Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Cuijk houdende regels omtrent de heffing en de invordering van graf- en begrafenisrechten (Verordening graf- en begrafenisrechten Cuijk 2021)

De raad van de gemeente Cuijk

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2020.

 

gehoord het advies van de commissie Bestuur van 2 december 2020;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit :

 

Vast te stellen de navolgende

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN GRAF- EN BEGRAFENISRECHTEN 2021 (VERORDENING GRAF- EN BEGRAFENISRECHTEN CUIJK 2021)

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen :

    • de gemeentelijke begraafplaats Hanshof aan de Hapseweg 36 in Cuijk;

    • de gemeentelijke begraafplaats Kouwenberg aan het Kerkhofpad 3 in Cuijk;

    • de gemeentelijke begraafplaats aan de Straatkantseweg 1a in Haps;

    • de gemeentelijke begraafplaats Martinuskerk aan de Kerkstraat 8 in Cuijk.

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • c.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven van stoffelijke overschotten van kinderen beneden 12 jaar;

  • d.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

    • 2.

      het verstrooien van as.

  • e.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • f.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het plaatsen van een monument om overledenen te gedenken;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten;

  • h.

    verstrooiingsplaats : een plaats op de begraafplaats waar as wordt verstrooid;

  • i.

    asbus : een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    urn : een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • k.

    rechthebbende : natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf, een particuliere urnennis of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • l.

    belanghebbende : natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

  • m.

    college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cuijk.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1.

    Voor het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van een doodgeboren of binnen 3 maanden na de geboorte overleden tweeling, drieling enz. mits dit in dezelfde kist geschiedt c.q. de as in één asbus wordt geborgen, is het grafrecht slechts éénmaal verschuldigd.

  • 2.

    Voor het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van kinderen, die beneden de leeftijd van 3 maanden zijn overleden en in één kist met hun moeder worden begraven c.q. waarvan de as met die van de moeder wordt geborgen in één asbus, is geen recht verschuldigd.

  • 3.

    De rechten worden niet geheven voor het opgraven van een stoffelijk overschot of een asbus op rechterlijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar/tijdvak

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de in artikel 7 bedoelde schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van graf- en begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsbepaling

De “Verordening Graf- en Begrafenisrechten 2020”, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening graf- en begrafenisrechten Cuijk 2021”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering

van 14 december 2020.

De raad voornoemd,

R.M. van der Weegen

griffier

mr. W.A.G. Hillenaar

voorzitter

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij artikel 5 van de “Verordening graf- en begrafenisrechten Cuijk 2021”

HOOFDSTUK:

1. Begraven en bijzetten

2. Verlenen en verlengen van rechten

3. Overige heffingen

 

Hoofdstuk 1 Begraven en bijzetten

Oud tarief (2020) €

Nieuw tarief (2021) €

1.1

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven

690,00

702,00

1.2

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden 12 jaar wordt geheven

345,00

351,00

1.3

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden één jaar wordt geheven

172,50

175,50

1.4

Voor het bijzetten van een asbus in een graf wordt geheven

400,00

407,00

1.5

Voor het bijzetten van een asbus in een nis van de urnenmuur wordt geheven

515,00

524,00

1.6

Voor het bijzetten van een asbus in een nis op het urnenveld wordt geheven

515,00

524,00

1.7

De in dit hoofdstuk genoemde rechten gelden voor begravingen en bijzettingen op maandag tot en met zaterdag, met uitzondering van algemeen erkende feestdagen, tussen 9.00 en 15.00 uur.

1.8

De in dit hoofdstuk genoemde rechten worden met 50% verhoogd voor begravingen en bijzettingen buiten de in 1.7 bedoelde tijden en met 100% indien zulks geschiedt op zondag of algemeen erkende feestdagen.

 

Hoofdstuk 2 Verlenen en verlengen van rechten

Oud tarief (2020) €

Nieuw tarief (2021) €

Verlenen van rechten

2.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf ten behoeve van een overledene van twaalf jaar of ouder wordt geheven:

2.1.1

voor een periode van 10 jaar

897,00

912,00

2.1.2

voor een periode van 20 jaar

1.794,00

1.824,00

2.1.3

voor een periode van 30 jaar

2.691,00

2.736,00

2.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf ten behoeve van een overledene beneden één jaar wordt geheven:

2.2.1

voor een periode van 10 jaar

224,00

228,00

2.2.2

voor een periode van 20 jaar

448,00

456,00

2.2.3

voor een periode van 30 jaar

672,00

684,00

2.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf ten behoeve van een overledene van één jaar of ouder, maar beneden twaalf jaar wordt geheven:

2.3.1

voor een periode van 10 jaar

448,00

456,00

2.3.2

voor een periode van 20 jaar

896,00

912,00

2.3.3

voor een periode van 30 jaar

1.344,00

1.368,00

2.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een

particuliere urnennis in de urnenmuur dan wel het uitsluitend recht op een particuliere urnennis op het urnenveld wordt geheven:

2.4.1

voor een periode van 10 jaar

448,00

456,00

2.4.2

voor een periode van 20 jaar

896,00

912,00

2.4.3

voor een periode van 30 jaar

1.344,00

1.368,00

Verlengen van rechten

2.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in de voorgaande onderdelen wordt geheven:

2.5.1

voor een periode van 5 jaar: een recht gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 10 jaar.

2.5.2

voor een periode van 10, 20 of 30 jaar: een recht gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor die periode.

2.6.1

Voor het op de gemeentelijke begraafplaats Haps alsmede op het Islamitische gedeelten van de gemeentelijke begraafplaatsen reserveren van de naastgelegen grafruimte voor het kunnen begraven van de levenspartner van de overledene

38,00

39,00

2.6.2

De reserveringen als bedoeld in artikel 2.6.1 wordt verleend voor dezelfde periode als het uitsluitend recht op het naastgelegen graf is verleend.

 

Hoofdstuk 3 Overige heffingen

Oud tarief (2020) €

Nieuw tarief (2021) €

3.1

Voor het lichten en overbrengen van een stoffelijk overschot uit een graf naar een ander graf op de begraafplaats, wordt geheven

281,00

286,00

3.2

Voor het op verzoek van de rechthebbende(n) schudden van een graf wordt geheven

325,00

330,00

3.3

Voor het lichten en overbrengen van een asbus uit een graf naar een ander graf op de begraafplaats of naar een nis van de urnenmuur of op het urnenveld, wordt geheven

281,00

150,00

3.4

Voor het overbrengen van een in de urnenmuur of op het urnenveld bijgezette asbus naar een andere nis van de urnenmuur of op het urnenveld wordt geheven

199,00

150,00

3.5

Voor het lichten van een stoffelijk overschot uit een graf op de begraafplaats ter overbrenging naar een andere begraafplaats of elders wordt geheven

199,00

202,00

3.6

Voor het lichten van een asbus uit een urnennis op de begraafplaats ter overbrenging naar een andere begraafplaats of elders wordt geheven

52,50

52,50

3.7

Voor het verstrooien van as op de verstrooiingsplaats

150,00

3.8

Voor het plaatsen van een monument voor een particuliere gedenkplaats

50,00

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 2 november 2020.

Mij bekend,

 

 

De Griffier,

Naar boven