor toeschouwers of derden.

  • 8.

    Als de burgemeester van oordeel is, dat naar redelijke verwachting, noch door de door de organisator toegezegde maatregelen, noch door het geven van voorschriften, noch door de redelijkerwijs te nemen politiemaatregelen, onevenredige schade aan de in het zevende lid bedoelde belangen voorkomen kan worden, kan de burgemeester het houden van de betreffende wedstrijd(en) verbieden.

  • 9.

    Het is de organisator verboden een voetbalwedstrijd als bedoeld in het eerste lid te laten plaatsvinden, als:

    • a.

      de kennisgeving ervan niet overeenkomstig het bepaalde in het eerste tot en met vijfde lid gedaan is;

    • b.

      gehandeld wordt in afwijking van de gegevens, die bij deze kennisgeving verstrekt zijn;

    • c.

      de door de burgemeester ingevolge het zevende lid gegeven voorschriften niet worden nagekomen;

    • d.

      de burgemeester het houden van de wedstrijd verboden heeft.

  • 10.

    De burgemeester kan van het bepaalde in het negende lid onder a. ontheffing verlenen.

 

I

 

Artikel 2:26 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De bestaande tekst wordt genummerd als eerste lid.

  • 2.

    Er wordt een nieuw tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt: ‘Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.’

  • 3.

    Er wordt een nieuw derde lid toegevoegd dat luidt als volgt: ‘Het verbod van lid 2 geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.’

 

J

 

In artikel 2:27, eerste lid, wordt na ‘café, ‘ ingevoegd: ‘waterpijpcafé, afhaalcentrum,’.

 

K

 

Er wordt een nieuw artikel 2:31a ingevoegd dat luidt als volgt:

Artikel 2:31a Kansspelen

  • 1.

    Het is verboden in een openbare inrichting in enigerlei vorm met of om geld te spelen.

  • 2.

    Het gestelde in het eerste lid is niet van toepassing op kleine kansspelen als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de Kansspelen.

  • 3.

    Het gestelde in het eerste lid is eveneens niet van toepassing met betrekking tot kansspelautomaten waarvoor ingevolge artikel 30b van de Wet op de kansspelen vergunning is verleend door de burgemeester.

 

L

 

Er wordt een nieuw artikel 2:44a ingevoegd dat luidt als volgt:

Artikel 2:44a Rooftassen

  • 1.

    Het is verboden op de weg of in de nabijheid van winkels te vervoeren of bij zich te hebben een voorwerp dat er kennelijk toe is uitgerust om het plegen van (winkel)diefstal te vergemakkelijken.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de in dat lid bedoelde voorwerp niet bestemd is voor de in dat lid bedoelde handelingen.

 

M

 

Er wordt een nieuw artikel 2:48a ingevoegd dat luidt als volgt:

Artikel 2:48a Lachgasverbod

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

  • 3.

    Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

 

N

 

Er wordt een nieuw artikel 2:50b ingevoegd dat luidt als volgt:

Artikel 2:50b Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

  • 1.

    Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

 

O

 

In artikel 2:57, eerste lid, onder b, wordt ‘de weg’ vervangen door ‘een openbare plaats’.

 

P

 

In artikel 2:67, derde lid, wordt ‘Op de vrijstelling’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een vrijstelling’.

 

Q

 

Er wordt een nieuw artikel 2:80 ingevoegd dat luidt als volgt:

Artikel 2:80 Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

  • 1.

    De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf, of voor het publiek openstaande gebouwen en/of de daarbij behorende erven in bepaald gebied, in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.

  • 2.

    Onverminderd hetgeen in artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald omtrent de bekendmaking, wordt het bevel tot sluiting tevens bekend gemaakt door een schrijven, waaruit van dat bevel tot sluiting blijkt, aan te brengen op of nabij de toegang(en) van het gebouw of het erf.

  • 3.

    Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en er naar het oordeel van de burgemeester voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.

  • 4.

    Het is de rechthebbende op het gebouw en/of het erf, verboden om, nadat het bevel tot sluiting bekend is gemaakt op de in het tweede lid aangegeven wijze, daarin te betreden of bezoekers toe te laten of te laten betreden.

  • 5.

    Het is een ieder verboden om, nadat het bevel tot sluiting openbaar bekend gemaakt is op de in het tweede lid aangegeven wijze, in een bij dit bevel gesloten gebouw en/of erf te betreden.

 

R

 

Artikel 3:7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • a.

      In de aanhef wordt ‘Een vergunning wordt geweigerd als’ vervangen door ‘Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 wordt een vergunning geweigerd als’.

    • b.

      Onderdeel b vervalt.

    • c.

      De onderdelen c tot en met k worden geletterd b tot en met j.

  • 2.

    In het tweede lid, aanhef, wordt ‘het eerste lid, onder h,’ vervangen door ‘het eerste lid, onder g,’.

  • 3.

    In het derde lid wordt ‘het eerste lid, onder h en i,’ vervangen door ‘het eerste lid, onder g en h,’.

  • 4.

    In het vierde lid wordt ‘het eerste lid, onder h en i,’ vervangen door ‘het eerste lid, onder g en h,’.

     

S

 

In artikel 3:9, eerste lid, onder e, wordt ‘artikel 3:7, eerste lid, onder a tot en met i’ vervangen door ‘artikel 3:7, eerste lid, onder a tot en met h’.

 

T

 

In artikel 5:32, eerste lid, wordt na ‘met een motorvoertuig of een bromfiets’ ingevoegd ‘te crossen buiten wedstrijdverband,’.

 

U

 

  • 1.

    In artikel 6:1, eerste lid worden de volgende artikelnummers ingevoegd: 2:25a, 2:31a, 2:44a, 2:48a, 2:50b en 2:80.

  • 2.

    In artikel 6:1, derde lid, wordt ‘de artikelen 2:10, vijfde juncto eerste lid, 2:11, tweede lid, onder a, en 4:11, tweede lid’ vervangen door ‘de artikelen 2:10 en 2:11 als sprake is van een omgevingsvergunningplichtige activiteit, en artikel 4:11, tweede lid’.

 

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hardenberg van 15 december 2020.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

F.G.S. Droste M.W. Offinga

Naar boven